^séa C> 140 141 De Waterschans nr. 4 1995 ..y'1. -- ï/17-,-* riSc£& P'r-ry/i £&O-0-s-ri ÏTcJl-n. «C£.„, qtjltcmtLl, f cf-^J^r-^Cic jfa.c n /ïevfóo-f f^tolan-u*.,?; Wa a-r suWcit f.ryUi*. CnJieA. l), U -Lt T' V^-cr ri*iS* ta -> j f t- Aï /o 7?o~£-1' a T?. ir<,s. Afb. 5. De Jacobijnenmuts of Phrygische muts, symbool van de bevrijding uit de tirannie. Het is een spotprent op de vrijheidsboom van Oud-Gastel, die de Staatse troepen bidt maakten na de terugtocht van Dumouriez. In triomf bracht men de boom naar Den Haag. Atlas van Stolk. Rotterdam. daarvoor trouwens de ontwikkeling. Welke boeken vond men toen bij de gegoede burgerij in huis? We weten het niet. Vast staat dat er in de jaren tachtig van de achttiende eeuw een sociëteit in Bergen op Zoom was, genaamd: Burgersociëteit De Een dracht. De leden kwamen bijeen op de Vismarkt, in het bovenzaaltje van het huis De Wilde Zee (St.- Catharinaplein 7). Daar lag patriotse lectuur ter inzage, ook al was die verboden, en daar discussieerden de Bergse patriotten over een betere maatschappij. Eén keer was er een inval van officieren van het garnizoen, orangisten uiteraard, maar verder legde de overheid hun niets in de weg. In 1790 vestigden Steven van Bronkhorst en Willem van Riemsdijk zich in Bergen op Zoom. Steven was getrouwd met Anna van Riemsdijk. De twee zwagers waren in 1787 uit Arnhem naar Antwerpen gevlucht, omdat ze bekend stonden als drukkers en uitgevers van patriottische ge schriften. De Bergse magistraat kende hun na een jaar het Bergse poorterschap toe. De nieuwe poor ters verspreidden onder meer het in Antwerpen gedrukte boekje: De Gemeene Man aan het Gemeene Volk van Nederland, een werkje dat propaganda maakte voor de revolutie. De beide heren meldden zich bij De Eendracht en in 1795 was Steven voorzitter en Willem secretaris van de sociëteit. Hoeveel leden de sociëteit had is niet bekend en evenmin weten we hoeveel inwoners van Bergen op Zoom zich achter de patriotten schaarden. Wat opvalt is dat het in de tachtiger jaren zo rustig bleef in de stad, dit in tegenstelling tot plaatsen als Den Bosch, Breda, Waalwijk, Helmond en Eindhoven, waar de patriotten voor heel wat onrust zorgden. Bergen op Zoom maakte in die tijd kennis met een andere loot van de Verlichting, de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Dominee Bernardus Bosch richtte in de stad een departement of afdeling van 't Nut op. Deze vereniging wilde door opvoeding en onderwijs de armoede bestrijden. Ze organiseerde lezingen, richtte scholen en bibliotheken op, ver spreidde goedkope lectuur en stimu leerde werkplaatsen. Weldra hadden Van Bronkhorst en Van Riemsdijk een bestuurszetel in het departement en waren de publicaties van dominee Van den Bosch bij hen verkrijgbaar. 5. Het planten van de vrijheids boom Pas op vrijdag 30 januari meldde de Franse generaal Le Maire zich aan de Bergse stadspoorten. Verzet had geen enkele zin. Enkele dagen eerder was er al een akte van capitulatie te Etten getekend door Le Maire en de commandant van Bergen op Zoom generaal-majoor W. baron Van der Duijn. Zoals bijna overal begon ook in Bergen het vieren van de bevrijding, want zo voelden het toch velen, met het planten van een vrijheidsboom. Het initiatief ging natuurlijk uit van de sociëteit. Reeds op maandag 2 februari sjouwden burgers en soldaten broederlijk een vrijheids boom naar de Grote Markt. De boom was versierd met blauw-wit- rode linten. Het waren de kleuren van de Franse Revolutie. In de top hing men een zogenaamde Phry- De Waterschans nr. 4 1995 i! HA 11 A N'T >-N I ®j 1d l-.VJKKDK, t'it.XOBBKRI BEIJNS, .I.r.VAS «K> 1IORGT, JJIIAYEK M A N S. J yBniIKIJ* A.MOOJ.K. ft lift ft (ft ft ft ft S.V.VS GUI.ICIt. P. VKHIIOIJSKS. V. C171. .IK. J.P.H.VAS «OOFF. HÏVXHHKKK. W.HUHKMT, JUlliur J A IS it I X U K It Afb. 6. De veertien Brabantse leden die op 1 maart 1796 eindelijk tot de Staten Generaal werden toegelaten. Diezelfde dag maakte dit instituut plaats voor de Nationale Vergadering. gische muts. Bij de Romeinen was die muts het hoofddeksel van vrijgelaten slaven. De symboliek is duidelijk. Na de oprichting van de boom kon het dansen beginnen. 6. Alle mannen naar de Grote Kerk Er diende echter meer te gebeuren. De stad moest een ander bestuur krijgen, gekozen door het volk. Vrouwen kwamen niet in aanmerking voor het kiesrecht, zo democratisch was men in die dagen nog niet. De Eendracht nam wederom het initiatief. De sociëteit stelde een revolutie-comité samen van tien personen, allen leden van De Eendracht, om de omwenteling in gang te zetten. Steven van Bronkhorst werd voorzitter en de Bergse domineeszoon Johan Morin secretaris. Laatstgenoemde was lid van de Bergse vrijmetselaarsloge l'Inséparable en van het Nuts- departement. Het revolutie-comité telde zes hervormden en vier katholieken, allen afkomstig uit de gegoede middenstand. Bestuurservaring had den ze geen van allen. Het comité moest haast maken met het organiseren van verkiezingen voor een stadsbestuur, want Amsterdam had twee afgevaardigden gestuurd om namens de provisionele repre sentanten van het volk van Amsterdam te informeren of Bergen op Zoom burgers wilde sturen naar een algemene vergadering van het Nederlandse volk. De Amsterdamse heren weigerden om hierover in overleg te treden met het zittende bestuur van Bergen op Zoom. Door de vrij late capitulatie lag men hier wat achter op de ontwikkelingen elders. In samenspraak met de gildebesturen ontwierp het 'komitee revolutionair' een reglement voor de verkiezingen en nodigde het daarna alle mannelijke ingezetenen uit voor een bijeenkomst op zaterdag 14 februari 1795 om 15.00 uur in de Gertrudiskerk. Velen gaven gevolg aan de uitnodiging en zo verzamelde zich een flinke menigte in de Grote Kerk. Daar werden ze vanaf de preekstoel toegesproken door Steven van Bronkhorst. Om de sfeer van die dagen te proeven volgt hier het begin van zijn openingswoord zoals het in een nieuw notulenboek werd vastgelegd: 'Mede Burgers! Gij zijt opgeroepen om over Uwe gewig- tigste belangen te raadpleegen. De zegevierende wapenen der vrije Franschen, tot in 't hart van ons Vaderland doorgedrongen, hebben in ons Vaderland eene volkomene omwending te weeg gebracht. Eene omwending zoo blijkbaar door de Goddelijke Voorzienigheid begun stigd, en zoo gelukkig en vredelievend in haren aard en omstandigheden, dat elk recht schapen ingezeten daar van de beste gevolgen vermoeden mag, en zich vlijen durft dat daar de rust, de eendracht van het algemeen welzijn, zoo lang van ons Vaderland verbannen, herleeven, de rechten van den Mensch geëerbiedigd, en onzen koophandel en zeevaart wederom als voorheen bloeijen zullen. De Franschen zijn niet tot ons gekomen om ons te overheerschen, om ons te onderdrukken, maar alleen om ons te ontslaan van de keetenen die sedert lang onze halzen gedrukt, en aan ons Vaderland duizend rampen veroorzaakt hebben'. Verheven taal, maar hoe was de werkelijkheid? Zoals zo vaak minder fraai dan de politiek voorschotelde. Na de inleiding werd het reeds overal aangeplakte manifest van de vertegenwoordigers van de Franse regering voorgelezen. Daarin deelden de overwinnaars mee dat ze niet als vijanden, maar als vrienden kwamen, als bevrijders. Ze beloofden dat hun legers de strengste discipline in acht zouden nemen, zodat niemand bevreesd hoefde te zijn voor zijn veiligheid en bezittingen. Ook garandeerden ze de vrije 'godsdienstoeffening' en gaven ze het Bataafse volk de ruimte om zijn land anders in te richten. Op deze laatste zin haakte de voorzitter in om over te gaan tot het volgende punt: het bezoek van de Amsterdammers Van Peterson Ramming en Van Rijnbars; dit om aan te geven hoe noodzakelijk het was om snel te handelen. 'Lang

Periodieken

De Waterschans | 1995 | | pagina 16