pij!' - m.siBradcn. Gereedschappen Brandk en S'wï Jts^- A-. —..u. Deberaan CÏÏR:MVERVELDT C® BERGEN OP ZOOM 16 o IJzer-Koper-& Metaalgieterijen .1 mm 17 De Waterschans nr. 1 1996 BERGEN OP ZOOM ■■li Jv&l' mm U&MAWMVCfflfi... //eSve^: kitrsk/idigt -xakknuiltrhjkA maanden mèlterlnytn goeden slaat ai franco tnvggeiórukn -ijnde.mdi hel daarmor berekende terug betaald 2. Briefhoofd van de Stoommeelfabriek de Schelde aan de Hooghuisstraat uit 1890. Het bedrijfsgebouw is overgenomen door de 'buurman', de haardenfabriek en ijzergieterij van C. Geers. lage lonen een karig bestaan op te bouwen. Wel kwamen op het einde der 18e eeuw enkele lieden met nieuwe verlichte ideeën. Zij waren actief in verschillende organisaties zoals de Vrijmetselarij en de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, die in Bergen op Zoom sinds 1767, respectievelijk sinds 1791 een afdeling hadden. Het Nut richtte een school voor Teeken-, Doorzicht- en Bouwkunde op, voerde acties voor het gebruik van Nederlandse fabrikaten en stimu leerde de ontwikkeling van nieuwe produkten door het uitschrijven van prijsvragen. In de dorpen in de omgeving was de landbouw de belangrijkste bron van bestaan. De daar gevestigde bedrijven hadden meestal een nauwe relatie met deze bedrijfstak, zoals bijvoorbeeld molens en brouwerijen. De omwenteling van 1795 bracht ook in dit opzicht enige ver andering. Aan de gildenorganisatie kwam een eind. Er kwam een nieuwe tijd met nieuwe ideeën: meer overheidsbemoeienis, stimule ring van nieuwe bedrijven en terugdringen van de werkloosheid. In de jaren daarna werden belang rijke maatregelen genomen zoals het samenvoegen van de ge westelijke schulden, de invoering van uniforme belastingheffing, het invoeren van een algemene bedrijfs- en verkeersvrijheid door het opheffen van tollen en dergelijke. Daardoor ging het ook in Brabant sinds 1798 economisch beter, al profiteerden de textielverwerkende bedrijven in Tilburg, Eindhoven en Helmond daar meer van dan de landbouwbedrijven in West- Brabant. Hoe de situatie in het begin van de 19e eeuw was weten we vrij nauwkeurig dankzij een nijverheids statistiek uit 1816. In opdracht van de Minister van Binnenlandse Za ken werd toen een enquête gehouden onder de gemeenten over de 'fabrieken en trafieken'. Deze enquête was nodig in verband met een tariefwet, die de regering van Koning Willem I in dat jaar uitvaardigde en die de bedrijven in verschillende tariefgroepen indeel de. Onder fabrieken werden de bedrijven verstaan, waar het arbeidsproces domineerde zoals in de weverijen. Bij trafieken over heerste het handelsproces, bijvoor beeld de zout- en suikerraffi naderijen, brouwerijen, mouterijen, zeep- en azijnmakerijen, aardewerk bakkerijen en leerlooierijen. De enquête van 1816 in Bergen op Zoom In Bergen op Zoom waren de belangrijkste bedrijven de potma- kerijen, waar rood-bruin gekleurd aardewerk werd vervaardigd. In 1816 waren er elf potterijen met totaal 60 vaste werklieden. Het grootste bedrijf, dat van Jan Adriaansz. Augustijn, had 20 werk nemers m dienst. De potmakerijen bedienden zich ook van 'tijdelijke' hulpkrachten, vaak kinderen van de baas en zijn knechts. De bedrijven hadden een zeer ambachtelijk ka rakter; van enige grootschalige mechanisatie was geen sprake. Ondanks het feit dat de gilden organisaties waren opgeheven, ble ven de eigenaren van deze elf potmakerijen gezamenlijk optreden, Telefoon Intercommunaal N°29- g rï3U-/ :EP iNRICHTINGenSüJPERW ^A|N>- met dynamo tot het Insluithaarden in stijl en fantasie, injjzer. Koper. Brons. tijl en fantasie injzer. Koper. Brons, g - ij .nikkel en geschilderd porselein ^oO^'EN ULKacH^s Kachelplaten volgens de beste Systeemen 1 f zwart of met nikkel en majolica versieringen. aj|e SOOPten gietwerken ruw. geëmailleerd en vernikkeld vernikkelen,verkoperen enz.van metalen EMAILX.EER InHI C HTIN O LUXE VULHAARDEN. GA8KOMFOB EN. Cliilwooïë) op'llsv ocJ'iwjVciL van. DlOtl RijPcujc Map M Verzoeke dit n° op uw Bergen OP ZOOM.dc-n 27 Apr. "12. 3. Briefhoofd van de Stoom-kachel en ijzergieterij van C. Geers in de Hooghuisstraat. Deze fabriek werd later omgedoopt tot haardenfabriek De Schelde. De Waterschans nr. 1 1996 S I «AI.VAXISKi-U IXItii'lli IX(. VHet"v jnSPktxorial uiigevoèrd Jol uilersl^» bfllijke prijzen Op aanvrage worden leekeningen geleverd cn prijs opgave gedaan Concureerende pryjen. 4. Briefhoofd van de Ijzergieterij, smederij en galvaniseerinrichting van Arnoldus Asselbergs en Zonen uit 1894. In het briefhoofd zijn de belangrijkste producten afgebeeld. kochten zij gezamenlijk onroerend goed, maakten zij afspraken over nieuwe vestigingen, lonen en prijzen. In de Bataafse en Franse Tijd (1795-1814) kenden de potmakers een bloeiperiode. Dat bleek onder meer ook door de deelname van potmakers aan de Nijverheidstentoonstelling in 1808 te Utrecht. De vestingstad telde in 1816 5700 inwoners en was daarmee de grootste plaats in Noord-Brabant ten westen van Breda. De garnizoensfunctie bracht de nodige inkomsten voor de handelaren en middenstanders. De potmakerijen waren voornamelijk in het havenkwartier gevestigd. Er bestond tevens een intensieve beurtvaart op Hollandse, Zeeuwse en Brabantse plaatsen. Behalve de potmakerijen, de visserij en de scheepvaart boden ook enkele brouwerijen de nodige werkgelegenheid. Maar ook die werden door kleinschaligheid ge kenmerkt, al produceerden sommige van deze bedrijven ook voor de export naar andere Brabantse en Zeeuwse plaatsen. Door toename van het gebruik van koffie en thee nam het belang van deze bedrijfstak sterk af. De ambachtelijke bedrijven. Omdat in heel Nederland de in dustrialisatie pas laat op gang is gekomen is het niet verwonderlijk dat er in de periode 1810 tot 1850 wemig gebeurde in het West- Brabant op het industriële vlak. Er zijn voor West-Brabant een aantal factoren aan te wijzen voor het ontbreken van initiatieven in deze richting. Allereerst heerste er bij grote groepen van de bevolking grote armoede. Zo stonden in Roosendaal in 1810 bijna 20% van de inwoners op de armenlijsten. Slechts elf personen behoorden tot de hoogst aangeslagenen in de belasting kohieren. Die situatie was voor de rest van deze streek niet anders. Er ontbrak dus voldoende kapitaal om nieuwe ontwikkelingen op gang te brengen. Daarnaast kenmerkten de kleine ondernemers zich door een zekere matheid. De Westbrabantse be drijven waren dan ook nauwelijks vertegenwoordigd op de nijver heidstentoonstellingen van 1820 in Gent en die van 1830 te Brussel. Tevoren (1808 Utrecht) was dat wel het geval. Bovendien leverden de Belgische Opstand en de periode 1830-1839, de zogenaamde Status Quo-tijd, een negatief effect op. Men was bevreesd een mogelijk afzetgebied (België) te verliezen. West-Brabant werd weer een grensgebied. Concluderend kan gesteld worden dat er in de eerste helft van de 19e eeuw in West-Brabant geen be drijven waren die het kenmerk 'fabriek' konden dragen. De bedrijven hadden nog alle ken merken van de trafieken. De handel in de produkten stond voorop. De later voor onze streek zo be langrijke suikerindustrie kwam in West-Brabant in deze periode nog niet voor; dergelijke bedrijven waren wel gevestigd in België en in Holland (3 stuks). De eerste industriële bedrijven Kort vócr 1850 komen in de geschiedenis van onze stad de eerste industriële bedrijven voor. Zij zouden in de decennia daarna een voortrekkende rol spelen in de industrialisatie en van grote be tekenis worden voor de werk gelegenheid. Door een aantal factoren kreeg de vestiging van nieuwe bedrijven een kans. Door het wegvallen van het economisch belang van de potmakerijen, moest gezocht worden naar andere bedrijvigheid. De scheiding met België maakte het aanvankelijk moeilijk om produkten uit dat land te betrekken. Met name gold dat voor de produkten van de metaalnijverheid. In de tweede helft van de 19e eeuw vestigen kapitaal krachtige ondernemers zich in deze NS Te/cföon /ntcrc. N-6. Tc/egr -MrmASS[lBEhG8-Q/£TfRif Fabriek van. Gesmeed Ijzerwerk er< VUIREOIUIIEIERK^CIHIIELS. Vernjkkelinrichting, Emailleerinrichting Ornamenten voor Kachels en Haarden,- Kachelpotten, 5. Briefhoofd van de Ijzergieterij, smederij en galvaniseerinrichting van Arnoldus Asselbergs en Zonen uit 1912. Hierop zijn de omvangrijke fabrieksgebouwen aan de Lindebaan afgebeeld. Door vertekening van het perspectief maakte men het complex nog groter.

Periodieken

De Waterschans | 1996 | | pagina 10