T MICfeG IETEKIJ ftaamlooze Vennootschap Mach ine fabriek voorheen Rl«tTS!*, 18 Poroelein, Kristal. Glaswerk, WV W. WETTES0 Mz. 19 De Waterschans nr. 1 1996 Specialiteit voorSlIlijER.-er\ GASFABRIEKEN ÉSS/Sk^» i- .Tconrtm JffS&r l&NDB. NUV.enVEETEELT. /IbSI? - SATAVIA -ie§3 GOUDEN MED ""IpWG vanNUVERH en KUNSTIND. :ë;RbNINCEN 1903 BRONZEN MED 6. Briefhoofd van de Ijzergieterij van Rogier, Nerincx, Richter uit 1912. Op de tekening van het bedrijf is de landelijke omgeving goed te zien. streek. a) Metaalnijverheid De eerste echte industrie in ons gewest was de metaalnijverheid. In 1841 waren Arnoldus Asselbergs en Adrianus van der Hoeven in Bergen op Zoom een kachel smederij begonnen. Dat was toen uiteraard nog een ambachtelijk bedrijf. Enige jaren eerder (1834) was C. Geers met een zelfde bedrijf begonnen. Beide ondernemers richtten zich op de fabricage van kachels. Var 1831 werden de kachels in onze streek betrokken van Belgische bedrijven. De firmanten Asselbergs en van der Hoeven gingen in 1847 over tot de oprichting van een ijzergieterij op een perceel aan de Lindebaan, in 1840 door beide heren gekocht. Dit bedrijf zou uitgroeien tot de grootste werkgever omstreeks de eeuwwisseling in Bergen op Zoom. Zoals ook in andere bedrijfstakken (b.v. de suikerindustrie) moesten beide firmanten niet alleen kapitaal maar ook kennis en ervaring van elders betrekken. Door het aantrekken van personeel uit de Belgische industriegebieden kon voldoende kennis binnengehaald worden voor het runnen van de gieterij. De bedrijfsleiding van het bedrijf van Asselbergs en Cie kwam in handen van Adrian Servais Cosijn uit Ath (B), die er tot 1872 bleef werken. Daarna was hij betrokken bij de oprichting van een zelfde soort bedrijf in Breda. Reeds in 1850 waren er dertig personen werkzaam in de gieterij, waar behalve onderdelen voor kachels ook lantaarnpalen, dakra men, fornuizen, ketels, ankers, ploegijzers, putdeksels, wagenassen en scheepsbouwonderdelen werden gegoten. Veel halffabrikaten werden in de smederij afgewerkt. In de eerste jaren van het bestaan was de gieterij vooral toegerust op de vervaardiging van onderdelen voor de inrichting van meekrap- stoven, bijvoorbeeld stampschalen, messen, helmen en kaken van de vuurhaard. Na 1853 specialiseerde het bedrijf zich ook in siergietwerk, zoals trapspijlen, tuinstellen, hekken, kruisen, kerkramen etcetera, vaak in samenwerking met de firma Klep te Breda. Het lag voor de hand dat een dergelijk bedrijf niet alleen als producent fungeerde, maar ook zelf ging handelen in het door het bedrijf ontwikkelde of vervaardigde produkten. Al spoedig bestond het bedrijf uit de volgende takken: een smederij, een gieterij en een ijzerhandel. Dat de firmanten van Asselbergs industriëlen waren in een ruime betekenis van het woord, blijkt ook uit de andere ondernemingen, die door hen in deze periode werden opgezet, zoals een lompenhandel annex kunstwolfabriek, waar in 1857 119 mensen werkzaam waren en een gasfabriek, waarvoor zij in 1858 vergunning kregen en die de voorloper was van de Gemeente lijke Gasfabriek; in 1873 startten zij bovendien nog met een bierbrouwerij. Daarnaast hadden zij nog belangen in aanverwante bedrijven, zoals een brikettenfabriek en de suikerfabriek van Van der Linden. De ijzergieterij en andere ijzer- verwerkende bedrijven zouden voor de economische ontwikkeling van Bergen op Zoom en directe omgeving van groot belang worden. Vele honderden mensen vonden er werk, terwijl het belang zich ook uitstrekte naar toeleverende be drijven in de regio. Bovendien ging er van de gunstige ontwikkeling van dit bedrijf een stimulerende werking uit, zodat ook anderen zich op de metaalnijverheid gingen richt en. De in 1834 gestarte onderneming van C. Geers werd na 1850 uitgebreid met een ijzergieterij. Het bedrijf specialiseerde zich in de fabricage van haarden. In 1882 stichtten de firmanten Rogier, Nerincx en Richter een ijzergieterij en machinefabriek ten oosten van de spoorlijn Bergen op Zoom- Roosendaal. In 1890 startte P.J. van Mechelen met een ijzergieterij, machinefabriek en smederij. De beroepsbevolking van Bergen op Zoom bestond in 1909 uit 5540 personen, waarvan er 1546 (dit is 28 in de industrie werkzaam was. Van deze laatste groep was maar liefst 40 in de metaalnijverheid, tegen 12,7% in de voedings- en genotmiddelenindu strie werkzaam. Dat geeft al duidelijk het belang aan van de 'metaal', zoals die in de volksmond werd genoemd. b) Suikerindustrie. De tweede belangrijke bedrijfstak was de suikerindustrie. De Duitse farmaceut Andreas Marggraf ontdekte reeds in 1747 dat uit bieten suiker kon worden bereid. Toch duurde het nog tot de Franse tijd eer er in Nederland op fabrieksmatige wijze suiker uit bieten werd geproduceerd. De eerste beetwortelsuikerfabriek in West-Brabant werd in 1858 in Zevenbergen gesticht: die van de De Waterschans nr. 1 1996 Fabriek van Bergen-op-Zoomsch Aardewerk en Buizen. ■«tö RA(5AZIJN ©5- VAN NOP Wettig Gedeponeerd. V, W" A '««BWWBW S C H E ENZ. ENZ. 33 86. Hoek Dubbelstrn at 33 99. »»vatu ,c„» ir^00* aan elf£?. octhocfif en yefe-vetS op 7. Briefhoofd van de aardewerkfabriek van Vetten aan de Dubbelstraat uit 1890. De fabriek beschikte over een stoommachine voor de aandrijving van enkele werktuigen om machinaal buizen te maken. firma de Bruyn en Co, later Azelma genoemd, naar een van de dochters van de eerste directeur. Er volgde daarna een stormachtige groei: in de periode 1858 - 1872 werden er maar liefst 21 suikerfabrieken ge sticht in West-Brabant. Na 1872 neemt de explosieve toename van het aantal suikerfabrieken af. In Bergen op Zoom waren drie suikerfabrieken gevestigd: 1. Societé Anonyme Sucreries de Breda et de Bergen op Zoom, van Wittouck (1862-1929). Dit bedrijf stond aan de Zuidzijde Haven. 2. De Twaalf Apostelen van Laane, Rogier en Daverveldt (1870-1902), gevestigd op een terrein tussen de Bredasestraat en de spoorlijn. 3. Van der Linden en Co (1870-1912) bij het Groot Arsenaal aan de Noordzijde Haven. Hoe kwam het dat juist West- Brabant zo in trek was voor de vestiging van deze bedrijfstak? Daar zijn een aantal redenen voor te geven: *West-Brabant beschikte over voldoende water, zowel voor transport van het produkt, maar ook van voldoende kwaliteit voor het produktieproces. Er werden indien nodig ook waterstaatkundige werk en uitgevoerd in verband met de wateraanvoer voor de suikerindu strie, zoals de kanalisatie van de Zoom ten zuid-oosten van Bergen op Zoom. *Er waren in West-Brabant voldoende landbouwgebieden met kleigrond voor de teelt van de suikerbieten. *De boeren waren bereid om over te schakelen van de teelt van meekrap naar de teelt van bieten. Kort na de opkomst van de suiker industrie, nam het belang van de meekrap af ten gevolge van de uitvinding van kunstmatige kleur stoffen. *West-Brabant ligt dichtbij de Belgische grens, wat van belang was voor de uit België afkomstige industriëlen en voor de Belgische machinefabrieken die apparatuur leverden aan de hier gevestigde suikerfabrieken. De suikerindustrie is uiteraard van groot belang geweest voor de economische ontwikkeling van West- Brabant in het algemeen en die van Bergen op Zoom in het bijzonder. De belangen lagen niet alleen op het vlak van de werkgelegenheid, maar ook op het gebied van verdergaande indu strialisatie, de economische infra structuur, de ruimtelijke ordening en de sociale opbloei. Hoewel het hier grotendeels om seizoenarbeid ging, vonden hier veel landarbeiders een aanvullend loon voor de wintermaanden. Om een beeld te geven van de werkgelegenheid in deze branche volgen hieronder enkele cijfers: In Roosendaal werkten in 1880 468 personen (volwassenen en kinderen) in drie suikerfabrieken; in Zevenbergen in 1878 471 personen in twee suikerfabrieken; in Bergen op Zoom in 1880 in drie suiker fabrieken 485 personen. Parallel aan de ontwikkeling in de suikerindustrie valt de toename van het aantal stoommachines waar te nemen. In 1847 waren er in West- Brabant slechts twee stoomwerk tuigen in gebruik; in 1871 was dat aantal gegroeid tot 167. Hiervan was ruim 73 in gebruik bij de suikerfabrieken. Het is niet verwonderlijk dat West- Brabant de bijnaam de 'suikerhoek' kreeg. Hier werd het leeuwedeel van de suikerproductie van Neder land geleverd. In 1872 was dat zelfs 72% van de totale landelijke pro- duktie. Rond 1900 was dat cijfer iets gedaald tot 71,2 c) andere bedrijven Potasfabrieken waren er te Zevenbergen (opgericht in 1859) en te Bergen op Zoom, beiden nauw verbonden met de plaatselijke suikerindustrie. Potas werd in branderijen geraffineerd en onder meer als kleurstof gebruikt. Behalve potasfabrieken waren er in boven genoemde plaatsen ook spiritus fabrieken, respectievelijk sinds 1859 en 1899, waar uit melasse alcohol werd bereid. De fabriek in Zevenbergen is in 1918 stop gezet. Die te Bergen op Zoom is nog steeds in gebruik. Stimulerende factoren Industrie komt er niet vanzelf. Er zijn enkele factoren van belang, die er toe moeten leiden dat er zich kapitaalkrachtige lieden in een streek vestigen om er een bedrijf te beginnen of om aan lokale kapitaalbezitters de stimulans tot ondernemen te bieden. Zo komen we al bij de eerste belangrijke factor: a) kapitaal Door het ontbreken van een studie naar de herkomst van het kapitaal bij de Westbrabantse onderne mingen in de 19e eeuw, moeten we ons thans tevreden stellen met de resultaten en aanwijzingen die te voorschijn zijn gekomen uit enkele deelstudies. Hierbij kan vooral

Periodieken

De Waterschans | 1996 | | pagina 11