Over De Roovere en haar omgeving
bij een overlijden.
10
11
w/l
De Waterschans nr. 1. 1997
door: J. Sinke
In haar kwartaalbericht 1996-nr.4
bericht de Stichtina Menno van
Coehoorn het overlijden van haar
erelid
Mr.Dr.Johan Belonje (afb.l) d.d. 22
november te Leiden, in de
ouderdom van 97 jaar.
Vanaf 1946 tot 1980 heeft de heer
Belonje in tal van functies meege
werkt aan de activiteiten van de
Stichting. Ook verschenen er van
zijn hand diverse studies over
historische vestingwerken en
fortificaties. Voor onze regio is
hieronder bijzonder belangrijk
gebleken 'Het fort Rovers of (de)
Rovere', door hem aangeduid als
een 'opstel' en als zodanig
verschenen in het jaarboek van De
Ghulden Roos te Roosendaal,
nr. 15-1954.
Een uiterst gedegen studie, geheel
gewijd aan het hoofdfort van de
West-Brabantse Waterlinie, 'de
Roovere'.
In mijn kroniek is hieraan aandacht
geschonken op de bladzijden 5 en
6.
Meerdere malen heb ik met de heer
Belonje gecorrespondeerd over zijn
werk en ook wel eens de vraag
aesteld: 'Waarom nu juist de
Roovere'?
Nog in 1990 schreef hij mij: '...Op
de vraag, door U gedaan in de
slotalinea van Uw brief kan ik over
mijn persoon mededelen, dat ik mij
in maart 1918 vrijwillig heb
opgegeven voor
de dienst der infanterie als
aspirant-vaandrig, later de cursus
der le school
voor Verlofs-officieren te Amers-
oort heb gevolgd en die tensiotte
als vaan
drig heb veriaten.
Ik ben toen geplaatst bij het te Ede
(Gld) gelegen garnizoen van het
22e In
fanterie, waar ik diende als
vaandrig en later als resp. 2e en le
luitenant.
Dat garnizoen lag rakelings langs
de Grebbelinie en de talrijke
oefeningen
daar hebben mij gebracht tot de
studie van onze oude vestingbouw
08-06-1977. Gemeente-archief Bergen op
Zoom; (4). Tekening in restauratie-archief
Gertrudiskerk in Gemeente-archief, blad
no. 420, d.d. april 1986 (ophangen van de
verschillende verlichtingskronen); (5). De
Grote of Sint Gertrudiskerk te Bergen op
Zoom. Uitgave: Bestuur van de parochie
H. Maagd Maria te Bergen op Zoom-1988.
Tekst: W.A. van Ham (blz. 26, 27, 34, 60,
63); (6). Grafmonumenten in de Grote of
Sint Gertrudiskerk te Bergen op Zoom-1993.
Door: Kees Booij en Willem van Ham
(blz. 31); (7). Tekeningen in restauratie
archief Gertrudiskerk in Gemeente-archief,
blad 6 (jan. 1956), 36 (jan. 1970), 38 (jan.
1970), 168 (nov. 1974), 169 (mrt. 1975),
176 (okt. 1975), 192 (dec. 1976), 228 (sept.
1979), 231 (dec. 1979) en andere. Betreft
kapconstructies, tongewelven met
aftimmeringen en trekstangen; (8).
Herinneringen aan de architect E.A.
Canneman 1903-1987. Uitgave:
Canaletto-Alphen aan den Rijn-1992.
Door: Jhr. Dr. H.W.M. van der Wyck;
(9). Een huis voor het woord. Het
Protestantse kerkinterieur in Nederland
tot 1900, 's-Gravenhage/Zeist 1984 (blz.
296 - 299). Door: C.A. van Swigchem e.a.
Ajb.7. Interieur St. Gertrudiskerk na de voltooiing van de restauratie en
inrichting in 1987/88. Foto: Rinus Verhees, mei 1990.
De Waterschans nr. 1. 1997
Afb.l. De heer mr. Dr. Johan
Belonje (1899-1996).
en zulks weer tot het lidmaatschap
van de Stichting Menno van
Coehoorn, die mij als
bestuurslid aanvaardde en zelfs
'erelid' heeft gemaakt'.
Zijn 'opstel' in het jaarboeX van
De Ghulden Roos beëindigt
Mr.Dr.Belonje aldus: 'En mogen de
verantwoordelijke instanties er in
wijs beleid voor waken, dat behalve
het fort ook het kostelijke stukje
natuur, dat door de iinie van weleer
in de naaste omgeving van Rovers
gevormd wordt en waarom
Halsteren terecht geroemd wordt,
onaangetast zal blijven liggen tot in
lengte van dagen'
U begrijpt dat het Belonje goed
deed dat we zo in zijn geest bezig
zijn. Hij was tot zijn studie
gekomen uit interesse in de door
Menno van Coehoorn zelf
geadviseerde aanpassing van de
West-Brabantse Waterlinie volgens
zijn Nieuw Nederlands Vesting-
bouwstelsel, een aanpassing die
nodig was 'zodat de vijand niet aan
de rivier van Tholen en verder
zoude kunnen doordringen om de
communicatie van Holland en
Zeeland af te sneiden'.
Het wegvallen van de gemeentelijke
begrenzingen op 1 januari 1997 is
t.a.v. de Linie een belangrijke
verbetering. De stad Bergen op
Zoom is nu eigenaresse van het
hoofdfort, de archieven zijn in één
hand, etc. We hopen u ook op korte
termijn te kunnen berichten over
verdere verbeteringen en strakker
bescherming. En, het is reeds eerder
aangegeven, deze zomer is het 250
jaar geleden dat onze omgeving het
slagveld vormde voor Europese
legers. De sporen ervan in ons
landschap zijn er toen ingeëtst en in
de omgeving van De Roovere
bewaard gebleven.
Het werk van Belonje was de
voornaamste bron waaruit ik, in de
winter van 1988-'89, putten kon
voor een artikeltje over de
VROUWEN VAN ROOVERE.
Hernieuwde publicatie lijkt
verantwoord omdat de verspreiding
ervan toen erg beperkt is gebleven.
Bovendien zijn er in de tussentijd
enkele wijzigingen en aanvullingen
mogelijk geworden.
Als men nu door de bossen van de
Roovere en Buitenlust wandelt of
over de Schansbaan fietst en de
contouren van de oude vesting uit
het groen ziet oprijzen, lijkt het
haast onvoorstelbaar. Toch is het
begeurd. Eens leefden daar mensen,
werkte en woonde men daar.
Mannen en vrouwen, de laatsten
duidelijk in de minderheid en
nauwelijks genoemd. Toch weten
we wel iets van hen. het lijkt goed
hun gestalten eens wat naar voren
te halen en achter de steriele
gegevens van het archief te zoeken
naar hun persoonlijkheid.
Het leven, de vreugde en het
verdriet: ook daarbij ontkomen we
niet aan eersdt weer aandacht te
schenken aan de heren der
schepping. Dat is ook wel
verklaarbaar tegen de achtergrond
van het militaire geheel.
Naar hen hebben we ook reeds de
straten en huizen van de omgeving
genoemd. Eerlijkheidshalve hadden
we hierbij wat dieper in de historie
moeten duiken, het geheel was er
zeker realistischer en levendiger
door geworden. Waarom alleen de
Roovere, Prinsen, Moermont,
Brederode, Linge, enz? En waarom
ook niet een Margarethaweg, een
Johannalat of een Agatha van
Hoolwerfflaan? Misschien komt het
nog eens zover, als er in deze
contreien weer eens 'iets' te dopen
Afb.2. De vrouwen van de Roovere.
Ver van huis en ver van de stad.
valt.
Met de eerste vrouw, genoemd in
de geschiedenis van de forten, komt
gelijktijdig ook al weer verdriet en
onmacht in beeld.
Vrouwen van de Roovere.
Alith de Wit Cornelisdochter.
Zij is op 30 december 1597, pas 22
jaar oud, 'in het kinderbedde'
gestorven.
Het staat er heel simpel, als een niet
te voorkomen gegeven. Zij was de
eerste vrouw van Pompejus de
Roovere, de staatsgecommitteerde
bij de aanleg van de versterkingen.
Zij zou nu zeker wat meer aandacht
verkrijgen. De afgelopen jaren
hebben mijn inzichten betreffende
de patriciërsfamilies van de jonge
republiek én hun macht verruimd.
Vooral de directe relaties met
Zeeuwse regenten vielen mij op.
Als de Roovere hertrouwt komt er
een tweede vrouw naar voren:
Margaretha Muys van Holy.
Van haar kennen we feitelijk nu
nog alleen haar mooie naam. Beide
echtgenotes komen uit rijke families
en zijn, in het tijdsbeeld van de
vroege 17e eeuw,achtergrondfiguren
van het miltaire gebeuren van de
tachtigjarige oorlog en het aflopen
van het Twaalfjarig Bestand.
Na het gereedkomen van de linie,
in die daqen een werk van
geweldige omvang, zijn er tot de
grote aanval van het Franse leger
tijdens de Oostenrijkse successie
oorlog in 1747, nauwelijks militaire