'0e^tAÉ&L*
'3
116
De Waterschans nr. 3 1996
ófzc^ f 'tZ^Z) -
o-c-*-t*-LJ /y^Zt/P ftZ^/F <*rSt
/teQ
/z ?j~.
*y*C-«y
/^i«
4»*^ <^4. /y^C^
1 v
i' t iyn^r 4Hï-<—
r f /r; 7^ i£<3 /zt... r 1* ---
/'t'^.iZ-'i~ ^<-*'^-fté ffófo
3^r /f £^tyéo-<6>ty
-L^
Afb. 36. Het bevel van Prins Fredrik waarin Cort Heijligers wordt opgedra
gen zich met zijn divisie zo spoedig mogelijk naar Kortenberg (noord van
Brussel) te begeven. Op diezelfde dag had de Prins zich al teruggetrokken
uit Brussel.
post naar het zuidelijker gelegen
Tongeren. Op 22 september moet
van hogerhand één van de twee
brigades van zijn divisie, in samen
werking met een eenheid van het
Prinsenleger, trachten om bij Leu
ven de verbindingslijnen met het
opstandige Brussel af te snijden.
Deze onverwachte overstap van
twee naar drie marsdoelen versnip
pert de totale aanvalsmacht waarna
de hele operatie in duigen begint te
vallen. Brussel wordt wel ingeno
men maar met grote verliezen ook
weer losgelaten. De operatie tegen
Leuven mislukt door een hinderlaag
bij Tienen, waarvan de brigade van
Cort Heijligers het slachtoffer wordt
en oostwaarts moet worden terugge
nomen. Cort Heijligers krijgt op 26
september de opdracht op te mar
cheren naar Kortenberg (even n.o.
van Brussel). Een lange mars door
vijandelijk gebied dus (zie daar
voor. Nagelaten wordt evenwel hem
te informeren over het juist op die
dag terugtrekken van het Prinsenle
ger uit Brussel. Dat moet Cort
Heijligers één dag na het begin van
zijn opmars, op 29 september,
vernemen uit een plaatselijke krant.
Hij besluit evenwel niet terug te
keren naar noordelijk Brabant maar
door te marcheren en zich met zijn
divisie te voegen bij het al terug
trekkende Prinsenleger. Hij weet
echter noch hun lokatie, noch de
verdere plannen. Ongetwijfeld
indachtig aan zijn Italiaanse erva
ringen besluit hij eventuele Belgi
sche rebellen te imponeren door in
gesloten formaties (en dus langza
mer) voorwaarts te gaan onder
tromgeroffel en met spelende
muziek voorop. Daardoor stijgt ook
het eigen moreel op deze lange
weg. Steden en dorpen worden
zoveel mogelijk gemeden, waardoor
de troep wel de zo broodnodige
ravitaillering moet missen. Streng
en kordaat optreden tegen overval
lers schrikt af en de daarmee be
haalde succesjes verhogen het
gedeukte zelfvertrouwen. Tenslotte
lukt het de gehele legermacht,
gedemoraliseerd door het verlies
van Brussel, opnieuw te concentre
ren en in stelling te brengen ter
hoogte van de rivier de Nethe. Cort
Heijligers richt daarbij zijn com
mandopost bij Mechelen in. Op 18
oktober laten de beide Prinsen het
bevel over aan hun generaals. Ook
Cort Heijligers krijgt diezelfde dag
bevel terug te keren naar Den Haag
voor zijn nieuwe opdracht, de
'Volkswapening' in militaire banen
te leiden. Op 24 oktober vertrekt
ook hij naar Den Haag. Duidelijk
zal zijn dat hij buiten zijn schuld in
een benarde positie was terechtge
komen en zijn divisie op effektieve
wijze daar toch weer heeft weten
uit te redden (69).
De Tiendaagse Veldtocht (2-12
augustus 1831).
Zo veel als Noord-Nederland doet
om, na het debacle van 1830, het
leger weer op te bouwen, zo weinig
doet België. Het succes van het
onafhankelijkheidsstreven met hulp
van de grote naties wekt bij hen de
verwachting dat hun nieuwe staat
ook in tijden van nood wel zal
worden bijgestaan door andere
landen. De totale legersterkte mag
dan wel als vrij aanzienlijk worden
bestempeld, maar van goed geor
dende grotere verbanden is nog
geen sprake en de discipline en
geoefendheid kunnen zeker ook
beter. Ook bestaat er geen naar het
noorden gerichte verdedigingslinie:
de toekomstige grens zou immers
aan de Moerdijk liggen... De Belgi
sche 'Staande Armee' bestaat uit
twee aparte legers, waarvan het
Scheldeleger zich in zijn vredeslo-
caties ophoudt rondom Mechelen en
het Maasleger in een gebied rond
om Hasselt in garnizoen ligt. Van
een krachtige, deskundige en één
hoofdige leiding daarover is echter
nauwelijks sprake. Deze situatie
De Waterschans nr. 3 1996
nodigt als het ware uit om de legers
van elkaar te scheiden waarna zij
vervolgens partiëel kunnen worden
verslagen. Zo luiden dan ook in
grote lijnen de militaireplannen
voor deze strafexpeditie tegen de
opstandige Belgen. Voor de Koning
is het de laatste poging om hen met
geweld weer tot rede te brengen en
zo ook de grote mogendheden
ervan te overtuigen dat hij wel
degelijk in staat is om de eigen
boontjes te doppen. Opnieuw wordt
volstaan met de vermelding van de
wederwaardigheden van de zoge
naamde 'Marsch- of Reservedivisie
waarover de generaal Cort Heijli
gers het bevel voert. Deze kleinste
van de vier ingezette infante-
rie-divisies, die ca. 5.800 man telt,
bestaat uitsluitend uit acht schut-
ter-bataljons. Dat zal, zo nemen wij
aan, niemand verbazen. De op
dracht van de Reservedivisie luidt
op te marcheren achterde 3e divisie
langs de route Eindhoven- Hech-
tel-Hasselt ter bescherming van de
oostelijke flank van de aanval.
Voorts moet zijn divisie (de restan
ten van) het Maasleger binden,
terwijl het Scheldeleger zal worden
aangegrepen door de andere divi
sies. Daarbij dient de gehele route
permanent te worden beveiligd
tegen eventuele Belgische acties.
Daartoe zal de 2e Brigade langs
deze weg diverse detachementen
achterlaten op een aantal van belang
zijnde plaatsen, waardoor ook de
verbinding met het moederland
behouden blijft. Uitvallen vanuit
Maastricht door eenheden van de
daar aanwezige generaal-majoor
Dibbetz moeten de divisie Cort
Heijligers daarbij steunen. Op de 2e
augustus worden slechts geringe
vorderingen gemaakt ondanks wat
kleine schermutselingen. Cort
Heijligers verplaatst zijn twee
brigades naar Valkenswaard en
Eindhoven. De tweededag zijn de
Lommelse Barrière en Valkens
waard einddoel. Opnieuw te lang
zaam in relatie tot de geringe tegen
stand. Vrijwel meteen begint de
voedselbevoorrading voor de divisie
al te stokken en ondanks de per
soonlijke bemoeienis van de gene
raal, blijken deze streken te arm om
voldoende voeding te kunnen ver
krijgen. Op 4 augustus kan Cort
Heijligers ter plaatse blijven maar
de dag daarop wordt de opmars
voortgezet naar Hechtel. De com
mandant van de eerste brigade, de
generaal-majoor Knotzer, meldt
evenwel vijand en doet een aanval
op het dorp, dat wordt bezet door
een kleine eenheid van het Maasle
ger. De Belgen trekken zonder al te
veel strijd terug naar het zuidelijker
gelegen Helchteren. Door ver
moeidheid van de troepen, het
slechte weer en de slechte toestand
van de wegen zijn de troepen van
de Reservedivisie helaas niet in
staat hen te achtervolgen, zoals ook
Cort Heijligers dat in de Napoleon
tische school heeft geleerd. Dan de
volgende dag (6 augustus) maar
weer opnieuw kontakt zoeken met
de vijand. Helchteren blijkt inmid
dels ook al ontruimd door de Bel
gen en het volgende marsdoel is
Houthalen. Na wat schermutselin
gen in de straten gaat het opnieuw
voorwaarts maar, even buiten het
dorp staat een niet onaanzienlijke
eenheid van het Maasleger gereed.
Cort Heijligers lijkt een groot
scheepse aanval van het Belgisch
Maasleger tegemoet te kunnen zien.
Zeker weten doet hij dat echter niet
want aan zijn divisie zijn maar zeer
weinig (huzaren)verkenners toege
voegd. Hakken in de grond dus en
vragen om ondersteuning van de
(dichtstbijzijnde) 3e divisie of de
Cavaleriedivisie. Zestien gesneuvel
den en 78 gewonden blijkt de trie
ste balans van dit treffen maar de
(met name Gelderse) schutters zijn
niet geweken voor de herhaalde
aanvallen; dit succes haalt het
moreel op en de nog steeds onvol
doende bevoorrading en het slechte
weer zijn even vergeten. Tot ieders
verbazing blijken de Belgen de
volgende dag alweer te zijn verd
wenen en Cort Heijligers kan weer
opgelucht ademhalen. Dat had veel
slechter kunnen aflopen. Achteraf
blijkt dat de Belgische koning
alsnog, maar te laat heeft getracht
het Maasleger westwaarts te ver
plaatsen om debeide legers te con
centreren op de nu voor de Belgen
allengs duidelijk wordende Holland
se hoofdaanval. De Hollandse wig
tussen de beide legers zit dan echter
al muurvast en het Maasleger kan
niet meer aan zijn ondergang ont
snappen. Op 8 augustus krijgt het
dan ook van de 3e Infanteriedivisie
en eenheden van de cavaleriedivisie
de genadeslag. Nu is het Scheldele
ger aan de beurt. Op 9 augustus
volgt een algemene rustdag; de
Reservedivisie verplaatst nog één
keer naar de lijn Houthalen-Hasselt
en blijft daar om de ongestoorde
insluiting van het Scheldeleger door
de andere divisies mogelijk te
maken; nog steeds kunnen immers
eenheden van het uiteengeslagen
Maasleger in deze omgeving rond
zwerven. De divisie Cort Heijligers
hoeft evenwel die laatste dagen nog
maar nauwelijksin aktie te komen
(70).
De laatste jaren van zijn aktieve
dienst (1831-1838).
Bekend wordt verondersteld dat
Koning Willem I nog lange tijd
onderhandelingen heeft gevoerd om
zo gunstig mogelijke kondities te
verkrijgen voor zijn sterk inge
krompen koninkrijk. Zijn veldleger
houdt zich daarom nog lange tijd
op in Noord-Brabant ter eventuele
ondersteuning van zijn politieke
wensen. Dit lijdzame afwachten
heeft nadelige gevolgen voor de
discipline in het leger en brengt
voor het land zeer hoge kosten met
zich mee. De schutterbataljons
worden langzamerhand huiswaarts
gezonden, waardoor ook de nood
zaak van de aanwezigheid van Cort
Heijligers in Brabant afneemt. In
1834 wordt hij dan ook eervol van
zijn divisie-commando ontheven.
Tenslotte wordt hij bij Koninklijk
Besluit op 13 februari 1838 tot
generaal benoemd en zal een pensi
oen van 4.000 'sjaars ontvangen.
Nadat hij ruim tien jaar nog heeft
kunnen genieten van zijn prachtige,
enorme buiten Brinkgreve, even ten
noorden van de Deventer stadsmu
ren, blaast deze tot de allerhoogste
ranggestegen beroepsofficier zijn
laatste adem uit op 16 november
1849. Deze zeer waarschijnlijk
bescheiden maar voortreffelijke,
vakbekwame en algemeen geachte
beroepsofficier was een soldaatte
midden van zijn soldaten, een
voorbeeld voor zijn mede-officieren
en heeft al zijn 'Heren' steeds
eerlijk, loyaal en trouw gediend.