De Waterschans nr. 3 1995
Casper Stuart. Dagblad De Zoom
1891.
Selandus (uit Zeeland). Zijn
predikantenloopbaan begon hij als
kandidaat in het dorp Zundert. In
1629 werd hij predikant in Ossen-
drecht en het nabijgelegen Woens-
drecht. Intussen naderen we in 1648
het einde van de Tachtigjarige
oorlog, de bekende vrede van
Munster. Al wat Katholiek was
moest hun kerken afstaan en zich
terugtrekken in kleine verborgen
schuilkerkjes, wat oogluikend werd
toegestaan. Tegen betaling natuur
lijk. De gebouwen werden in
gebruik genomen door de Her
vormden. In 1648 wordt dominee
Stuart als eerste dominee in Wouw
en Heerle beroepen voor een
handjevol protestanten.
Zo kon hij zijn preken houden in
een zo goed als leeg kerkgebouw.
Een dominee in een geheel katho
lieke omgeving, dat moest wel eens
moeilijkheden geven en in het
begin heeft hij zich dan ook
meermalen bedreigd gevoeld. We
lezen wel over klachten maar later
horen we daar niet veel meer over.
Hij schijnt zich op den duur rustig
aangepast te hebben want hij bleef
in Wouw wonen tot zijn emeritaat
in 1669. Hierna vestigde hij zich
weer in zijn geboortestad Bergen op
Zoom in het huis genaamd 'De
Drye Coningen'. Evenals zijn vader
is ook hij driemaal gehuwd geweest
en er kwamen tien kinderen. Twee
hiervan moeten toch vermeld
worden, namelijk Petrus en Jaco
bus. Laten we eerst Petrus even
volgen. Hij koos de richting van
zijn vader en wilde ook dominee
worden. Vader stuurde hem naar
Leiden waar hij theologie ging
studeren en in 1677 werd hij
beroepen als dominee in Wouw!
Hij schijnt het daar wel naar zijn
zin gehad te hebben want hij is er
steeds gebleven tot hij na een
langdurig ziekbed in Wouw ge
storven is en naar men zegt: als een
vermogend man. Dat kunnen niet
veel dominees hem nazeggen. Hij
het geen kinderen na want hij is
nooit getrouwd geweest.
En nu zijn broer Jacobus Stuart.
Die trad als militair in dienst van
de Republiek. Over hem valt niet
veel te vertellen, ook al omdat hij
vrij jong op het slagveld gebleven
is. Het was in de woelige jaren
1672/1674. De Franse koning
Lodewijk XIV was met zijn Duitse
bondgenoten ons land binnen
gevallen. Het was het zogenaamde
Rampjaar 1672. In een mum van
tijd hadden ze ongeveer het gehele
Oosten bezet maar bij Utrecht
bleven ze steken. Het was de
Hollandse waterlinie die hen de
weg versperde. Van Gorkum tot
Muiden stonden akkers en wei
landen een voet onder water zodat
er geen sloot te bekennen was.
Eerst in 1674 begon het vijandelijke
leger zich langzaam terug te
trekken en in gevechten bij het
stadje Grave aan de Maas is Ja
cobus Stuart gesneuveld. Met dit
alles heeft Bergen op Zoom weinig
van doen, maar deze schakel is
voor de familieband noodzakelijk.
Jacobus liet twee zonen na, Gerard
Archibald en Alexander. Ook deze
twee zochten het leger van de
Republiek der Nederlandse gewes
ten. We nemen eerst Alexander
onder de loep. Nu komt het!
Alexander Stuart schreef zijn naam
om onbegrijpelijke redenen als
Alexander Stewart. Toen hij een
zoon kreeg heette die natuurlijk ook
Stewart en dat is dan de grote Carel
Willem Stewart, de man die in het
begin van ons verhaal voorkomt in
de huwelijksnotitie als generaal
Stewart te Bergen op Zoom. Hij
heeft het inderdaad ver gebracht.
Om precies te zijn: hij was generaal
majoor en kolonel van het Schotse
regiment en commandant van Ber
gen op Zoom en alle onderhorige
forten. Zo vinden we hem in no
tities in 1754 en 1757. In 1760 is
hij begraven in de kerk te Bergen
op Zoom. Maar om dit verhaal te
beëindigen hebben we eerder te
maken met zijn oom, de eerder
genoemde Gerard Archibald Stuart
want het zijn zijn nakomelingen die
de stam voortzetten en dat speelt
niet in Bergen op Zoom maar in
Steenwijk en Assen. Daar hebben
zich de nazaten gevestigd en wel
als zeer bekende zilversmeden en
dit laatste was zelfs tot in Engeland
doorgedrongen.
Toen ik onlangs de TV volgde op
de BBC in een Engelse antiek
veiling zag ik een dame die de
keurmeester een zilveren voorwerp
voorhield. Hij had het gauw gezien.
'Dat is Hollands zilver, kijk maar
naar het keurmerk. Het komt van
Stuart, Stuart in Holland'.
De andere Stuart
We keren terug naar het begin van
dit artikel en komen weer bij het
huwelijk van Jacobus Stuart, 1754.
Ook hij zal de oversteek uit
Schotland gemaakt hebben om den
brode. Hij werd opgenomen in het
bataljon van Generaal Stewart dat
toen in Bergen op Zoom gelegerd
lag. Daar huwde hij met Katharina
van den Bergh voor de Schotse
predikant want hij was gere
formeerd en zij was Rooms. Slechts
één kind vinden we terug in dit
gezin, namelijk Robbert, een naam
die Schots aandoet. Van Jacobus
horen we verder niet meer. Zou hij
gesneuveld zijn? Is hij met zijn
bataljon weggetrokken en heeft hij
toen zijn gezin achtergelaten? Dit
laatste gebeurde vaak en de
overheid kon dan voor vrouw en
kinderen opdraaien. De weeshuizen
puilden uit. Er zijn meermalen
besluiten genomen waarin stond dat
de soldaten hun gezin moesten
meenemen als ze verplaatst werden.
Wie trok zich daar iets van aan? Hij
moet spoedig in de vergetelheid
zijn geraakt want toen zijn vrouw
stierf schreef de ambtenaar in zijn
register: overleden Catharina van
den Berg, weduwe van Robbert
88
De Waterschans nr. 3 1995
Stuart. Dit laatste klopte natuurlijk
niet want Robbert Stuart was haar
eigen zoon. Van die zoon is ook
maar weinig terug te vinden. Hij
moet rond 1760 geboren zijn en
overleed in 1811, was gehuwd
en had vijf kinderen. Een ervan
heette Jacobus en daar is meer over
te vertellen.
Jacobus Stuart
Deze had trouwplannen maar daar
klopte iets niet. Als je gaat trouwen
moet je je doop/geboortebewijs
overleggen en daar begonnen de
moeilijkheden. Men had destijds
vergeten zijn naam in te vullen en
hoe kon men nu weten dat hij een
Stuart was. Hoe is het toch
mogelijk. Lees maar:
19 ^4ugusti 1793
Men ziet het, de naam Stuart
ontbrak. Maar hij was wel degelijk
een Stuart, dat was toch algemeen
bekend. Voor het raam van zijn
zaak hing zelfs een bordje: Jacob
Stuart Baardscheerder. Volledig
betrouwbaar is een dergelijk
gegeven nog niet. Iedereen kon wel
met een bordje 'Jacob Stuart' komen
aandragen. Als zijn vader nog
geleefd had zou deze wel met hem
meegegaan zijn om een en ander
toe te lichten. Of zijn moeder,
inmiddels ook overleden, maar die
zou het nooit verwerkt kunnen
hebben: haar eigen zoon geen
Stuart. Het is een hele affaire
geworden. De rechtbank is er zelfs
aan te pas gekomen en in Breda
kwamen ze tot de volgende
uitspraak: 'Het rapport van het
Vredegerecht te Bergen op Zoom
gelezen hebbende waaruit blijkt dat
men daar zeven oudere volwassenen
uit Bergen op Zoom bijeen gebracht
heeft die onder ede verklaard
hebben dat Jacob wel degelijk de
zoon is van Robertus Stuart en
Anna de Bruijn dat ze tijdens de
geboorte van Jacob Stuart in de stad
woonachtig waren en dat ze vele
jaren met zijn ouders kennis en
omgang hebben gehad dat in de
doop- of geboorte-akte is verzuimd
de geslachtsnaam van zijn vader in
te voegen redenen waarom hem nu
een nieuwe akte moet worden uit
gereikt met toevoeging van de
naam Stuart en dat in het register
deze toevoeging ook moet worden
opgenomen'.
Zo kreeg Jacobus toch nog zijn
doop- geboorte-akte uitgereikt en
kon het huwelijk toch nog gesloten
worden. De aanhouder wint! We
vinden hem terug met zijn gezin in
de Moeregrebstraat en Molstraat,
steeds als barbier. Het gezin telde
acht kinderen en met een van hen,
namelijk Kasper gaan we verder.
Kasper Stuart
Hij was smid en al heel gauw vindt
men hem in de ijzergieterij van de
firma Arnold Asselbergs. Hij moet
een der pioniers van mijnheer
Asselbergs geweest zijn en bracht
het tot werkmeester. Hij was een en
al fabriek en als men op de fabriek
zijn nakomelingen en aange-
trouwden telt heeft men aan de
beide handen niet genoeg vingers,
neen lang niet genoeg.
De vijftig jaar heeft hij daar
volgemaakt naar volle tevredenheid.
Zijn jubileum is dan ook feestelijk
gevierd, de krant stond er vol van:
De Zoom 1891.
Dertig jaar later zou zijn zoon
Jacobus Stuart hem hierin evenaren.
Ook hij was verbonden aan de
ijzergieterij en maakte er de vijftig
jaar ook vol en dat jubileum werd
nog uitbundiger gevierd. We horen
er nog over want deze werkmeester
was een steunpilaar voor het bedrijf
en hij was erg gezien bij zijn volk.
II: Stuart bij Asselbergs
door: J.A.A.C. Struijs
De oorkonde
NV Asselbergs, ijzerindustrie en
handelmaatschappij
Zo stond het in sierlijke letters op
de oude oorkonde, de kleurrijke
oorkonde die al zeker zeventig jaar
de kamerwand van een Bergen op
Zooms woonvertrek sierde. Het was
een oud familiestuk, een waar bezit
en het werd dan ook als goud
bewaard. De sierlijke letters waren
eigen aan de zo geroemde fabriek
die een eeuw lang aan velen werk
verschafte, eigen aan de grote door
zetter, stichter van het machtige
gietersbedrijf. Er is al veel over dat
bedrijf geschreven. De oorkonde
was een geschenk, ooit aan een der
medewerkers verleend en voor zijn
nakomelingen bleef het een lust
voor het oog er naar op te zien en
oude herinneringen werden weer
opgehaald. In zwaar goudbrons
lijstwerk sierde het in waterverf uit
gevoerde kunstwerk de kamer en de
in oostindische inkt geschreven
teksten zaten de nazaten diep in het
geheugen gegrift. Het was dan ook
een indrukwekkende blikvanger en
de maten logen er niet om. Het
geheel kwam ongeveer uit op 100
bij 80 cm terwijl de oorkonde
zonder omlijsting toch gauw op 60
bij 50 kwam. Dikwijls is de vraag
gesteld: Wie zou dat destijds toch
getekend hebben?
Toen kwam het moment dat het
gevaarte van de wand genomen
moest worden omdat de woning
wegens droeve omstandigheden in
andere handen overging. De
oorkonde kwam op tafel te liggen
en onder het felle licht van een
lamp en met de loupe in de hand
kwamen er rechtsonder resten van
een mij bekend lettertype te
voorschijn die daar destijds met
oostindische inkt waren aange
bracht, een signatuur. Reconstructie
was toen niet moeilijk meer: Joh. J.
Werz, Roosendaal. Dat ik dit niet
eerder opgemerkt had. Ooit heb ik
met hem samengewerkt en in mijn
kast bevinden zich nog enige
tekeningen van hem die ooit
verkleind in 'De Ghulden Roos' zijn
afgedrukt. Zijn manier van tekenen
was me bekend evenals het letter
type dat hij steeds gebruikte. De
oorkonde is uit 1924. Hij was toen
leraar aan het Roosendaals lyceum
en tevens directeur van de Avond-
tekenschool. Een museum had
Roosendaal nog niet. Hij was de
man die er de aanzet toe gaf en
later was hij de eerste directeur. De
oprichting van de Oudheidkundige
Kring met het bekende Jaarboek
'De Ghulden Roos' was ook
grotendeels zijn werk. Zijn woning
was een klein museum. Hij moet in
zijn jonge jaren al bekend geweest
89
ijaptizatus eit ^jacobui
filiui feyet. fëoberli et - .jlnna de i3ru.ijn.