128 129 De Waterschans nr. 4. 1996 !Ty Afb.3. Een voorbeeld van een schuurkerk, in dit geval van het dorp Terheijden bij Breda (een bewerking van een afbeelding van C.Jnten, de parochiën van het bisdom Breda, deel 1, Juten. Bergen op Zoom). opeens klopte de berekening niet meer. Alphen, Roosendaal, Groot-Zundert, Klein-Zundert en Dorst weigerden meteen nog langer hun jaarlijkse recognitie af te dragen. Ook Jacob Wemerus van Hoek (1756-1812), rentmeester van de geestelijke goederen in Stad en Markiezaat van Bergen op Zoom, ving bot in Oudenbosch, Standdaarbuiten en Rucphen. Zelfs hun achterstallige schuld over 1794 weigerden deze parochies te voldoen. De Protestantse onderwijzers. In de Republiek mochten alleen protestantse schoolmeesters worden aangesteld, maar het ligt voor de hand dat het katholieke Staats— Brabant bij de hervormde leerkrachten niet zo in trek was. Het gehalte van de aangestelde onderwijzers liet hier en daar dan ook veel te wensen over. Al gauw ontving het tussenbestuur verzoeken om de dorpsschoolmeester te vervangen, niet zozeer vanwege zijn religie als wel om zijn gebrekkig onderricht. Dat een mutatie werd aangegrepen om katholieke leerkrachten aan te trekken, ligt overigens voor de hand, maar capabele roomse onderwijzers waren uiteraard zeldzaam. Reeds het eerste college van Provisionele Representanten maakte bekend dat de municipaliteiten klachten over hun schoolmeesters konden indienen. Dat heeft het provinciebestuur geweten. Er kwam heel wat binnen. Een enkel Afb.4. Een standbeeld voor Jan van Hooff op de Markt van Eindhoven, onthuld op 19 dcember 1992 door minister H.Maij-Weggen. Het is een beeld van Auke Hettema (foto: P.Cox, Eindhoven). voorbeeld: Ginneken wilde zijn aan de drank verslaafde meester kwijt en Waalre worstelde met een kracht die amper Nederlands kende. De regeling van de verkiezingen voor een Nationale Conventie. Na heel wat geharrewar kwam er een regeling voor het houden van nationale verkiezingen voor een nationaal parlement, dat onder de naam van Nationale Conventie of Nationale Vergadering de plaats zou innemen van de Staten-Ge- neraal en bovendien een nieuwe staatsregeling voor het land moest ontwerpen. Het kiesreglement voerde een getrapt kiesstelsel in. Het land werd verdeeld in 124 kiesdistricten van elk ongeveer 15.000 inwoners. Nederland telde toen ruim 1.880.000 inwoners. Een kiesdistrict werd onderverdeeld in 30 grondvergaderingen van 500 onderdanen. Elke grondvergadering koos een kiesman of kiezer uit haar midden en de 30 kiezers kozen op hun beurt een afgevaardigde voor de Nationale Conventie. Dat parlement zou dus uit 124 personen bestaan. Wie mochten er kiezen? Het reglement bepaalde: alle mannen van 20 jaar en ouder die geen bijstand genoten en een eed aflegden dat ze tegen een stadhouder waren. Alle principiële Oranjegezinden waren daarmee uitgeschakeld. De Waterschans nr. 4. 1996 Afb.5. Een bijeenkomst van de Nationale Conventie in Den Haag in 1796 (uit: Rogge, tafereel van de geschiedenis van de jongste Omwenteling in de Vereenigde Nederlanden. Amsterdam 1796). De verkiezingen in Ba- taafs-Braband. Bij de invoering van de democratie in de jaren 1795-1796 moesten de stemgerechtigden nogal eens komen opdraven voor een of andere verkiezing. Op 16 oktober 1795 kondigde de regering van de Bataafse Republiek verkiezingen aan voor een nationaal parlement. Het tussenbestuur van Ba- taafs-Braband verdeelde daarop zijn gewest in 14 kiesdistricten van circa 15.000 inwoners en elk district weer in dertig grondvergaderingen van 500 zielen. De provincie had recht op 14 afgevaardigden in het parlement. Aan de verkiezingen voor de Nationale Conventie gingen de verkiezingen voor weer een nieuwe groep van representanten voor het gewest Staats-Braband vooraf, de derde volksvertegen woordiging van de provincie binnen een jaar. Het nieuwe college wilde aantreden per 1 januari 1796. Eerst moesten de Brabanders zich echter nog uitspreken over het hun voorgelegde kiesreglement. Op 12 december maakte het tussenbestuur de uitslag van dat referendum bekend: van de 173 gemeenten keurden er 84 het reglement goed, 9 deden dat onder voorwaarde(n) en 5 lieten weten dat geen enkele inwoner was komen opdagen. Dertien gemeenten hadden het reglement afgekeurd en van de overige 62 hoorde het tussenbestuur niets. De heren Provisionele Representanten verklaarden daarop in een buitengewone zitting dat het kiesreglement was aangenomen. Het diende zowel voor de verkiezingen van het nieuwe college van representanten van Bataafs-Braband als voor die van de Nationale Conventie, met dien verstande dat elk district twee representanten afvaardigde naar de volks vertegenwoordiging van het gewest en slechts één naar de Nationale Conventie. Het nieuwe college van Brabantse representanten telde dus 28 leden. Van hen waren er 26 katholiek. Men merkt dat de katholieken geleidelijkaan de protestanten uit de Brabantse over heidsorganen verdrongen. Onder de nieuwe representanten was zelfs een priester, pastoor Franciscus Xaverius Cools van de parochie Woensel bij Eindhoven. West-Brabantse verkiezingen voor het tussenbestuur. Op 11 augustus 1795 kwam de landsvergadering van Stad en Land van Bergen op Zoom met die van Steenbergen bijeen om tien afge vaardigden aan te wijzen voor het college van Brabantse representan ten, acht namens de regio Bergen op Zoom en twee namens de regio Steenbergen. Het tiental zou vervolgens door de Staten-Generaal worden ingedeeld in vijf echte afgevaardigden en vijf plaats vervangers. Het betrof dus de verkiezingen voor de tweede groep provisionele representanten, het zogenaamde tussenbestuur. Gekozen werden mr. Jacobus de Bruyn (Wouw), Van der Schrieck, Van Lelyveld van Cingelshouck, Pieter Janse van Thoorn, Janssen, Van Bronkhorst, Van Zwieten en Simons. Deze acht vertegenwoor digden Stad en Land van Bergen op Zoom. Stad en Land van Steenbergen droegen Meussen en Pruymboom voor. Hunne Hoog Mogenden wezen tenslotte de heren De Bruyn, Van Bronkhorst, Simons, Van Lelyveld van Cingels houck en mr. Johannes Meussen als de representanten aan; de overigen werden plaatsvervangers. Wijkvergaderingen in Bergen op Zoom? De Brabantse representanten vergaderden weer in Tilburg en vanuit die plaats schreef van Bronkhorst op 6 september dat er die morgen was bepaald: 'Dat er ten spoedigste eene nationaale conventie zijn moet om het vaderland te behouden'. Het klinkt allemaal wat dramatisch, maar de toekomst zou uitwijzen dat het nog wel een half jaar zou duren alvorens de opening van de nieuwe

Periodieken

De Waterschans | 1996 | | pagina 6