114 115 De Waterschans nr. 4 1995 Afb. 2. Locomotief ex 'Zeeland 1op het Stationsplein te Bergen op Zoom, oktober 1933. Foto S. Overbosch, Ootmarsum. konden worden opgehaald en terug gebracht. Het verzoek werd afgewe zen. Wittouck gaf de moed echter niet op en trachtte toen een gesprek met districtsinspecteur C.W.P. Mieling te arrangeren. 'De afwijzende beschikking op Uw verzoek, om met eene locomotief op de stationssporen te komen, is niet genomen dan na rijp beraad en mij is niet bekend, dat er een weg zou zijn in te slaan om de Maat schappij op haar besluit te doen terugkomen. Ik geloof dus niet, dat eene bespreking met mij doel zou treffen, doch ik ben niettemin bereid U te woord te staan Vrijdag a.s. ten 9.35 u. voormiddag aan mijn bureau alhier.' Of het gesprek wat heeft opgele verd is niet bekend. Toch is er een foto bekend van locomotief 'Zuid- singel' met personeel van de suiker fabriek en de spoorwegen op het emplacement in de buurt van wach terswoning 13 (zie afbeelding 2 in De Waterschans 4/1994). 7.3. overslag van suikerbieten en pulp Bij overeenkomst van 28 oktober 1887 werd op kosten van de sui kerfabriek 'Wittouck' een 'uitwijk- spoor met wissel aan het kruispunt nabij de Vier Winden' aangelegd (zie afbeelding 3 deel A). De sleu tel van het wissel naar dit in de Antwerpschestraat gelegen zijspoor berustte bij de ABT, maar het onderhoud kwam ten laste van de suikerfabriek. Op dit spoor werden tramwagens met bieten gestald en ter lossing aangeboden aan de fa briek. Juist op deze hoek van de Zuidsingel en de Antwerpschestraat had de ABT nog een stuk grond met een petroleummagazijn onder aardedekking. Ook kon men op dit perceel de bieten ook tijdelijk stor ten. In de vergadering van de gemeente raad van 24 juni 1889 kreeg de suikerfabriek 'Wittouck' toestem ming voor het rijden met tramwa gens over het spoorwegraccorde- ment. Directeur G.J. van Dixhoorn van de ABT had al op 15 februari 1889 een dienoverkomstig verzoek geschreven. Nog in 1889 werd een 'derde' rail in het spoorwegrac- cordement gemonteerd. Het tijdro vende overladen van suikerbieten en pulp tussen tramwagens en karren bij de kruising aan de Ant werpschestraat behoorde vanaf toen tot het verleden. Het college van Burgemeester en Wethouders gaf op 28 juni 1901 haar goedkeuring aan het plan 'tot het verleggen van een tramwissel op den berm van den Antwerpsche straat en het leggen van een spoor- en tramlijn, kruisende den Zuid- Singel' (zie afbeelding 3 deel - B). Het op kosten van de suikerfabriek gemaakte overgave- en overname- spoor lag deels op grond van de ABT, waarvoor zij jaarlijks een recognitie van 10 betaalde. Vol gens de overeenkomst van 11 juli 1901 mocht het spoor op de hoek van de Antwerpschestraat en de Zuid-Singel alleen gebruikt worden voor goederen, komend van of bestemd voor de suikerfabriek. De ABT behield zich echter het recht voor om ook zelf van dit spoor gebruik te maken. 7.4. verplaatsing van overslag Bij akte van 26 november 1904 verkocht de ABT voor 20.000 haar grond op de hoek van de Antwerpschestraat en de Zuidsingel als bouwterrein aan het bestuur van de R.K. Parochie van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart te Bergen op Zoom. Na enige tijd kwam een ge deelte van het bouwterrein echter in handen van de Bergse aannemer Comelis Proost. Hem werd op 3 januari 1908 vergunning verleend voor het bouwen van zes herenhui zen aan de Antwerpschestraat, een winkel met bovenwoning op de hoek en vijf woonhuizen aan de Zuidsingel. Nog in de eerste helft van dat jaar kwamen de twaalf pan den gereed. Het petroleummagazijn was inmiddels opgeruimd. Het uitwijkspoor en de spoorverbinding op de hoek van de Antwerpsche straat en de Zuid-Singel hadden plaats moeten maken voor de woningbouw. De N.V. Algemeene Suiker Maatschappij als eigenaar van de suikerfabriek 'Wittouck' en de ABT kregen in april 1908 ver gunning tot het verplaatsen van de spoorverbinding naar de hoek tus sen de Zuid-Singel en de Antwerp- schestraatweg met een aansluiting op de daar aan de westzijde van de weg aan te leggen wisselplaats (zie afbeelding 4 deel C). Deze over slagmogelijkheid bleef vervolgens tot het einde van de stoomtram in 1937 in dienst. De woningbouw aan de westzijde van de Antwerpschestraat nood zaakte de ABT ook tot een verleg ging van de trambaan meer naar het midden van de rijweg. Tevens moest de boog op de hoek van de Van Dedemstraat en de Antwerp schestraat worden aangepast. De Waterschans nr. 4 1995 1901 -1908 sporenligging ABT/SS te BERGEN OP ZOOM (zuidzijde stad) 1889-1901 Afb. 3. Sporenligging raccordement 'Wittouck' en ABT bij kruising Ant- werpschestraat/Zuidsingel te Bergen op Zoom, 1889-1908. Tekening M.C.J. Broos, Roosendaal. 7.5. plan tot verplaatsing van over slag In 1928 wilde de gemeente Bergen op Zoom wegens een toekomstige stadsuitbreiding de wisselplaats aan de Antwerpschestraatweg met de rechtstreekse overgave- en overna meverbinding naar de Zuid-Singel kwijt. Er werd toen voorgesteld om een nieuwe wisselplaats aan te leggen aan de Zuid-Oost-Singel naast het spoorwegraccordement en Plein 13 (zie afbeelding 4 deel D). De wisselplaats zou dan voor de tramwagens met suikerbieten be reikbaar zijn langs een krappe verbindingsboog tussen de Ant werpschestraatweg en de Zuid- Oost-Singel. Het plan is echter nooit uitgevoerd. Gezien de krappe financiële situatie van de suikerfa briek 'Zeeland' en de tramwegmaat schappij hoefde de gemeente trou wens niet veel tegemoetkomingen van de gebruikers te verwachten. De 'Zeeland' wilde alleen het voor het bedrijf noodzakelijke deel beta len. Zij zou echter al in 1928 haar laatste campagne draaien. De ABT raakte een jaar later in ernstige liquiditeitsproblemen. Het einde van haar bestaan kwam in zicht, zodat de gemeente afzag van haar voor nemen. Het probleem loste zich dan ook in de tijd op. 7.6. instructie personeel Bij het verlengen in 1905 van de concessies voor het spoorwegrac cordement werden de voorwaarden voor het rijden door de bebouwde kom van de gemeente nog eens aangescherpt. Speciaal voor het personeel van de suikerfabriek werd toen een lijst met instructies opge steld. Men mocht met een convooi nooit sneller dan 7,5 km/uur rijden. Op van tevoren aangewezen plaatsen in de stad diende men altijd te stoppen voor het laten passeren van perso nen en 'rij- en voertuigen met of zonder trekdieren bespannen'. Bij het naderen van een met het raccor dement kruisende weg moest de machinist een helder klinkende bel luiden. Bovendien diende het con vooi vanaf 25 meter voor de krui sing te worden voorafgegaan door een persoon te voet. Vanaf een half uur na zons ondergang tot een half uur voor zonsopgang moest een trein of tram aan de voorzijde voorzien zijn van twee 'helder brandende' witte lich ten en aan de achterzijde een rood licht. De breedte en de hoogte van de locomotieven, rijtuigen en al of niet beladen goederenwagens was aan bepaalde maten gebonden. Een locomotief diende voorzien te zijn van goed werkende remmen en bemand te zijn met minstens twee met de bediening op de hoogte zijnde personen. Onbeheerd staande goederenwagens diende men met kettingen vast te zetten. Nooit of te nimmer mochten locomotieven aan hun lot worden overgelaten. Het kruispunt Antwerpschestraat - Zuid- Singel werd bewaakt door een wachter van de ABT, wiens bevelen dienden te worden opgevolgd door het personeel van de locomotief. Men moest op een afstand van minstens 20 meter stoppen voor een in aantocht zijnde personentram van de ABT naar en van het spoorweg station. Na toestemming van de kmispuntwachter mocht het convooi weer in beweging worden gesteld. 7. 7. spoorwegbedrijf 'Wittouck' Ofschoon aanvankelijk slechts sprake was van het transport van grondstoffen en (halfjprodukten naar en van de suikerfabriek, lieten in de loop der jaren steeds meer fa brieken in het havengebied hun goederen over het raccordement aan- en afvoeren. De suikerfabriek stelde in 1893 een tweede locomo tief in dienst om het toenemende vervoer te waarborgen. Het tarief, dat de 'Wittouck' mocht vragen aan deze klanten, werd elk jaar opnieuw vastgesteld door de Bergse gemeen teraad. Tot 1917 bepaalde men dit raccordementsgeld op 2,50 voor elke al of niet geheel beladen goe derenwagen. De exploitatie bleef steeds in handen van de suikerfa briek 'Wittouck' of haar rechtsop volgers (S.A. Sucreries de Breda et Berg op Zoom, later N.V. Suikerfa brieken van Breda en Bergen op Zoom), totdat bij overeenkomst van 23 augustus 1909 de concessie overging naar de N.V. Algemeene Suiker Maatschappij. Vanaf 1915 verzorgde men ook de exploitatie van het in 1901 gereed gekomen raccordement aan de noordzijde van de stad. De SS had toen dus slechts te maken met één exploitant na mens de verschillende fabrieken en bedrijven in Bergen op Zoom. 7.8. spoorwegbedrijf 'Zeeland' Op 1 februari 1917 geschiedde de overdracht van de concessie aan een

Periodieken

De Waterschans | 1995 | | pagina 3