De Waterschans nr. 3 1995
Afb.4. Op 28-10 n.m. worden de South Alberta's in voorste lijn afgelost;
Time for rest and refit; Sar-tankbemanning wisselt track op de Grote Markt
te Bergen op Zoom op 29 oktober 1944. De jongen met orange sherp is
Henk Taal van de kaaswinkel uit de Engelsestraat.
wel de 29" aangehouden. Persoon
lijk ondersteun ik de opvatting dat
Bergen op Zoom werd bevrijd van
27 oktober 13.50 uur tot 29 oktober
18.45 uur. Immers op de eerste
datum tij dgroep stond een spitspa-
trouille van 4 tanks nabij de Mon-
daf en werd het waterwingebied
gezuiverd. Vervolgens was het de
beurt aan Nieuw Borgvliet en de
zuidoost-rand van de stad om te
worden bevrijd. En zo ging het
verder het centrum in. Bij dageraad
op de 28" vielen de drie infanterie-
bataljons aan op niemandsland dat
zonder slag of stoot werd veroverd.
Op de 29e te 13.30 uur sloegen de
Canadezen een bruggehoofd nabij
het opgeblazen bruggetje van Rüb-
saam, ongeveer te hoogte van het
begin van de huidige Ravelstraat. In
de loop van de middag en de avond
werden de overige tot de stad beho
rende wijken ten noorden van de
Zoom veroverd. Het hoekhuis Hal-
sterseweg/Noordzijde Zoom viel die
dag als laatste Duitse bolwerk om
18.45 uur.
Met andere woorden, eerst op 29
oktober 1944 was heel Bergen op
Zoom bevrijd. Als men de latere
uitbreiding van Bergen op Zoom
aanhoudt, dan geldt de 30" pas als
bevrijdingsdatum en wel om 12.00
uur.
5. De Duitse opdracht tot stand
houden
In het algemeen wordt aangenomen
dat Hitier persoonlijk bevel zou
hebben gegeven op 4 september
1944 na de val van Antwerpen
stand te houden aan de oevers van
de Westerschelde, met name aan de
Kreekrakdam en op Walcheren. Dit
was echter niet het geval. Natuurlijk
was hij zeer verbolgen over het feit
dat de schitterende havencapaciteit
van het Antwerpse puntgaaf in
handen was gekomen van de tegen
standers, die bij een vrije Wester
schelde hun logistieke problemen
zouden kunnen oplossen. Maar al
eerder bij de ineenstorting van zijn
7" Leger, waardoor het vaderland
rechtstreeks werd bedreigd, had hij
bevolen in de Westwall tot de laat
ste kogel te vechten. Hij had trou
wens al maatregelen bevolen om de
'Normandie-Panik te beteugelen en
na Dolle Dinsdag, 5 september
1944, hadden de Duitse strijdkrach
ten het front weer enigszins onder
controle.
Op 4 september kwam Hitler met
zijn fameuze telegram, waarin hij
de situatie uiteenzette en meer
acties gebood. Deze waren alle
gericht op een versterking van de
Duitse tegenstand aan de Brits-
Amerikaanse opmars. Enige dagen
later verordonneerde hij de instel
ling van een weerstandslijn langs
het Albert- en Leopoldkanaal, de
zogeheten Neue Weststellungook
wel aangeduid als Brabant Stellung.
Deze was overigens al op menige
plaats doorbroken. Doel was tijd te
winnen voor de opbouw van troe
pen in de Westwall, zijn Siegfriedli-
nie. Ten aanzien van standhouden
in het gebied tussen de Siegfriedli-
nie en de Neue Weststellung heeft
hij zich nooit duidelijk uitgelaten.
Veldmaarschalk W. Model van de
Legergroep B echter liet aan duide
lijkheid niets te wensen over.
Standhouden was zijn devies. Gene
raal G. von Zangen, die het com
mando voerde over het reeds twee
maal ontsnapte 15" Leger, was van
plan tegen de geallieerde overmacht
zijn leger zo goed als mogelijk
intact te houden. Hij liet zijn leger
korps-chefs veilige terugtochtroutes
voorbereiden. Zijn plan was van
achter de grote waterwegen in
Nederland de verdediging definitief
ter hand te nemen en het gevecht
achterwaarts daarheen vertragend te
voeren. Het gevolg was dat de
divisies van het LX VIT en LXXXI-
X" Legerkorps met relatief weinig
verliezen op 9 november 1944
achter de grote rivieren waren te
ruggetrokken, met uitzondering van
die eenheden welke als garnizoen in
de grote havens tot de laatste kogel
moesten vechten. Die garnizoenen
waren ook aanwezig in Zeeuws-
Vlaanderen en op Walcheren.
Wat was nu het standpunt van het
opperbevel over deze tactiek?
Zowel Maarschalk G. von Rund-
stedt, Oberbefehlshaber West, als
Generaloberst A. Jodl van het
Oberkommando hielden een slag
om de arm. Zij waren van mening
dat er ten eerste stand moest wor
den gehouden aan de Kreekrakdam
en vervolgens op Walcheren. Daar
om gelastte Jodl zowel op 12 als op
14 september de hardnekkige verd
ediging noord van Antwerpen.
Voorts sloeg hij alarm op 3 oktober
toen de Canadezen operatie Ayntree
waren gestart naar de Zuidwest
hoek. Von Rundstedt gaf vervol
gens opdracht aan de legergroep om
de Kampfgruppe Chill met spoed
als 'brandweer' naar omgeving
Hoogerheide te dirigeren.
80
De Waterschans nr. 3 1995
Overigens was het opperbevel van
mening dat niet ten koste van alles
ter plekke stand moest worden
gehouden. Du moment dat dit niet
langer zinvol was, kon worden
abgesetzt. Zulks was het geval op
23 oktober, toen de Canadezen in
Huij bergen stonden en oprukten
naar Bergen op Zoom. Dat was dan
ook de oorzaak dat de Duitse para
regimenten van de gevechtsgroep
aan de Kreekrakdam werden terug
genomen.
Von Rundstedt stond toe, dat op 27
oktober een tijdelijke weerstandslijn
werd ingenomen door het 15" Leger
van Bergen op Zoom-noord over
Roosendaal, Breda en Dongen naar
Den Bosch. De Duitse tactiek in
West-Brabant veranderde dan ook
van hardnekkig verdedigen in ver
tragend vechten achterwaarts van
linie op linie.
6. Duitse eenheden in de slag om
Woensdrecht
Een ander hardnekkig misverstand
is dat de Canadezen in de hoek
Huijbergen, Hoogerheide en
Woensdrecht werden geblokkeerd
door Duitse para-eenheden.
In eerste instantie waren het echter
soldaten van de landmacht die op 7
en 8 oktober de verdere opmars van
de 2" Canadese Infanterie Divisie
blokkeerden op enkele kilometers
van de begeerde Kreekrakdam. Pas
later kwamen de paraeenheden van
de eerder genoemde Gevechtsgroep
Chili.
Vanaf 4 september traden achter
eenvolgens de volgende grote
Duitse eenheden op in de verdedi
ging van de Antwerpse sector.
Allereerst de 719" Infanterie Divi
sie. Binnen drie weken werd deze
divisie afgelost door de 346" Infan
terie Divisie onder commando van
Luitenant-generaal E. Distel. Om
deze laatste eenheid rugdekking te
geven werd de 711" Infanterie
Divisie in tweede lijn in reserve
gehouden om een eventuele door
braak naar Woensdrecht en Bergen
op Zoom op te kunnen vangen.
Medio oktober werd de 711" Infan
terie Divisie echter naar een andere
sector verplaatst om een gehavende
divisie te hulp te komen.
De 346" Infanterie Divisie, waar
Luitenant-generaal W. Steinmuller
het commando had overgenomen
van Distel, werd geleidelijk aan
achterwaarts gedrongen. Het vak
waarover de verdediging moest
worden gevoerd was te breed,
bovendien werden de verliezen niet
of onvoldoende aangevuld. Maar
toen op 7 oktober de Calgary
Highlanders tot in Hoogerheide
waren opgerukt, zat een noodbe-
stand van de 346" infanterie Divisie
in de goed voorbereide stellingen
op de hooggelegen gebieden rond
om Hoogerheide. De met schrijvers,
koks, chauffeurs en zelfs muzikan
ten versterkte Duitse infanteristen
hielden de Canadezen op afstand.
Ook op 8 oktober liep de door het
infanteriebataljon Black Watch of
Canada overgenomen aanval vast
op het vastberaden optreden van die
Duitse soldaten. Eerst in de loop
van deze dag kwam de voorhoede
van de Gevechtsgroep Chill in
Hoogerheide aan ter sterkte van
twee bataljons parachutisten van het
6" Pararegiment.
Deze Fallschirmjager vielen onmid
dellijk aan vanuit de beweging. Tot
en met 10 oktober werd verbitterd
strijd geleverd. Binnen vier dagen
na het verschijnen van de voorhoe
de, stond de hele
Kampfgruppe Chill in West-Bra
bant, waarbij met name de elite
troepen van het eerder genoemde
regiment bijgestaan door een zuster-
eenheid de 346" Infanterie Divisie
bijsprong in de strijd
om de Kreekrakdam. Er moest zelfs
nog een regiment van de 70° Infan
terie Divisie aan te pas komen.
Deze moest aan Zeeuwse zijde de
opmars van de Canadezen over de
landengte afgrendelen na de
gedeeltelijk geslaagde mini-operatie
Angus door de geïnundeerde pol
ders.
7. De para-eenheden van de
Gevechtsgroep Chili
Naast het Fallschirmjager Regiment
6 wordt vaak in één adem gespro
ken over de Hermann Göring
Divisie, welke deel zouden uitma
ken van de Gevechtsgroep Chili.
Zelfs, en dat is erger, wordt soms
vermeld dat er S.S. troepen waren
opgenomen in de stoottroepeenheid.
Beide opvattingen zijn onjuist. Zelfs
Van Riemsdijk steunt deze aperte
OJ 4
(p. V
f- f, A
Ó.C O,.
i 1W
I.-
Afb.5. 'Laissez passer' uitgeschre
ven door majoor J.F. Swayze op
28-10! De opdracht werd uitge
voerd door vier Bergenaren van 28
op 29, waarbij M.J. (Tinus)
Verdaasdonk op een mijn trapte,
tengevolge waarvan hij zou
overlijden.
onjuistheid in zijn artikel in de
special van De Waterschans. Bij
herhaling vindt men ook in het
jaarboek 1994, Den Iechtetrekker
XIII van de Heemkundekring De
Wilhelmiet te Huijbergen de ver
melding: 'De S.S.-troep van Chili'.
Ten eerste moet worden gesteld dat
beide voornoemde eenheden niet tot
de landmacht of tot de Schutzstaffel
behoorden, maar deel uitmaakten
van de Luftwaffe. Ten tweede betrof
het niet de Hermann Göring Divisie
maar het zogenaamde Lehrregiment
der Fallschirmjager, volledig ge
naamd Fallschirmjager Ersatz und
Ausbildungs Regiment Hermann
Göring.
Zowel het 6" para- als het Hermann
Göring Regiment bestonden uit
fanatieke, goed opgeleide parachuti
sten met prima bewapening en
onder uitstekende commandanten.
De para's van Regiment Nr. 6 had
den een grote ervaring aan het front
en waren zeer gedisciplineerd. Dat
kon niet gezegd worden van de
opleidingseenheid van het Hermann
Göring Regiment. Deze para's
gedroegen zich zowel letterlijk als
figuurlijk als een troep. Zij hadden
dan ook een zeer slechte reputatie.
Vandaar de misvatting dat er
S.S.-ers in onze regio zouden zijn
81
F-J i