Het ontstaan van Bataafs-Braband U All nrn d 8 Adfdkl Mn md munt;^,r,,-nr,g 9 De Waterschans nr. 1 1996 door: drs. G.A. Huijbregts huwelijk duurde slechts kort: Adri- aen, die zich in Wouw had geve stigd als chirurgijn, stierf nog geen twee jaar later (29). In 1788 maakte de kinderloos gebleven Anna Margareta haar testament waarin zij Cornelia de Molder, de weduwe van Jan Menkenveld, aanwees als haar erfgename (30). Noten: (1) Drs. H.J. den Heijer, De geschie denis van de WIC (1994), 9.(2) Den Heijer, 189.(3) Den Heijer, 33.(4) Den Heijer, 9.(5) Den Heijer, 111.(6) Den Heijer, 9 (7) R.J. van den Bergh, Joris van Spilbergen, in: De Waterschans (1993-1), 12-21.(8) K.A. van den Hoek (eindred.), Met beroemde ontdek kingsreizigers op avontuur (1979) 77.(9) Gemeentearchief Bergen op Zoom (hierna afgekort als GAB) SA 5254, 5 juli 1560. Als attestanten worden genoemd: mr. Jacob Vischer (43 jaar), pastoor van de parochiekerk in Bergen op Zoom; Gijs- brecht Boeijens (66 jaar), kapelaan in dezelfde kerk tevens notaris; Cornelis de Clerck (46 jaar), Cornelis de Heere (38 jaar) en Jeronimus vander Heijden (57 jaar); GAB, SA 5047, fol. 266v, 9 maart 1553 st.br.(10) GAB, SA 5284, 29 sept. 1608; mr. O. Schutte, Brouwers, in: De Nederlandsche Leeuw (1987) 409-486.(11) GAB, Notarieel Archief (hierna afgekort als NA) 34, 4 jan.1639.(12) GAB, NA 78, 14 nov. 1654.(13) GAB, NA 107, 8 mei 1657.(14) GAB, SA 5297, 9 maart 1648.(15) GAB, NA 154, 14 april 1668.(16) GAB, NA 219, 10 mei 1682.(17) GAB, NA 36, 26 aug. 1641.(18) R. Spruit, Zout en Slaven (1988) 38.(19) GAB, NA 24, 28 maart 1629; Henrick zat op het schip de Gouden Leeuw, dat zich vanuit Groningen bij de vloot van Piet Heijn had gevoegd. In Bergen op Zoom maakte Henrick Reijers- sen deel uit van de comp. van Alexander de Coninck, op 21 sept. 1630 genoemd: 'capt. te water, jonc. Alexander de Co ninck,jegenwoordich commandeur over de schepen van oorloge, liggende opde wacht voor dese stadt Bergen opten Zoom', (NA 25).(20) GAB, NA 193, 25 april 1678; Drs. Ph.M. Bosscher, De Nederlandse Mariniers (1966) 45-47; Den Heijer, 114.(21) Baltha- sar en Jacomina trouwden op 29 april 1681 (GAB- DTB/Herv.) Zij hadden één kind. Na Balthasars overlijden trouwde Jacomina met Adriaen Duijvelaer (SA 49, Resolutie d.d. 18 sept. 1693).(22) Spruit, 88-91.(23) Den Heijer, 137. (24) GAB, NA 254, 16 mei 1671.(25) Den Heijer, 151, 156-157, 190, 180.(26) GAB, SA 5090, 17 sept. 1768; W. van Ham en C. Vanwesenbeeck, Gids voor oud Bergen op Zoom (1983) 320.(27) GAB, NA 897, 22 juli 1772: verklaring voor notaris Faber te Bergen op Zoom, op verzoek van de in Vlissingen wonende Michiel Pieters Povee(Bovee?), boekhouder van het schip de Jonge Jacob, en Caarl Fredrik Meck, kapitein op hetzelfde schip. (28) GAB, SA 5092, 8 dec. 1775.(29) GAB, DTB/Herv.(30) GAB, NA 633, 10 jan. 1788. Dit is het eerste artikel van een reeks van vier met als thema: Tweehonderd jaar Noord-Brabant. Twee eeuwen geleden hadden er in onze provincie ontwikkelingen plaats, belangrijk genoeg voor een herdenking. Die ontwikkelingen schetsen, is de opzet van de vier bijdragen in de jaargang 1996 van dit blad. Dat Bergen op Zoom daarbij wat extra aandacht krijgt, zal de Waterschanslezer niet verba zen. 1. Inleiding. Wat herdenken we dit jaar precies? Niet het ontstaan van Brabant. Dat is veel ouder. Al in het Verdrag van Meersen uit 870 is er sprake van een gouw Brabant. Omstreeks 1200 noemen oorkonden Brabant een hertogdom, behorend tot het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie. Thans herinneren twee pro vincienamen nog aan dat hertog dom: Brabant in Belgie en Noord-Brabant in Nederland. Het verloop van de krijgshandelingen in de Tachtigjarige Oorlog 1568-1648 leidde er toe, dat de grens tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Neder landen dwars door Brabant zou lopen. De Vrede van Munster (1648) legde de scheiding definitief vast, zij het dat er later nog wat grenscorrecties plaatsvonden. Het gedeelte van het hertogdom Brabant dat onder het gezag van de Repu bliek der Verenigde Nederlanden viel, werd beschouwd als veroverd gebied. Het kreeg geen eigen be stuur, maar kwam rechtstreeks onder het gezag van de Staten-Ge- neraal en vandaar de benaming generaliteitsland. Staats-Vlaanderen Zeeuws-Vlaanderen, Staats-Lim- burg (voor zover Limburg onder de Republiek hoorde), Staats- Opper- gelder (Venlo en omstreken) en Westerwolde waren de andere generaliteitslanden. Brabant rekende er steeds op als een achtste gewest erkend te worden en als zodanig zitting te mogen nemen in de Sta- ten-Generaal, maar alle pogingen in die richting leverden niets op. M.P. Christ promoveerde in 1983 op een onderzoek naar zulke pogingen. Zijn boek: De Brabantsche Saecke (Tilburg 1984. Nummer LXI in de reeks Bijdragen tot de Geschiedenis van het Zuiden van Nederland) heeft dan ook als ondertitel: Het vergeefse streven naar een geweste lijke status voor Staats-Brabant 1585-1675. Noord-Brabant moest wachten tot de komst van de Fran sen in 1794-95 voordat het als een volwaardig gewest werd erkend. Uiteindelijk gebeurde dat in 1796 en dat feit willen we nu, twee eeuwen later, herdenken. Die erken ning ging niet van een leien dakje. Het moeizame proces dat na veel verwikkelingen in die erkenning uitmondde was het onderwerp van de dissertatie van A.R.M. Mom- mers: Brabant van Genera liteitsland tot Gewest. Bestuursin richting en gezagsuitoefening in en over de landen en steden van Staats-Brabant en Bataafs-Braband. 14 september 1629-1 maart 1796. Utrecht/Nijmegen 1953. Van dit werk is bij het schrijven van onder staand artikel een dankbaar gebruik gemaakt. 2. Bevrijders of veroveraars. Het was voor de inwoners van de Republiek in de jaren 1793-1795 een spannende vraag, wat de Fran sen met hun invasie precies wilden: bevrijden of veroveren. Ze dienden zich aan als bevrijders van de tiran nie van stadhouder Willem V en noemden zich bondgenoten. Als bevrijders haalden de patriotten hen binnen. Maar er bestond ook nog zoiets als een frontières-naturelles politiek, een streven van Frankrijk naar natuurlijke grenzen. In die De Waterschans nr. 1 1996 tl. sa aiSLHj n f .'Ai D CDS tf VTREOHT 1fgS SffliR R IB Afb.2. De vrijheidsboom op de Neude te Utrecht. 1795. Rijksprentenkabinet. visie was de Rijn de oost- en noordgrens van Frankrijk. Zou de Franse regering de zaak niet willen afronden met een departement de Dommel of zoiets, nu de kans zo schoon was? Pas het verdrag dat Frankrijk op 16 mei 1795 met de Bataafse Republiek (1795-1806) sloot, bracht duidelijkheid. Frankrijk erkende de Bataafse Republiek als een onafhankelijke staat, waarmee het een of- en defensief verbond sloot. Wat het grondgebied betrof nam Frankrijk genoegen met Staats-Vlaanderen, Maastricht, Staats-Limburg en Staats-Oppergelder. Brabant bleef bij de Republiek, maar dan wel op voet van gelijkheid. Dat was tenminste de opzet. In de praktijk viel het aanvankelijk tegen. Brabant moest wachten tot de eerste dag van het nieuwe jaar voordat het een erkend zelf gekozen bestuur kon installeren en het zou tot 1 maart 1796 duren, alvorens het toegelaten werd tot de Staten-Generaal. Daarmee was de emancipatie in juridisch opzicht een feit. Wat was er in de periode oktober 1794 tot 1 maart 1796 aan voorafgegaan? Daar willen we in een viertal artikelen wat meer aandacht aan schenken. 3. Een provisioneel bestuur. In 1793 trokken de Fransen Noord-Brabant binnen. Breda viel hun gemakkelijk in handen en op vele plaatsen in de Baronie van Breda en in de Meierij dansten soldaten en burgers om de vrij heidsboom. De pret was van korte duur, want de Fransen moesten terug, zij het niet voor lang. (1) In 1794 waren hun successen van meer blijvende aard. Nu was het Den Bosch dat als eerste grote stad van Brabant de bevrijders binnen haar muren zag. Na een beleg van zeventien dagen capituleerde op 9 oktober 1794 de militaire bevelhebber en gaf hij de stad over aan generaal Charles Pichegru (1761-1804), opperbevelhebber van het Noorderleger en het Leger van Sambre en Maas. De Fransen gingen meteen over tot het aanstellen van een nieuw stadsbe stuur. De prinsgezinde regenten, veertig in getal, moesten plaatsma ken voor patriotten. Het waren de zogenaamde Representanten van het Franse volk, leden van de Nationale Conventie of Volksvertegenwoor diging in Parijs, die de legers vergezelden en in bezette gebieden het bestuur reorganiseerden. In 's Hertogenbosch deden dat Nicolas Haussmann, Jean Pierre la Combe du Tarn en Antoine Bellegarde. Deze drie heren kenden uiteraard geen Bosschenaren, maar lieten zich leiden door de adviezen van het Bataafs Comité. Dit comité bestond uit teruggekeerde patriotten, in 1787 of later uitgeweken naar Frankrijk of België, aangevuld met patriotten uit Den Bosch. In dat Bataafs Comité zat onder meer de bekende Pieter Vreede. We zullen hem nog vaak ontmoeten. (2) Het Comité droeg een schout voor, acht schepenen en 31 raadsleden. De representanten benoemden de voorgedragenen tot lid van het overgangsbestuur in afwachting van een bestuur dat door de Bossche inwoners zou worden gekozen krachtens het principe van de Ajb.l. Overtocht van de Franse troepen over de Waal (1795). Atlas van Stolk 5218.

Periodieken

De Waterschans | 1996 | | pagina 6