25 jaar Kiekenhoeve
Musea in de regio.
74
75
De Waterschans nr. 2 1996
In enkele afleveringen van De Waterschans zullen we aandacht besteden aan musea in de regio. We leggen daarbij
vooral het accent op de historie met de vraag hoe deze musea tot stand zijn gekomen. Aandacht wordt ook besteed
aan de hedendaagse gebruikswaarde en de toekomstperspectieven van deze regionale musea.
door: Ben Daeter
De Kiekenhoeve was vroeger een
hoeve in het bezit van de abdij van
Tongerlo. In de loop der jaren is
deze hoeve uitgegroeid tot een
Essens trekpleister waar geschiede
nis, heemkunde, toerisme en cultuur
in vele facetten aan bod komen.
Toen de Kiekenhoeve met grote
luister werd geopend op 28 en 29
augustus 1971, pakte het Heemkun-
deblad De Spycker uit met een
speciaal Kiekenhoeve-nummer (28e
jaargang, 1971 nrs. 3 en 4). Alfons
Tireliren deed daarin uitgebreid de
geschiedenis van de Kiekenhoeve
uit de doeken. Samenvattend komt
die hierop neer:
1767: een aantal hoeven te Essen
zijn in het bezit van de Norbertij
nen van Tongerlo. De Kiekenhoeve
is er een van.
1797: na de Franse Revolutie
(1789) werden deze kerkelijke
goederen door de Franse republiek
publiek verkocht. Ons eigen volk
durfde die goederen niet aan te
kopen, want het werd aangezien als
'zwart goed', gestolen goed. Franse
maatschappijen kochten die goede
ren toen op en verkochten die
verder aan Franstalige Brusselse
rijken.
In 1960 verkavelden en verkochten
de erfgenamen het hele domein van
440 hectaren bossen, heiden en
landerijen.
de medewerkers
Op zo'n domein waren behalve de
eigenaars uiteraard vele medewer
kers actief. Zo o.m.
de rentmeesters: zowat de gehele
tijd was het rentmeesterschap in
handen van de familie De Rauw,
afkomstig uit Overijse. Die hadden
hun handen vol, want niet minder
dan 38 pachters waren werkzaam
op de landerijen. Voor de pachters
en hun families was de rentmeester
zowat 'het oog en het oor' van de
eigenaar.
Verder waren er jacht- en boswach
ters: echte opzieners met geweer en
hond, waaronder enkele toch merk
waardige namen van vreemden die
te Essen zeer opvallend hun sporen
nalieten, zoals de familie Pleysier,
afkomstig uit De Panne en de fami
lie Vermeulen, afkomstig uit Waar-
damme.
Ook waren er de steenbakkers.
Hemelrijk had ook een eigen steen
bakkerij om steen te leveren voor al
wat op het grote domein werd
gebouwd. Hier speelde een opval
lend Essense familie een grote rol:
de stam Petrus van den Eynde.
Wesenbeeckhoeve
De eerste pachter van 1767 tot
1812 was Petrus Wesenbeeck, naar
wie lange tijd de hoeve de Wesen
beeckhoeve werd genoemd, maar in
de volksmond kwam ook de naam
'Hoeve aan 't bos' veelvuldig voor.
Daarna volgde er een lange lijst van
pachters die een gebied van 15 ha
beboerden: weiden, zaailand plus
een aangeplante kastanjedreef waar
nu het Vossenbos een ruime woon
wijk vormt. Laatste pachters waren
de familie Elst-Konings die in 1968
de aloude boerderij verliet. In 1969
begon de verbouwing.
Kiekenhoeve
De naam Kiekenhoeve dateert van
veel vroeger, namelijk van 1865
toen ene Marin van Overveld han
del dreef in broedkuikens op de
kiekenhoeve, waar hij kiekenboer
was. Niet enkel uit Essen maar ook
uit omliggende dorpen kwam men
bij hem een kloek en kuikens ko
pen. De naam Kiekenhoef werd in
zwartgeteerde letters op de voorge
vel aangebracht net zoals op de
andere pachthoeven.
25 jaar Kiekenhoeve: een trek
pleister voor Essen en ver daar
buiten
Op 28 en 29 augustus 1971 werd de
Kiekenhoeve plechtig geopend. Op
zaterdag 28 augustus was er sprake
van een congres van de Stichting
Lodewijk de Raet met referaten
door Cor Meerbach en Louis Ver-
praet, discussie, autobusrit door het
Benego-gebied en een geweldige
Tirelirenavond tot besluit. Op zon
dag 29 augustus was er een volkse
dag met een folkloristische optocht
met karren en alaam (gereedschap),
maar vooral veel loeiend, lallend en
labeurend volk dat Essen in het
verleden plastisch uitbeeldde.
Alfons Tireliren
Maar voor die twee dagen was er al
geweldig werk verzet door een
ploeg vrijwilligers, degelijk onder
steund door het gemeentepersoneel.
Het bakhuis werd het eerst gere
staureerd. Daarna volgden woonhuis
en stal. De koestal werd verbruik-
zaal. De schuur werd een tentoon-
stellings- en feestruimte.
Het Karrenmuseum, waarvan de
eerste sporen lagen bij Kraaien-
donk. Alfons Tireliren begon daar
karren en landbouwwerktuigen te
verzamelen waarbij aanpalende
landbouwers hun grijnslach nauwe
lijks konden onderdrukken. Die
karren kregen nu op de Kiekenhoe
ve een onderkomen in twee loodsen
met de Kar van Blanche uit Lauwe
als spectaculaire blikvanger.
1971: Na de memorabele opening
moest men verder. De Kiekenhoeve
was café geworden, waar gedurende
negen maanden de werkgroep van
de Heemkundige Kring bier tapte,
De Waterschans nr. 2 1996
Kiekenhoef (achterkant). Moerkanthaan. Essen. 1946. Met toestemming van
E. Vercammen van de Kon. Heemkundige Kring Essen overgenomen uit De
Spycker. Essen. Jaarboek 1996. bh. 91.
rijstpap kookte, boterhammen
smeerde, eieren kookte, mensen
verwende, op geleende tafels en een
allegaartje van stoelen met een
geïmproviseerd toogje 'volkscafé'
speelde. Tireliren liet dat alles over
aan een groep mensen die dat alles
kundig, gezellig ter harte nam. De
meester noteerde de groepen die op
bezoek kwamen, gidste de groepen
via bakhuis en twee loodsen met 80
karren, terug naar de koestal waar
oude verhalen werden verteld, met
heksen als titel maar met armoede
als boodschap. En dat rond de enige
verwarming van vroeger: de open
haard. Eerste stoker was Frans
Ceulemans die de boswachterswo
ning (thans Heemhuis) bewoonde.
Frans Ceulemans onderhield ook erf
en kippen.
Toen het Koetshuis klaar was en
het Karrenmuseum afgesloten werd,
is de aanzet gemaakt om een vol
waardig museum uit te bouwen op
het terrein bij de Kiekenhoeve.
Het is de bedoeling beschutte ruim
tes te maken waar de karren op een
goede manier getoond worden.
Didactische panelen moeten voor
geïnteresseerde bezoekers het be
lang van alle soorten karren in de
dorpsgemeenschap kunnen ontwar
ren. Het moet duidelijk worden dat
de kar meer was dan een dode
materie. Dit alles moet gestalte
krijgen in het nog te bouwen nieu
we museum waar men weliswaar de
sfeer van vroeger niet meer zullen
proeven zoals nu op het Gerard
Meeusen-Museum.
Droom van de Kiekenhoeven is
tegen het jaar 2000 de volledige
infrastructuur, voor zowel Karren
museum als voor Gerard Meeusen
museum, klaar te hebben. Hierbij
zal men trachten te bewaren hoe
onze voorouders woonden. Voorts
zal een polivalente ruimte de
mogelijkheid bieden voor wisselten
toonstellingen die dan gedurende
een heel seizoen te bezichtigen
zullen zijn.
Ook dient er aandacht besteed aan
het rijk patrimonium van lectuur en
genealogische gegevens waar plaats
voor moet gemaakt worden in de
vorm van opzoek- en leesruimte.
Naar opvoeding en schoolse kennis
toe wil men op elkaar kunnen in
spelen en zo de jeugd gevoelig
maken om op zoektocht te gaan
naar het nabije verleden van hun
ouders en grootouders.
De Kiekenhoeven is zo een mooi
voorbeeld van samengaan van
historie en hedendaags amusement.
Verslag van de werkgroep Genealogie
over het seizoen 1995-1996
In het tweede jaar van haar bestaan is de
werkgroep genealogie in staat geweest
een aantal goed bezochte activiteiten te
organiseren. Zij heeft daarbij het patroon
gevolgd dat vorig jaar is uitgezet. De
stuurgroep is uitgebreid met mevr. L. van
Bragt-Govaarts, die zich in het bijzonder
bezig zal houden met de ledenadministra
tie en alle zaken die daarmee te maken
hebben
Als eerste activiteit heeft de werkgroep in
november een lezing georganiseerd over
het gebruik van de gerechtelijke archieven
ten behoeve van het historisch en in het
bijzonder genealogisch onderzoek. De
spreker, dr. A.P. van Vliet, verbondenaan
het rijksarchief in de provincie
Noord-Brabant te 'sHertogcnbosch. hield
een zeer interessante voordracht, die niet
alleen voor genealogen maar ook voor
andere onderzoekers uit het geschiedkun
dig veld bruikbaar was. Door dergelijke
inleidingen hoopt de werkgroep een brug
te slaan tussen stamboomonderzoekersen
onderzoekers met een meer algemeen-
geschiedkundige belangstelling. Door de
aanwezigen werd de avond als zeer
geslaagd beschouwd.
De tweede avond in maart bestond uit een
presentatie van haar activiteiten voor alle
leden van de Kring. Op deze avond
besteedde Kees Soeters aandacht aan het
project, waarin de wijklijsten van Bergen
op Zoom bewerkt worden. Het doel is
deze lijsten in getypte vorm op de studie
zaal van het gemeentearchief ter beschik
king van alle bezoekers te stellen. Op
deze manier hoopt de werkgroep een
bijdrage te kunnen leveren aan het beter
toegankelijk maken van de bronnen, die
belangrijk zijn voor de genealogie en de
geschiedenis van de stad Bergen op Zoom
en haar bewoners. Frank Wierckx vertel
de over de opzet en achtergrond van het
Bergs Kwartierstatenboek dat de werk
groep aan het voorbereiden is. Met deze
publicatie hoopt de werkgroep een bijdra
ge te leveren aan het beter toegankelijk
maken van genealogische gegevens die
reeds verzameld zijn door genealogen.
Daarnaast organiseerde de werkgroep nog
tweemaal een genealogisch café, waarin
het voor de leden mogelijk was gegevens
uit te wisselen. Het bezoekersaantal lag
rond de veertig personen en daarmee
voldeed deze uitwisselingsgelegenheid
ruim schoots aan het doel waar het voor
opgezet was.
In het volgende seizoen 1996-1997 hoopt
de werkgroep haar activiteiten voort te
zetten. Het ligt in de bedoeling in het
najaar weer een lezing te organiseren, in
het voorjaar een presentatie voor de
gehele Kring en natuurlijk weer tweemaal
een genealogisch café. Zo blijft de werk
groep bijdragen aan de groei en bloei van
de GeschiedkundigeKring.