24
25
De Waterschans nr. 1 1996
aan het eind van de 17de eeuw
vernieuwd zijn (afb. 4) Het meeste
metselwerk op de eerste verdieping
en de afgehakte natuurstenen lijst,
ter hoogte van de vroegere onder
dorpels van de verdiepingsvensters,
zijn er de overblijfselen van. Rond
1800 is de gevel gemoderniseerd
waarbij de bestaande kozijnen en
voordeurportiek aangebracht zijn.
De rode strekken boven de vensters
zullen ook toen aangebracht zijn.
Omstreeks 1850 zullen de kozijnen
van de nu nog aanwezige
empirevensters voorzien zijn.
Wellicht in dezelfde periode was
het gebruik van het huis verbonden
met dan de Lievevrouwe. Dit is nog
zichtbaar in een dichtgemetselde
boogdoorgang op de 1ste
verdieping.
De in 1995 uitgevoerde restauratie
is deels conserverend en deels
reconstruerend uitgevoerd. De
balklagen, de voorgevel en de
noordgevel zijn vrijwel ongewijzigd
hersteld. Wel is de voorgevel
ontpleisterd. In de noordgevel is
een kruiskozijn gereconstrueerd aan
de hand van de aangetroffen
overblijfselen. Op de kap zijn
nieuwe rondhouten daksporen
aangebracht. De achtergevel van het
voorhuis is als topgevel ge
reconstrueerd. De muizetand onder
de muurplaat van de zuidgevel is in
de aangetroffen vorm vernieuwd.
De achtergevel van het achterhuis,
die in 1993 vernieuwd is, is van
een timpaan-geveltop voorzien,
passend bij de helling van het
aanwezige dak (afb. 5). De
binnenindeling is nieuw, uiteraard
wel uitgaande van de aanwezige
structuur. Er zijn twee haarden
gereconstrueerd tegen de achter
gevel van het voorhuis op de plaats
waar die oorspronkelijk ook
aanwezig waren (afb. 6). Een
stookplaats, die aangetroffen werd
in de tweede travee op de eerste
verdieping aan de noordzijde van
het voorhuis is niet gereconstrueerd.
Voor de nieuw gemaakte trappen
zijn treden en balustrades gebruikt
van van elders afkomstige art-deco
eiken trappen. Gesteld kan wel
worden, dat een zeer onderkomen
historisch belangwekkend huis door
deze restauratie van een goed
is dat in de bovenste jukken nooit
korbelen aanwezig zijn geweest wat
de stabiliteit van de kap niet ten
goede kwam.
Het achterhuis dateert uit een latere
periode. Datering is niet goed
mogelijk, omdat de moerbalken van
de verdiepingsbalklaag secundair
verwerkt zijn. Globaal is de 16de
eeuw als bouwperiode aan te geven.
Rond 1700 is het achterhuis
verhoogd en van een nieuwe, deels
nog bestaande enkelvoudige
zolderbalklaag voorzien. De zeer
Hauw hellende kap dateert uit het
begin van de 20ste eeuw.
De voorgevel van het voorhuis zal
afb. 5: achtergevels
derde heeft die nooit gehad.
Wanneer we daarbij in aanmerking
nemen, dat de stijlen aan de
noordzijde ca 6 cm vrijstonden van
de bestaande muur en er over de
voorste twee traveeën beneden geen
oude zijgevel aanwezig is, lijkt de
veronderstelling te rechtvaardigen,
dat aan de zijde van de gang over
die traveeën oorspronkelijk een
houten pui gestaan heeft. In
combinatie met een pui onder de
voorgevel, waarvan de houten
puibalk nog aanwezig is, ontstaat
van het beeld van een de hoek
omgaande winkelpui, op een toen
vrijstaande hoek van het huis. De
kapspanten bestaan uit 2-jukkige
eiken schaargebinten. Merkwaardig
De Waterschans nr. 1 1996
toekomstperspectief voorzien is.
PS. Op 28 april vindt er een mini-
excursie naar dit pand plaats.
Boekenhoek
Geschiedenis van Noord-Brabant
1796-1996. 1996 Uitgeverij Boom.
Losse delen ƒ70; drie delen: ƒ180.
Dit jaar viert de provincie
Noord-Brabant haar tweehonderd
jarig bestaan. Ter gelegenheid van
dit jubileum verschijnt dit jaar het
eerste deel van de Geschiedenis van
Noord-Brabant. Zesendertig auteurs,
onder wie historici, economen,
sociologen, juristen, ingenieurs,
neerlandici, geografen en
demografen, schrijven vanuit hun
eigen wetenschappelijke achter
grond een deel van die geschiede
nis. Deze opzet zorgt voor een
gevarieerde kijk op de verschillende
aspecten van het maatschappelijk
leven en de veranderingen die zich
hierin voordeden. Aan bod komen
onder andere de overgang van
ambachtelijke naar industriële
produktie, verstedelijking, bestuur
lijke veranderingen en verande
ringen in het leefpatroon, de
ruimtelijke omgeving en het
culturele leven. Uitgegaan wordt
niet van een typisch Noordbrabantse
geschiedenis maar, gezien de grote
invloed van externe factoren, van
een historische analyse binnen de
administratieve grenzen van de
provincie Noord-Brabant.
In 1997 zal de Geschiedenis van
Noord-Brabant voltooid zijn. Drie
delen van ieder ongeveer 450
bladzijden, rijk geïllustreerd, zowel
in kleur als in zwart-wit. Veel
aandacht wordt geschonken aan de
leesbaarheid zonder daarbij het
wetenschappelijke gehalte te kort te
doen.
De Geschiedenis van Noord-Bra
bant, een onmisbaar standaardwerk
in de geschiedschrijving van de
Nederlandse provincies.
De eindredactie is in handen van
Harry van den Eerenbeemt,
hoogleraar in de politieke, econo
mische en sociale geschiedenis aan
de Katholieke Universiteit Brabant.
afb. 6: interieur van de le verdieping van het voorhuis met zoldertrap
afb. 7: kapruimte voorhuis