132
133
De Waterschans nr. 4. 1996
Afb.8. Willem Pieter Hubert (1762-
1820), de vurige en strijdbare
patriot uit Den Bosch
(kopergravure uit Rogge).
Afb.9. Christianus Norbertus Reyns
(1749-1797), de pastoor van
Standdaarbuiten die lid werd van
de Nationale Conventie namens het
district Steenbergen (kopergravure
uit Rogge).
geldwezen'. Op 1 maart
vergaderden de Staten-Generaal
voor de laatste keer en Van Hooff,
Hubert en Verhees mochten erbij
zijn. Ze konden meteen overstappen
naar de Nationale Conventie. Daar
troffen ze de andere Brabantse
afgevaardigden, waaronder de
pionier Vreede. Van de veertien
waren er twaalf katholiek. Onder
hen bevond zich pastoor Christianus
Norbertus Reyns (1749-1797) van
Standdaarbuiten, gekozen door de
kiesmannen van het district
Steenbergen. Eindelijk was Brabant
dan gelijk aan de overige gewesten,
werd het voor vol erkend, 'de facto
en de jure', en kon het mee gaan
bouwen aan de vernieuwing van het
vaderland.
Een referendum over het
reglement voor de wijkverga
deringen.
Op 10 januari 1796 riep de Bergse
municipaliteit haar kiesgerechtigde
burgers op om opnieuw kiesmannen
te kiezen en tegelijk hun oordeel uit
te spreken over het verspreide
conceptplan voor wijkvergade
ringen. De kiesmannen waren nodig
in verband met het ongeldig
verklaren van de verkiezing op 21
december j.l. van twee afgevaar
digden namens het district Bergen
op Zoom naar het departementaal
bestuur. Hier volgt de uitslag van
de stemming: Wijk 1koos Dr.
Verstraten met 11 stemmen van de
19 tot kiesman. Wat het reglement
voor de wijkvergaderingen betreft,
kon deze wijk nog geen uitsluitsel
geven. Wijk 2: koos Grootenboer
met 13 van de 26; aanvaardde het
reglement met 23 tegen 3. Wijk 3:
koos Jan Rechter met 6 van de 11;
reglement aanvaard met 6 tegen 5.
Wijk 4: koos Adriaan der Mouw
met 7 van de 21; reglement met
algemene stemmen aanvaard. Wijk
5: koos Jan Vergroesen met 26 van
de 38. Concept unaniem aanvaard.
Wijk 6: koos Jan van Swieten met
14 van de 34. Er waren er 16 voor
het reglement; de 18 anderen
stelden als voorwaarde: binnen 14
dagen een nieuwe bijeenkomst om
te vergaderen over ingebrachte op
en aanmerkingen. Wijk 7: koos A.
van Hemsdaal met 9 van de 17;
plan verworpen met 10 tegen 7.
Wijk 8: koos Pruijs met 8 van de
16. Plan aanvaard met 12-4. Wijk
9: koos Janbroers met 3 van de 8.
Plan verworpen met 5-3. Wijk 10:
koos Martinus Kooien. Wilde het
reglement 24 uur in beraad houden.
Alles aanhoord hebbende verklaarde
Afb.10. Hendrik Verhees (1744-
1813) uit Boxtel. Hij mocht met
Van Hoojf en Hubert de laatste
vergadering van de Staten-Generaal
op 1 maart 1796 bijwonen
(kopergravure uit Rogge).
de municipaliteit twee dagen later
het reglement voor de wijkvergade
ringen voor aangenomen en
bepaalde ze dat de wijken voor de
eerste keer zouden vergaderen op
de eerste maandag van februari
1796. Tijdens de avondvergadering
van die 12de januari debatteerde de
raad over de vraag: hoe overtuigen
we de tegenstribbelende wijken, dat
ze ongelijk hebben met het con
cept-reglement af te keuren. De
vroede vaderen kwamen er die
avond niet meer aan uit. Daags
tevoren hadden de tien kiesmannen
van Bergen op Zoom samen met
hun collega's van de overige
grondvergaderingen van het district
zonder problemen Van Ghert en
Liefmans herkozen.
Hoe het stemmen in zijn werk
ging.
De representanten van Ba
taafs-Brabant waren belast met de
organisatie van de verkiezingen
voor de Nationale Vergadering in
hun gewest. Zoals we reeds zagen
betrof het getrapte verkiezingen.
Brabant probeerde het verkiezings
reglement uit bij de verkiezingen in
december voor het departementale
bestuur. Aan de hand van het
reglement gaan we even na hoe er
tweehonderd jaar geleden werd
De Waterschans nr. 4. 1996
gestemd. Wel wat anders dan nu.
Met 5.000 inwoners had Bergen op
Zoom 10 grondvergaderingen. We
noemden ze reeds. De
municipaliteit wees voor elke
vergadering drie stemopnemers aan,
dezelfde als bij het stemmen voor
het provinciebestuur. Op dinsdag 26
januari stonden die klaar om de
kiesgerechtigde burgers te
ontvangen. Op 10 januari waren er
dat 202, althans zoveel Bergenaren
maakten die dag gebruik van hun
kiesrecht. Alle stemgerechtigden
ontvingen vooraf van het
gemeentebestuur een oproep met
een gedrukt stembiljet. Op de
vastgestelde tijd verschenen de
opgeroepen burgers in hun
grondvergadering. Daar controleer
den de drie stemopnemers, ook wel
directeuren genoemd, of de
aanwezigen inderdaad kiesge
rechtigd waren. Vervolgens moesten
de stemmers de volgende verklaring
afleggen: 'Ik verklaar voor wettig te
houden, alleen zodanige regerings
vorm, welke gegrond is op de
oppermacht des gehelen volks, en
dienvolgens houde ik voor
onwettig, en daarmede strijdig alle
erfelijke ambten en waardigheden,
en alle stadhouderlijk en
aristocratisch bestuur'. Deze verkla
ring schakelde alle principiële
orangisten uit en in het Markiezaat
tevens degenen die trouw wilden
blijven aan de markies Karei Theo-
door. Na het afleggen van de
verklaring trok elke kiesgerechtigde
een nummer. Naam en mummer
werden op een lijst geplaatst.
Vervolgens ging iedereen zitten om
te luisteren naar een opsomming
van de kwaliteiten die een goede
afgevaardigde diende te hebben. Bij
de drie stemopnemers sloten zich
twee aanwezigen aan, de oudste en
de jongste. Voorwaarde was wel dat
ze konden lezen en schrijven. Met
zijn vijven vormden ze het
stembureau. Eindelijk kon dan het
eigenlijke werk beginnen. Eerst
stemden de leden van het
stembureau. Daarna riep de
voorzitter de nummers een voor een
af. De afgeroepene gaf zijn
kiesbiljet af, de voorzitter schreef
op een hoek ervan het nummer van
de stemmer, vouwde de hoek om en
verzegelde die. Daarna vulde de
stemmer het biljet in, vouwde het
dicht en deponeerde het in de
stembus. Hadden allen gestemd dan
stelde het stembureau de uitslag
vast in de volle vergadering. Een
analfabeet liet het biljet invullen
door een der stemopnemers met de
vier andere als getuigen. Om tot
kiesman of kiezer te worden
gekozen had men de absolute
meerderheid nodig. Had niemand
van de aanwezigen die gehaald, de
kiesman moest uit de aanwezigen
voortkomen, dan werd er opnieuw
gekozen met als kandidaten de vier
die in de eerste ronde de meeste
stemmen hadden gekregen. In de
tweede ronde was een gewone
meerderheid voldoende. Bij staking
van de stemmen werd er geloot. De
bijeenkomst eindigde met het
overhandigen van de geloofsbrief
aan de gekozen kiezer of kiesman.
Samen met de 29 collega's van de
andere grondvergaderingen van zijn
district zou hij de afgevaardigde
naar de Nationale Vergadering
kiezen. Die mocht van buiten het
district zijn. Voor het district
Bergen op Zoom werd het de reeds
vaak genoemde Pieter Vreede uit
Tilburg. In de stad deden zich deze
keer geen problemen voor. Dat was
niet overal zo. In Tilburg was er
zoveel tumult dat de hele
verkiezing moest worden
overgedaan en het zou daar tot
oktober duren voordat echt
duidelijk was dat J.B. Verheijen het
district Tilburg kon vertegen
woordigen in de Nationale
Conventie.
Nawoord.
Tweehonderd jaar Noord-Brabant
als een gelijkwaardige provincie.
Ook dit emancipatieproces verliep
moeizaam en er waren wel heel
bijzondere omstandigheden voor
nodig om het te voltooien. Het
maakte bovendien deel uit van
grotere processen zoals de eerste
stappen op de weg naar de
democratie en de vorming van een
eenheidsstaat met een modem
bureaucratisch bestuur. Dat waren
fors ingrijpende veranderingen en
dat in een economische crisistijd.
Iets van deze ontwikkelingen en
ervaringen van twee eeuwen terug
te doen herleven was de opzet van
de drie artikelen over het ontstaan
van Bataafs-Braband. Aanvankelijk
werd uitgegaan van vier artikelen,
één in elk nummer van de jaargang
1996 van De Waterschans, maar
omdat nummer 3 geheel gewijd
werd aan de biografie over generaal
Cort Heyligers, is het aantal
teruggebracht tot 3.
Geraadpleegde archiefstukken.
Uit het archief van de gemeente Bergen op
Zoom de nummers 0140, 0141, 2566, 2567 en
2573 van de Stedelijke Archieven.
Geraadpleegde en aanbevolen litaratuur.
'Eerenbeemt, H.van den (red.). Geschiedenis
van Noord-Brabant. Deel I: Traditie en
modernisering 1796-1890. Amsterdam 1996.
'Elias, A. en Paula C. Schölvinck.
Volksrepresentanten en wetgevers. De politieke
elite in de Bataafs-Franse tijd 1796-1810.
Amsterdam 1991 (een naslagwerk). 'Fritschy,
W. en J.Toebes. Het ontstaan van hel moderne
Nederland. Staats- en natievorming tussen 1780
en 1830. Nijmegen z.j. (1996). 'Gastel, L. van.
Roosendaal tussen platteland en stad 1770-1900.
Tilburg. 1995. 'Geyl, P. Geschiedenis van de
Nederlandse stam. Deel VI (van de
pocketeditie) 1792-1798. Amsterdam/Ant-
werpen. 1962. 'Goyarts, C.. Mr. Gerard
Willem Panneboeter (1739-1830). In: Jaarboek
De Ghulden Roos 49 (1989) 21-62. 'Ham, W.
van, J. Sanders en J. Vriens (red.). Noord-
Brabant tijdens de Republiek der Verenigde Ne
derlanden 1372-1793. Een institutionele
handleiding. 's-Hertogenbosch. 1996. Een
goed en nuttig naslagwerk evenals het
volgende: 'Heijden, W. van der, en J.
Sanders. Noord-Brabant in de negentiende
eeuw. Een institutionele handleiding.
's-Hertogenbosch. 1993. 'Kossmann, E. De
Lage Landen 1780-1940. Anderhalve eeuw
Nederland en België. Amsterdam/Brussel.
1976. 'Langenhuyzen A. en M. Romme. De
Vaderlandse Sociëteit in Oss 1793-1798. Een
onderzoek naar de sociale status van de leden.
In: Noordbrabants Historisch Jaarboek 3
(1986) 87-113. 'Mommers, A. Brabant van
generaliteitsland tot gewest. Utrecht/Nijmegen.
1953. 'Mooij, Ch. de. Over Aristocraten,
Keezen en Preekstoels Klimmersvoorgeschiede
nis en totstandbrenging van de omwenteling
van 1793 te Bergen op Zoom. Tilburg 1981.
'Mooij, Ch. de. Om de vruchten van gods
Berg. De Bergse kerkgenootschappen en hun
conflicten 1793-1814. Bergen op Zoom 1983.
'Schama, S. Patriotten en bevrijders. Revolutie
in de Noordelijke Nederlanden 1780-1813.
Amsterdam. 1988. 'Weijters, C. Ter stembus
voor de Nationale Vergadering. In: De
Lindeboom, Jaarboek VII, 1983. Tilburg.
1983, p. 1123. 'Wit, C. de. De strijd tussen
aristocratie en democratie in Nederland
1780-1848. Kritisch onderzoek van een
historisch beeld en herwaardering van een
periode. Heerlen. 1965. 'Wit, C. de. De
Noordelijke Nederlanden in de Bataafse en de
Franse Tijd 1793-1813. In: Algemene
Geschiedenis der Nederlanden, Deel 11:
Nieuwste Tijd. Bussum. 1983. p. 158-186.