De Waterschans nr. 3 1995 O 'VE'RHl.u V^ljr fiOFDE^ IHETTOTJl'BIJ^EITM JAC, SIITART 118 /A ïMS AP ifmA zijn gezien deze opdracht uit Bergen op Zoom aan een Roosendaler. Het is jammer dat de oorkonde niet in kleur kan worden afgedrukt want zo lijkt het geheel veel somberder. In het midden heeft hij een rol vergeeld perkament gete kend met daarop zijn uncialen, de grote duidelijke tekentafelletters, zijn stevige romeinen. Zie hier de tekst: Het lint met vuurrood zegel is natuurlijk niet vergeten. Onder deze tekstrol is in zacht okergeel een ontzaglijk groot fabriekscomplex getekend, alles zakelijk bouwkundig rechtlijnig weergegeven. Zou die nieuwe fabriek toen al zo groot geweest zijn of was het een toekomstdroom? Het lijkt de moderne tijd die nadert. Tegenwoordig zou een dergelijk gebouwencomplex niet misstaan. Werz is hier heel sekuur bezig geweest. Zelfs in de talloze daklijsten heeft hij in pietepeuterig kleine lettertjes heel wat teksten aangebracht zoals: Ijzergieterij Asselbergs - Asselbergs en Zonen - Arnoldus Asselbergs en Zonen etc. De opdrachtgevers zullen dat zeker met welgevallen aanschouwd heb ben. Er is heel wat tijd gestoken in dit werk, bedoeld voor de jubilaris maar wel tot meerdere eer en glorie van de firma en zijn directeuren. Boven de tekstrol treft men een aquarelle, een sfeervolle weergave van een idyllische fabrieksom- geving, het oude fabriekje uit vo rige eeuw. Hier is een miniatuurtje ontstaan dat doet denken aan de oude handschriften waarin de monniken zich destijds ten volle konden uitleven. Alleen de grote initiaalletter die er omheen ge slingerd moest worden ontbreekt, maar die zou hier ook niet op zijn plaats zijn geweest. Wat een tegenstelling, dat oude fabriekje boven en het nieuwe gebouwen complex onder. In die oude fabriek echter heerste begin deze eeuw nog een gemoedelijke negentien- de-eeuwse sfeer. Er liep daar een arbeider rond die een zware verantwoording op zich gelegd kreeg. Elke ochtend om half zes moest hij op pad om bij een der directeuren de sleutel van de fabriek in ontvangst te nemen want de vuren moesten gestookt worden en als die niet goed lagen konden de ijzergieters straks beter terug naar huis gaan wat zeker niet de bedoeling was. Als je dat leest, denk je: wat is er toch veel veranderd in die jaren. De man had vroeger op het land gewerkt maar daar zat je 's winters dikwijls zonder werk. De fabriek gaf je toch altijd iets meer zekerheid. Het was een plichts getrouwe kerel en hij heeft dat werk nog jaren mogen doen tot grote tevredenheid van zijn patroon. Hij was er zelfs voor in de stad komen wonen met zijn gezin. Wel was het 's winters soms moeilijk als hij in sneeuw of regen aan de deur stond en meermalen aan de bel moest trekken eer de deur geopend werd en hij de sleutel kreeg aangereikt. Hij kreeg dan wel eens te horen dat het best wat minder kon, want zo zou de hele familie nog wakker worden. Maar de vuren op de fabriek moesten tijdig klaar liggen anders kon er niet gewerkt worden. Moderne tijden naderden, ook daar. Op het laatst kreeg hij de sleutel 's avonds mee naar huis, het was wel vertrouwden mijnheer hoefde er niet voor uit bed. 90 De Waterschans nr. 3 1995 In de oorkonde zijn zes ruimten opengelaten, vier grote cirkels en twee kleinere waar foto's ingebracht werden. Dat moet in het begin moeilijkheden gegeven hebben. Men begon een cirkelvlak uit te knippen en plaatste er een foto in. Om beschadigingen te voorkomen ging men het anders doen. Nu werd de foto rond afgeknipt en op het cirkelvlak geplakt zodat men hetzelfde effect kreeg. Linksboven prijkt de foto van de stichter der onderneming: Arnoldus Asselbergs. 1841 - 1880 staat er onder. Rechtsboven staat zijn zoon afgebeeld met als onderschrift C.J. Asselbergs 1853 - 1913. Hij was de opvolger van de grote Arnoldus. Beide foto's zijn omlijst in weelderig groen, bladeren van geweldige lauwerkransen. Linkson der ziet men J.P.J. Asselbergs afgebeeld met het jaartal 1894 en rechtsonder W.A.E.F. Asselbergs 1898. Het zijn de kleinzoons van de grote Arnoldus maar zij kregen geen groene bladerenomlijsting. Toch hebben zij de honderd jaar Asselbergstraditie als directeuren volgemaakt. In de kleine cirkels aan weerszijde van de tekstrol zijn de feestelingen afgebeeld, te weten links Casper Stuart 1841 - 1891 en rechts zijn zoon Jacobus Stuart 1874 - 1924 en deze laatste is de echte jubilaris. Zij beiden kregen ook een lauwerkransomlijsting en staan afgebeeld tegen een achtergrond van machines, aam beelden, schoorstenen, ovens en al dat soort zaken die in een dergelijke fabriek te vinden zijn. Bezien we de onderschriften van deze twee personen dan zou men geneigd zijn te denken met twee jubilarissen te doen te hebben maar het gouden jubileum van Casper was reeds in 1891 met veel vertoon gevierd. Dagblad De Zoom verhaalt er uitvoerig over, een pagina vol. Het lijkt me interessant hier iets meer over te vertellen en we slaan er de krant van 16 april 1891 op na. Wat erg opvalt zijn de sociale verhoudingen uit die tijd, de afstand die er bestond tussen werkgever en werknemer, de edele gever en de nederige ontvanger. Het moet een groot feest geweest zijn, daar niet van. Onder toezicht van zekere onderwijzer Bos is er heel wat tot stand gekomen: een rondrit, veel vlaggen, een feestmaaltijd, een erepoort die overvloedig versierd werd en waar boven een gedicht hing dat door de heer Bos zelf gemaakt was en waaruit ik graag enige regels laat horen: Dat was overduidelijk tegen het toen opkomend socialisme gericht. Er werden veel toespraken gehouden en de directie legde er de nadruk op dat zij het jubilé 'van den trouwe knecht' wisten te waarderen. De band die er steeds tussen hen en de Stuarts bestaan had werd zeer op prijs gesteld. De oudste zoon Asselbergs sprak vooral over zijn te vroeg gestorven vader, de on vergetelijke stichter van het grote bedrijf en hij bood de jubilaris een geschenk aan met de woorden: Natuurlijk werd de heer Bos, die zijn werk hier beloond zag, ook gevraagd een woordje te spreken en hoewel hij zich naar hij verklaarde niet voorbereid had, wist hij toch het hart van de patroons te treffen: Er volgde een groot feest gezien de 117 couverts die de tafels in De Hollandse Tuin sierden. Alvorens de patroons met hun dames de feestzaal verheten werd met nadruk gezegd dat men in alle vrolijkheid het feest kon voortzetten. Voor deze dag zouden ze het normale werk loon uitbetaald krijgen en de volgende morgen mochten ze een uur later op het werk verschijnen en konden dus uitslapen zonder dat ze in hun loon gekort zouden worden. Kasper had het wel verdiend. Hij was een en al fabriek. Toch liep zijn weg er niet altijd over rozen 91 ^inRmiHliniBiaunillllllHIIIIIIilBIIUIIIilHIHHIIIflHIIINHHHIIIIIIIIIIIBIIIHIIIIIIIIIIBIIIItiniHiaBIIIIIIBilllllBNIBHIHIHHIIIIIIiniRIUWSniBIIIIIIHIIinmHIimHnillHIBIIIHIIIHHlilHIHHIBIHBUnRltBUHRHtlg VAA* DE FEESTKIJJKHEDEX TER G E EU) VA.\ HET VA."V IIV DIENST VAJV DE IV. V. ASSËLBERGS' WZERIND1JSTRIE EN H ANDELMAATSCHAPPIJ TE BERGEN OP ZOOM dnr-mi7,lt. -■r-jmr:- ,11.-='Jt-— - n - )C~=n ,C üer herinnering aan het gouden dienstjuh ileum uan ffacohus ddtuarl uit erhentelijhheid en waardeering aangebo den door de directie der Yj. ld. ^ylsselherqs ijzerindustrie handelmaalsclu appij i3ergen op 2oom Hier werhen - id eer en Knecht in trouwe oog gij zijl opgegroeid en gevormd tot '.rhn werkman lefae iamen WJaardoor weiiprelend zij den geeit dei tijdi l eicliamen. ..Ham/aard deze beeltenis uan IJw patroon onder wiens Hdanneer de werhman zich ter ruste hegeept slaapt hij zonder zorgen maar de patroons liggen soms halue nachten wahher om te hedenhen hoe ze hun werhlieden werh en hrood hunnen hlijuen verschaffen.

Periodieken

De Waterschans | 1995 | | pagina 9