68
69
De Waterschans nr. 2 1996
Afb.2. Voorzittersstoel voor de
president van de vergadering van
de Representanten van Ba-
taafs-Braband als die in Den Bosch
bijeenkwamen. Ze vergaderden dan
in het Gouvernementsgebouw (thans
Brabants Museum) in de Verwer-
straat. Uit: Eindelyk uit d'Onderd
rukking. Zwolle. 1989. pag. 54.
voelde menig Bosschenaar zich ver
verheven boven de burgers van het
platteland. Een stad stond destijds
hoger aangeschreven dan een dorp.
Een laatste stap in de groei naar
eenheid werd gezet door het bijeen
roepen van afgevaardigden van alle
delen van Bataafs-Braband. Dat
gebeurde begin juni 1795 en de
uitnodiging kwam uit Tilburg, het
grootste dorp van de provincie. Op
de zesde van de zomermaand trof
fen twintig mannen uit alle delen
van het gewest elkaar te Tilburg in
het logement van burgeresse Col
lins. Van die twintig waren er
veertien katholiek. Stad en Land
van Bergen op Zoom waren door
twee protestanten vertegenwoor
digd, namelijk de drossaard mr.
Carel Benjamin van Engelen van
Strijen en de secretaris van Wouw
mr. Jacobus de Bruyn. Het belang
rijkste besluit dat de afgevaardigden
namen, was dat ze zichzelf procla
meerden tot de Provisionele Repre
sentanten van Staats-Braband. Ze
beschouwden daarmee hun gewest
als gelijk aan de andere gewesten
en rekenden op een vlotte erken
ning als zodanig door de Sta-
ten-Generaal.
3. Bataafs-Braband in verzet.
Op 11 juni vergaderden de repre
sentanten voor de tweede keer,
wederom bij Collins. Er waren
enkele nieuwe gezichten, want de
gecommitteerden werden voor elke
vergadering opnieuw aangewezen.
Voor het Markiezaat verscheen
weer de drossaard, maar nu in
gezelschap van mr. Arnoud Simons,
de secretaris van de Markie-
zaatsvergaderingen. Deze keer be
sloten de Provisionele Representan
ten om een commissie van elf
personen naar Den Haag te sturen
ten einde Hun Hoogmogende Heren
te feliciteren met het vredesverdag,
hen op de hoogte te stellen van de
recente ontwikkelingen en te ver
zoeken om toelating tot hun verga
deringen op voet van gelijkheid met
de andere gewesten. In de commis
sie van elf zaten namens Stad en
Land van Bergen op Zoom Steven
van Bronkhorst en mr. Willem van
Lelyveld van Cingelshouck (1762—
1823). De drukker Van Bronkhorst
kennen we reeds als een vurig
patriot. Van Lelyveld van Cingels
houck was oud-schepen van Bergen
op Zoom en later door de markies
benoemd tot baljuw en schout van
Standdaarbuiten, Fijnaart en Heij-
ningen na betaling van f 13.000,-.
Door de revolutie was hij beide
functies kwijtgeraakt. Zijn echtge
note Anna Maria van den Heuvel
verblijdde hem met 24 kinderen,
waarvan er in 1810 nog 15 in leven
waren. Het is te begrijpen dat hij
uitzag naar een andere baan. Om
die reden verhuisde hij op 1 no
vember 1795 naar de Meierij, maar
ook toen bleef hij representant voor
Stad en Land van Bergen op Zoom.
Waarschijnlijk moeten we hem
rekenen tot de meer gematigde
patriotten. Ook de Tilburgenaar
Pieter Vreede maakte deel uit van
de commissie van elf. In de verga
dering van 11 juni kwam ook een
publicatie van de Staten-Generaa!
aan de orde, gedateerd 8 juni 1795.
Daarin stond dat het bestuur over
de generaliteitslanden op de oude
voet moest worden hersteld totdat
een Nationale Vergadering anders
zou beslissen. De vergadering nam
de publicatie voor kennisgeving aan
en besloot op de ingeslagen weg
voort te gaan. Vijf afgevaardigden
vonden toch dat ze met deze stap te
ver gingen en stemden tegen het
negeren van de opdracht van de
Staten-Generaal. Duidelijk is dat de
Brabantse Representanten op die
11de juni het heft in eigen hand
namen en weigerden terug te keren
naar de situatie van voor 1795. Men
wilde niet langer tweederangs
burgers zijn, maar vrije mensen
zoals eens de Bataven. Met die
Germaanse stam, waarvan men zich
een romantisch beeld schiep, verge
leek de Nederlander zich toen
graag. Tot in onze eeuw trouwens
werd trots gezongen: "t Nakroost
dier gespierde braven, vol van
moed en trouw zijn wij'. Na die
stap van 11 juni weigerden de
Bataafse Representanten opdrachten
van de Staten-Generaal uit te voe
ren. De Bergse municipaliteit sloot
zich daarbij aan, althans de meer
derheid. De besluiten van de Provi
sionele Representanten in Tilburg
gingen naar alle municipaliteiten
van Bataafs Braband en werden
bijna overal met instemming ont
vangen en gepubliceerd. Alleen
Willemstad en Dinteloord met
Prinsenland, echte oranje bolwer
ken, distancieerden zich van de
revolutionaire ontwikkelingen. Op
22 juni kwamen de Brabantse
afgevaardigden bijeen in 's-Her-
togenbosch. Daar waren ook de
burgers (burgers was de algemeen
gebruikte aanduiding voor perso
nen. Titels als heer, markies e.d.
waren uit den boze, want alle
mensen zijn gelijk.) Van Lelyveld
van Cingelshouck en Hermanus
Heeren, een bierbrouwer uit Den
Bosch en net als eerstgenoemde lid
van de commissie van elf. Zij
brachten verslag uit van de ervarin
gen van de commissie in Den Haag.
Veel hadden ze daar niet bereikt.
Ze adviseerden om het Brabantse
college van Provisionele Represen
tanten meer staatsrechtelijke steun
te verschaffen door de oprichting en
samenstelling ervan te doen goed
keuren door de Brabantse bevolking
en zo elke twijfel aan de wettigheid
De Waterschans nr. 2 1996
Afb.3. Bewijs van lidmaatschap van de sociëteit: Eindelyk uit d'Onderdruk
king. Het staat op naam van de Bossche kunstschilder Quirinus van
Amelsvoort, tevens de ontwerper van dit bewijs. Afgebeeld is de vrijheids
maagd met de vrijheidsmuts. Verder een Bossche wildeman die afrekent met
een driekoppig monster, de oude maatschappij met haar drie standen. Uit:
Eindelyk uit d'Onderdrukking. Zwolle. 1989. pag. 33.
van dit instituut weg te nemen. De
vergadering besloot het voorstel in
beraad te houden. Pieter Vreede
eiste in de vergadering van 22 juni
voor BataafsBraband het recht op
om tot haar grondgebied alleen
soldaten toe te laten die de provin
ciale eed hadden afgelegd, net als
in de andere provincies. Juist in die
tijd verwachtte Tilburg de inkwar
tiering van Bataafse troepen. Op
dezelfde dag werden de nog in Den
Haag aanwezige leden van de com
missie van elf ontvangen door de
Provisionele Representanten van het
Volk van Holland, de vroegere
Gewestelijke Staten. De Hollandse
politici luisterden welwillend naar
de Brabantse collega's, gaven
vervolgens een sympathiek, vrijblij
vend antwoord en nodigden de
Brabantse gasten uit, nog even te
blijven zitten. Van Engelen van
Strijen schreef daarop naar zijn
Bergse municipaliteit, dat men
probeerde de ijzeren ketenen te
vervangen door vergulde. Naar het
voorbeeld van de Hollandse colle
ga's gingen de Brabantse Represen
tanten over tot het afkondigen van
de rechten van de mens en de
burger en ze gebruikten daarvoor de
tekst van het gewest Holland van
31 januari 1795. Eind juni achtten
de Staten-Generaal de tijd aange
broken om in te grijpen. Een dele
gatie van vier burgers reisde naar
Den Bosch om daar orde op zaken
te stellen. De vier wendden zich
eerst schriftelijk tot de Bossche
municipaliteit. In hun brief probeer
den ze duidelijk te maken dat de
begrippen vrijheid, gelijkheid en
broederschap niet synoniem waren
met rebellie en verzet. Voorts gaven
ze hun verbazing te kennen, dat
heel wat plaatsen in Brabant de
publicatie over het tractaat met
Frankrijk hadden bekend gemaakt,
maar niet de missive van de Sta
ten-Generaal van 8 juni j.l. waarin
Hun Hoog Mogenden beloofden,
dat Brabant op voet van gelijkheid
zou mogen meedoen aan de verkie
zingen voor de Nationale Conven
tie. Of het stadsbestuur daarom
alsnog de publicatie van 8 juni zou
willen afkondigen. De municipali
teit van Den Bosch nam weer haar
toevlucht tot een commissie van
advies, bestaande deze keer uit
zeven leden. De zeven gaven de
raad, om de kwestie voor te leggen
aan de vergadering van Provisionele
Representanten van Bataafs-Bra
band. Die stuurden zes leden uit
hun midden naar de vier afgevaar
digden van de Sta ten-Generaal
voor het inwinnen van meer infor
matie. Wat ze te horen kregen,
kwam in het kort hierop neer:
'Jullie moeten onze brief publiceren
evenals de missive van 8 juni. Doen
jullie dat niet, dan zul je daartoe
worden gedwongen, desnoods met
militair geweld.' Dat viel niet goed
bij de Representanten en ze prote
steerden zeer verontwaardigd. Ze
moesten evenwel lijdelijk aanzien,
hoe twee Flollandse regimenten
werden ingekwartierd in Den
Bosch, Tilburg, St. Oedenrode en
Waalwijk, mede ter bescherming
van de vier afgevaardigden van de
Staten-Generaal. De militairen de
den evenwel nog meer. Op 4 juli
kreeg Waalwijk bezoek van 's lands
deurwaarder in gezelschap van 11
dragonders. Die scheurden de
plakkaten van de Brabantse Repre
sentanten van de borden en plakten
de publicaties van de Staten-Ge
neraal ervoor in de plaats. De
Waalwijkse municipaliteit liet een
fel protest horen 'vanaf de puij' en
liet vervolgens de tekst ervan weer
over de publicaties van de Sta
ten-Generaal plakken. De deurwaar
der en zijn militairen trokken verder
naar Tilburg en haalden daar het
zelfde huzarenstukje uit als in
Waalwijk. In minstens 28 plaatsen
van de Meierij gebeurde dat.
West-Brabant werd evenwel ont
zien.
4. Toch een compromis.
De Provisionele Representanten van
Bataafs Brabant zaten in een moei
lijk parket. Voor een verdere esca
latie schrokken ze terug. Dan maar
liever overleggen. Een commissie
van zeven, waaronder Pieter Vree
de, Van Lelyveld van Cingelshouck
en De Bruyn, bereikte een compro
mis met de vier gedelegeerden van
de Staten-Generaal. De Brabantse
commissie legde zich neer bij een
herstel van de oude toestand tot het
bijeenkomen van de nog te kiezen
Nationale Vergadering, maar beslist
niet langer dan tot 1 januari 1796.
Het was namelijk nog niet bekend,
wanneer de verkiezingen zouden
zijn en of de Nationale Vergadering
wel van de grond zou komen. Alle
andere gewesten garandeerden de
gemaakte afspraken en verplichtten
zich 'om de ingezetenen der Gene-