140
De Waterschans nr. 4. 1996
Afb.3. Gereconstrueerd noordaanzicht van het poortcomplex met doorsnede over de stadsmuur naar de toestand
omstreeks 1500.
verlatenheid opgeroepen. De te
ruime profilering van de weg geeft
aanleiding tot hoge snelheden,
waardoor de barrière naar het
havenkwartier vergroot wordt. De
studie valt aldus uiteen in drie
componenten: inpassen van de poort
in bebouwing, aanpassing van de
verkeerssituatie en attractieve
heraanleg van het westelijk
voorterrein (fig. 5 en 6).
De Karakteristiek van de Poort
Het eerste belangrijke punt betreft
het herstel van de Lievevrouwe
poort in de oorspronkelijke waarde:
een stadstoegang. De stad Zwolle
heeft ons al vele jaren geleden het
goede voorbeeld gegeven door de
eertijds ook afgesloten Sassenpoort
weer voor verkeer open te stellen.
De elementaire toegangs-
karakteristiek maakt het wenselijk
dat het poortgebouw weer
bouwkundig aangesloten raakt. Aan
de zijde van de Lievevrouwestraat
kan dat op eenvoudige wijze door
nieuwe gebouwen op te richten
tussen Lievevrouwestraat 47 en de
poort, met uitsparing van een
voetgangersonderdoorgang. Een
principe-oplossing is daarvoor in de
bijlagen aangegeven. Het tegen de
poort aan de sluiten gebouw biedt
de mogelijkheid dienstruimten t.b.v.
een optimaal gebruik van de poort
hier onder te brengen: bijvoorbeeld
toiletruimten, bergruimte, een lift
e.d. Aan de zijde van de
Westersingel is het voor de hand
liggend in hoofdzaak twee korte
stukken stadsmuur te herbouwen.
Het poortkarakter zal door deze
oplossingen in voldoende mate
versterkt worden. Voor een
betrouwbare vormgeving van de
stadsmuren zijn voldoende gegevens
beschikbaar: in de trapopgang is
nog een aanzet bewaard gebleven,
terwijl in 1970 ook grote delen van
de funderingen gedocumenteerd
zijn.
De verkeersfunctie
In een eerdere studie, gericht op de
mogelijkheid van het opnieuw
bebouwen van de zuidelijke
rondweg langs de poort, is al
geconcludeerd dat de poort
onderdoorgang ook bruikbaar is
voor vrachtauto's (doorrijhoogte 4
m). Uit veiligheidsoverwegingen is
het dan gewenst de rijrichting in de
Lievevrouwestraat om te keren. Dit
laatste past ook goed in de
uitgangspunten van het Beleidsplan:
de binnenstad is voor bestemmings
verkeer toegankelijk, doch niet in
de vorm van een doorgaande route,
die ook ander verkeer aantrekt. In
de reactie van de vereniging
Binnenstad op het ontwerp
Beleidsplan is de uitwerking van
deze verkeerscirculatie aangegeven
(afb.7): een ingang Lievevrouw
estraat, een ingang Coehoorn-
straat-LindebaanBosstraat-Potter-
straat (vooral ook voor verkeer naar
De Maagd en grotere vrachtwagens)
en de uitgang via de Steenbergse-
straat noordwaarts (dit lost ook de
ongelukkige kruisingen Noordsing-
el/Steenbergsestraat-Stulemeijerlaan
en Hoogstraat/Bosstraat op).
Teneinde ruimte te winnen voor de
plaatselijke verlegging van de
rijbaan van de Westersingel en een
eenduidige haakse kruising te
kunnen realiseren is gekozen voor
het volgende toegangstracé: vanaf
De Waterschans nr. 4. 1996
Afb.4. Reconstructie van de Lievevrouwepoort en omgeving naar de toestand omstreeks 1500. Stereometrische
projectie.
de Westersingel afslaan naar de
Moeregrebstraat en vervolgens via
het Spui en de Rijkebuurtstraat
onder de poort door naar de
Lievevrouwestraat rijden. Voor een
algemene toegang is dit tracé niet
geschikt, voor het hier actuele
bestemmingsverkeer wel, zeker in
relatie tot de dan realiseerbare
meerwaarde. Langs de rijbanen van
de Westersingel (2 x 2,5 m) ligt aan
weerszijden een fietspad. Aan de
westzijde loopt over de hele lengte
het voetpad door; aan de oostzijde
wordt het verlegd langs de oostzijde
van de poort. T.b.v. het voet
gangersverkeer Rijkebuurtstraat
Lievevrouwestraat zijn bij de
oversteekplaatsen, juist voor de
verderop te memoreren brug, voet-
gangersplateau's gedacht. Daarmee
ontstaat een rustpunt zodat het
wegdek van de brug zowel voor
auto's, fietsers als ook door
voetgangers benut worden. Ter
hoogte van de Stoelemat en de
Moeregrebstraat moeten ook