De Linde.
14
De Waterschans nr. 1. 1997
wat bouwvallig geheel. Met een dak
van deels pannen en riet. Huis en
schuur met bomen, leilinden,
tamme kaslanjes, veel fruitbomen
en vooral ook een ruim erf. Het
huis stond wel wat meer naar
achteren dan de enkele jaren
geleden qeamoveerde opstanden. Zij
vertelt ook nog dat vaak gevraagd
werd om het te mogen schilderen.
Dat vond oma best en de
kunstenaars kregen een stoel van
haar om rustig te kunnen werken.
Opvallend was ook de grote, ronde
schoorsteen. Er is zeker sprake van
een wat aparte bouw, terug te
leiden tot een buitenjachthuis van
de Belgische eigenaars. Zo waren er
ook grote gewelfde kelders, mocht
er een koe voor eigen qebruik
gehouden worden, enz. De opstan
den op de Roovere werden volgens
haar in de jaren twintig qesloopt.
De vrijgekomen stenen werden
opnieuw gebruikt bij de bouw van
de kerk van Moerstraten.
Tot nu toe heb ik de lokatie van
deze opstanden nog nimmer op een
kaart aangeqeven gezien. Ten slotte:
Mevr. Elisa Maria Bogers-van
Eekelen.
Zij kan ook tot de de
Rooverevrouwen qerekend worden.
Sinds 1952 was haar man, Henri
C.M.Bogers, eigenaar van de
Roovere en ook na het overlijden
van haar man is zij eigenaresse
gebleven van het aan de
noord-westzij de van de Schansbaan
gelegen gedeelte.
Gegevens ontleend uit:
'Het fort Roovere' Mr.Belonje;
Gem.Archief Alkmaar; Gem.Archief
Halsteren; Gem.Archief B.o.Zoom;
Streekarchief Nassau-Brabant.
Boekbespreking.
door: drs. G.A.Huijbregts.
Een monumentaal boek.
Regelmatig komen er boeken uit die
voor liefhebbers van de geschie
denis van Bergen op Zoom van
belang zijn en in de Waterschans
extra aandacht verdienen. Zo
leverde 1996 ons publicaties op als:
Bergen op Zoom als militaire stad,
door R.J.A. van Gils, W. Klinkert
en H. Rozenheek (Den Haag 1996),
alsmede zeer recentelijk een studie
over het onderwijs in Bergen op
Zoom. Daarnaast verschijnen er
boeken waarin Bergen op Zoom
niet de hoofdrol speelt, maar toch
op een of andere wijze aan bod
komt. Recente voorbeelden: Het
driedelige standaardwerk over de
Geschiedenis van Noord-Brabant
1796-1996 (deel III moet nog
verschijnen.); Noord-Brabant tijdens
de Republiek der Verenigde
Nederlanden 1572-1795. Een
institutionele handleiding, samen
gesteld door W.A. van Ham, J.G.M.
Sanders en J. Vriens (red.); de
dissertatie van P.M. Toebak:
Kerkelijk-godsdienstig leven in
westelijk Noord-Brabant, 1580-
1652 (Breda 1995); nog een
dissertatie: Van Turnhoutervoorde
tot Strienemonde. Ontginnings- en
nederzettingsgeschiedenis van het
noordwesten van het Maas Demer-
Scheldegebied (400-1350); een
poging tot synthese. Op dit werk
promoveerde Karei Leenders het
afgelopen jaar. De Noordbrabantse
Christelijke Boerenbond bestond in
1996 honderd jaar, reden voor een
gedenkboek. Ton Duffhues (geb.
1953 te Wijchen) nam die taak op
zich met als resultaat: Voor een
betere toekomst. Het werk van de
Noordbrabantse Christelijke Boe
renbond voor bedrijf en gezin,
1896-1996. Deze en nog andere
werken nodigen uit tot kennis
making al is het alleen maar om na
te gaan, of ze een steentje bijdragen
tot de verheldering van het verleden
van Bergen op Zoom. De overvloed
aan nieuwe lectuur dwingt tot een
selectie, gezien de financiën en de
beschikbare tijd. De redactie is van
mening haar lezers een dienst te
bewijzen door publicaties als de
hierboven vermelde wat uitvoeriger
te bespreken. Ditmaal is de keuze
gevallen op een belangrijk
naslagwerk. Het betreft hier het in
1995 uitgekomen boek: Bergs
Monumentenboek. Monumentale ar
chitectuur in Bergen op Zoom.
(Bergen op Zoom 1995). De
schrijvers/samenstellers zijn: W.A.
van Ham, J. Op 't Hoog, M.
Vermunt en C.D. Vanwesenbeeck
(eindredactie), gesteund door
meerdere medewerk(st)ers. De
opzet was om alle op de
monumentenlijst geplaatste gebouw
en af te beelden en toe te lichten.
Het gaat dan om panden die het rijk
beschermt en verder alle objecten
die het gemeentebestuur onder zijn
hoede heeft genomen. De schrijvers
hebben er zelf nog enkele aan
toegevoegd, waarvan ze menen dat
die om historische of andere
redenen bewaard moeten blijven.
Zo vinden we bijvoorbeeld de
naoorlogse noodwoningen als het
Maycrete-type en de Therm obouw
opgenomen. Ze zijn zeer typerend
voor hun tijd en historisch dus van
waarde. Ruim zeshonderd panden
passeren de revue met foto,
bouwjaar, architect (indien bekend),
bronvermelding (bouwvergunning!),
(vroegere) naam en literatuur
verwijzing. Dat laatste is uiterst
handig als men naar meer gegevens
speurt. De monumenten staan alfa
betisch gerangschikt op straatnaam.
Natuurlijk dringt zich haast vanzelf
een vergelijking op met de nog
steeds gevraagde, maar al lang
uitverkochte Gids voor Oud Bergen
op Zoom, eveneens van Willem van
Ham en Cees Vanwesenbeeck
(Antwerpen/Haar-lem 1983). De
beide boeken vullen elkaar bij
menig gebouw goed aan. Natuurlijk
behandelt het laatst verschenen
werk veel meer woningen, maar
daar staat tegenover dat de Gids
vaak wat uitvoeriger is. Wil je
bijvoorbeeld bijzonderheden weten
over het verleden van het Swaentje,
pak dan de Oude Gids, pagina
332-334. Wie de architectuurgids
van 1995 raadpleegt, vindt prompt
aan-gegeven op welke pagina's
hetzelfde object in de Oude Gids
wordt beschreven, als het daarin
tenminste vermeld wordt. Erg
handig uiteraard. De belangrijkste
monumenten van Bergen krijgen
daarentegen juist in het jongste
werk een uitvoerige beschrijving.
Van Ham wijdt aan de historie van
het Markiezenhof en van de Grote
Markt met de Gertrudiskerk een
zeer uitvoerig artikel. Markiezenhof
pagina 193-201; Grote Kerk pagina
86-94; met verhelderende illu
straties en plattegronden. Een
beknopte geschiedenis van Bergen
op Zoom, een degelijke uiteen
zetting over de stedenbouw van de
stad en een artikel van Joost Op 't
Hoog en Marco Vermunt over C.P.
De Waterschans nr. 1. 1997
door: ir. J.L.C. Weyts
van Genk (1838-1914) en Q.J.
Horsten (1874-1940), twee
architecten met heel wat gebouwen
in Bergen op hun naam, gaan aan
het eigenlijke naslagwerk vooraf.
Echt een boek om te raadplegen,
maar ook om rustig in te lezen. De
pagina's 228-231 illustreren dat het
zin heeft om monumenten in
bescherming te nemen, want daar
staan foto's van bekende bouw
werken die sinds 1960 zijn
gesloopt. De volgende bladzijden
beschrijven echter twee fietsroutes
die leiden langs het vele moois dat
gebleven is. J. Verbraak is de
auteur ervan. Monique Raats stelde
een uitvoerige literatuurlijst samen
van maar liefst 263 titels. De
namen van onze archivarissen
Slootmans, Van Ham en
Vanwesenbeeck springen er direct
uit. Een lijst van bouwkundige
vaktermen, onmisbaar in zo'n gids,
en enkele plattegronden van de stad
besluiten dit waardevolle werk. Een
boek om gauw aan te schaffen.
Dankzij een elftal sponsors is zelfs
de prijs (f 45,-) aantrekkelijk.
Inleiding
Het huis de Linde ligt aan de
Potterstraat. Aan de zuidzijde wordt
het begrensd door de Flessche, nr.
24, aan de noordzijde door St.
Huybrecht, nr. 20, en aan de
westzijde door het oostelijke van
vier in opdracht van de stichting
Stadsherstel in 1984 gebouwde
huizen. Aan de zuidzijde werd tot
in de jaren zestig het erf begrensd
door een nu tot het pand behorend
pakhuisje aan de Zuidmolenstraat
en een drietal daarop aansluitende
woninkjes, omstreeks 1800
gebouwd in de tuin van de Linde.
Oudtijds werd het erf aan de
westzijde eeuwenlang begrensd
door huis en erf, genaamd het
Caetspel, in de 15de en 16de eeuw
een uitspanning met speelbaan waar
de voorloper van het tennisspel
beoefend werd.
Afwisselend zijn van de 15e tot de
19e eeuw regelmatig verbanden met
de aangrenzende panden aanwezig
(1). Dat komt enerzijds naar voren
in aankopen en verkopen, doch
anderzijds ook als bepalingen in
verkoopakten. Een welput
bijvoorbeeld, gelegen aan de
westelijke grens van het erf van de
Linde wordt herhaaldelijk vermeld
als zijnde in gebruik bij de Linde,
St. Huybrecht en het Caetspel. Tot
in de 20e eeuw is die lokatie
herkenbaar geweest aan een ook op
de maquette uit 1750 zichtbaar
uitstulpsel aan de tuin (afb. 1). (afb.
1). Vergelijkbaar is het gezamenlijk
gebruik van secreten bij het
achterhuis van St. Huybrecht en
achter de Linde. Ook over het
afvoeren van regenwater via de
kleine Linde komen diverse keren
bepalingen voor t.b.v. St.
Huybrecht.
Het huidige pand de Linde omvat
vier onderscheiden bouwlichamen:
een voorhuis aan de Potterstraat,
een zijkamer aan de noordzijde
daarvan, een achterhuis aan de
westzijde ervan en zuidelijk daarop
Afb. 1. Detailopname van de maquette uit ca 1750 in het musée des plan
reliefs te Parijs