Miscellanea Archivistica X
'Naer de Westindiën'
door: Rochus J. van den Bergh
2
3
De Waterschans nr. 1 1996
pMt étUmrïét
In december 1791 kwam na een
roerig bestaan van 171 jaar een
roemloos einde aan de Westindische
Compagnie (WIC). Teleurgestelde
gevoelens over de eerloze onder
gang van de Compagnie, maar ook
het sterk verspreide en versnipperde
bronnenmateriaal hebben ertoe
geleid dat de aandacht voor de
activiteiten van de Westindische
Compagnie heel lang gericht is
geweest op de spectaculaire kanten
van het bedrijf (1). De Compagnie
werd niet alleen gesticht om handel
te drijven. Het eerste doel was om
de Spanjaarden en Portugezen in
het Atlantische gebied flinke schade
toe te brengen en waar mogelijk uit
hun koloniën te verdrijven. Pas
daarna hoopten de Nederlanders de
handel op Afrika en Amerika te
kunnen domineren (2). Het is dan
ook niet verwonderlijk dat de
Compagnie, die was gefundeerd op
de pijlers kaapvaart, kolonisatie en
koophandel, in de geschiedschrij
ving doorgaans wordt afgeschilderd
als een doelbewust door de Staten-
Generaal gecreëerd instrument ter
bestrijding van de vijand. De rol
van de Staten-Generaal wordt
hiermee echter sterk overschat. In
diezelfde Staten zaten tenslotte ook
lieden met commerciële belangen
(3). De vrede met Spanje in 1648
en een groeiende belangentegenstel
ling in de Republiek veroorzaakten
in 1674 het faillissement van de
Eerste WIC. De activiteiten van de
direct opgerichte, Tweede Compag
nie waren sterk verschillend. Van
oorlogvoering was geen sprake
meer. De nieuwe Compagnie was in
het leven geroepen voor het beheer
van de Nederlandse koloniën in
Afrika en Amerika en had tevens
tot taak de continuïteit te bewaken
van de handel en scheepvaart in het
Atlantische gebied (4).
Het octrooigebied van de Tweede
WIC was gelijk aan dat van de
oude Compagnie; het bevatte de
AJb.l. Het huis de Drije Coninghen (midden en rechts) op de hoek van het
Kabelstraatje en de Zuidzijde Haven. Tot het huis behoorden ook drie
zogenaamde kamerwoningen en enkele pakhuizen in het Kabelstraatje.
Tekening in 1686 gemaakt door Eduard Donckum. GAB.
westkust van Afrika bezuiden de
kreeftskeerkring, Amerika en de
eilanden in de Atlantische en Stille
Oceaan gelegen tussen Kaap de
Goede Hoop en het oostelijk uitein
de van Nieuw Guinea. Een verschil
met de voorgaande octrooien was
dat het gebied in twee klassen werd
verdeeld. De Westkust van Afrika
en Essequibo behoorden tot de
eerste klasse, waar de Compagnie
het alleenrecht op de handel en
scheepvaart bezat. Het resterende
gebied, dat tot de tweede klasse
werd gerekend, mocht door
kooplieden uit de Republiek beva
ren worden, mits daarvoor een
bepaalde som aan recognitie was
betaald (5). Onder druk van diverse
steden en particuliere kooplieden
werd in 1734 het laatste handelsmo
nopolie van de WIC opgeheven; de
Compagnie fungeerde vanaf dat
moment nog uitsluitend als beheers
organisatie. In 1791 ging ook de
Tweede WIC failliet. Haar kolonia
le bezittingen vervielen aan de staat
(6).
Bergenaren in West-Indië
De groeiende belangstelling voor
het Indië van Columbus en de
daaruit voortvloeiende behoefte,
niet alleen aan kapitaal, maar ook
aan militairen, kolonisten, slaven en
materialen, heeft ongetwijfeld ook
het leven van de Bergenaren beïn
vloed. Hoe groot was de Bergse
De Waterschans nr. 1 1996
"WAT Al AN TT,
.3 EN Hf.TN
betrokkenheid bij de WIC? Een
speurtocht door de oude Bergse
archieven verschaft ons hierover
interessante informatie. Bergse
poorters, hun familieleden en in
Bergen op Zoom gelegerde militai
ren hebben inderdaad deelgenomen
aan de verovering en kolonialise-
ring van Zuid- en Midden-Amerika,
aan de lucratieve kaapvaart, ja zelfs
aan de slavenhandel. Opmerkelijk is
de zeer vroege aanwezigheid van
enkele Bergenaren in het Indië van
Columbus (al vócr 1550), ruim een
halve eeuw voor de WIC vaste voet
kreeg op de kust van Brazilië.
Joris van Spilbergen
De meest bekende Bergenaar die
ooit de zuidelijke kusten van Ame
rika heeft bevaren, is ongetwijfeld
de vermaarde zeevaarder Joris van
Spilbergen geweest. Van Spilbergen
was 1604 met zijn gezin vanuit
Zeeland naar Bergen op Zoom
verhuisd, waar hij in de Potterstraat
het huis Het Wolffken betrok. In
1614 begon hij aan zijn tweede
grote tocht naar Oost-Indië, ditmaal
niet via de oude beproefde weg om
de Kaap, maar langs de beruchte en
moeilijke Straat van Magelhaes.
Van Spilbergen heeft zodoende niet
alleen de oostkust van Zuid-Ameri-
ka bevaren, maar ook de gehele
westkust tot aan het Mexicaanse
Acapulco, om vervolgens koers te
zetten naar de Philippijnen, richting
Oost-Indië. Joris van Spilbergen
werd na zijn overlijden, omstreeks
de jaarwisseling van 1620, in de
Grote Kerk van Bergen op Zoom
begraven. Het relaas van zijn
wedervaren is te lezen in Water
schans '93-17)
In het spoor van de conquistadores
Geraert de Haze is voor zover wij
weten de eerste Bergenaar geweest
die in het spoor van de Spaanse en
Portugese veroveraars Peru en
Panama heeft bezocht. Het is zelfs
mogelijk dat hij in Peru Fransisco
Pizarro heeft ontmoet, de verove
raar van Peru, die op zondag 26
juni 1541 in zijn paleis in Lima
vermoord werd (8).
Wij weten niet wat Geraert de
Haze, getrouwd en vader van een
dochter, er toe heeft bewogen om in
de eerste helft van de 16e eeuw
Afb.2. De verovering van de zilvervloot
Stichting Atlas van Stolk. Rotterdam.
maar liefst tweemaal de gevaarlijke
oversteek naar Zuid-Amenka te
maken. Was hij misschien een
ondernemend koopman die toen al
goederen vanuit Zuid-Amerika naar
Bergen op Zoom verscheepte?
Geraert de Haze was Brusselaar van
geboorte. In 1531 trouwde hij in de
parochiekerk van Bergen op Zoom
met Joanna Alexander. Het echtpaar
kreeg één dochter, genaamd Anna
de Haze. In 1560 verklaarden
Cornelis de Clerck, Cornells de
Heere en Jeronimus vander Heijden,
resp. burgemeester, schepen en
rentmeester, op verzoek van Ge-
raerts weduwe, 'dat zij aleer de
voors. Geraert eerstmael naer Indien
reijsde, ende oijck naerdijen hij
naer langhe jaeren wederomme eens
thuijs gecommen was vuijt Per-
rouw, met hem, Gerardt ende zijne
huijsvrouwe, dagelicx converseer
den ende groote vrijentschap te
zamen hielden.' Geraert de Haze
moet in Bergen op Zoom dus een
gezien man zijn geweest. Omstreeks
1550 vertrok hij voor de tweede
keer naar 'Indien', ditmaal naar
Panama, waar hij kort daarna is
overleden. Op 9 maart 1554 ver
kocht Joanna (Janneke) Alexander,
weduwe van Geraert de Haze, aan
Wouter Wouterssen Moermans het
huis met de pakhuizen en nog drie
andere woonhuizen, genaamd de
door Piet Heijn, september 1628.
Drije Coninghen (nr.35), staande op
de zuidzijde van de haven (9).
Terugkeer na 54 jaar
In 1608 keerde Jacques Braem na
maar liefst 54 jaar in 'Indien' ver
bleven te hebben terug naar Bergen
op Zoom, waar zijn zuster Janneken
Braem, weduwe van Jan de Hase,
woonde. Daar kreeg Jacques te
horen dat zijn vader, Willem Braem
de oude, poorter van Antwerpen en
tinnegieter in 't Sermoon in de
Wijngaardstraat aldaar, al 24 jaar
dood was. Jacques had, als oudste
zoon, van zijn vader een leen in
Oostmalle geërfd dat in al die jaren
niet was verheven. Mogelijk was
zijn gezondheid niet al te best meer,
want op 29 sept. 1608 machtigde
hij zijn zuster en Severijn Bils, die
op het leengoed woonde, om na
mens hem het leen: een hoeve en
20 bunder land in de Groene Straat
te Oostmalle, te verheffen, d.i. op
zijn naam te laten overschrijven
(10).
Strijd om Brazilië
Op 3 juni 1621 hechtten de Staten-
Generaal hun goedkeuring aan het
concept-octrooi van de Eerste
Westindische Compagnie. De
oprichting van de WIC was daar
mee een feit. Twee jaar later, in
oktober 1623, besloten de bewmd-