De Waterschans nr. 2 1997 Afb.2. Generaal von Löwenthal Foto GAB. en uitschudden van burgers, van het doden van gewonde Hollandse soldaten. De hebzucht dreef de meute ertoe om de stad onderste boven te keren. Zelfs de doden wer den niet met rust gelaten. In de Grote Kerk, tijdens het beleg reeds in puin geschoten, moesten de gra ven het ontgelden. Geraamten la gen in en rond de ruïne, uit hun rustplaats gegooid door op buit be luste schenners. Soldaten roerden met ijzeren staven in putten en se creten, niet door de wetenschap ge dreven, maar door ordinaire geld dorst. Op de Grote Markt kreeg de AJb.3. Bergen op Zoom door de Fran sehen bij verrassing ingenomen. TekJ.Steyn. dominee het te kwaad toen hij daar medeburgers zag lopen die zelfs van hun kleren waren beroofd. Wo ningen waren leeggehaald, prach tige boekwerken lagen verscheurd op straat. Uiteraard werd ook de dominee niet ontzien. Op een ge geven moment stond hij oog in oog met de dood. Als protestants predikant hoefde hij niet op veel respect te rekenen bij de Fransen. Enkele officieren hadden evenwel medelijden met de herder en na men hem in bescherming. Ook trof hij collega's in het Franse kamp. Een van hen was bang voor nader contact, maar een ander kwam er rond voor uit dat hij een gerefor meerd predikant was. Het waren spannende dagen voor Janssen. De plunderingen duurden van zaterdag 16 tot dinsdag 19 sep tember. Toen pas herstelde maar schalk Von Löwenthal (1700-1755), de Franse generaal die de verove ring van La Pucelle op zijn naam mocht schrijven, de discipline en de rust. Er was nog een Hollandse predikant in de stad, namelijk do minee Jac. Adr. Folkers. Janssen trof hem dinsdags in jammerlijke toestand aan op de Hoofdwacht. Op die dag ook ontving Janssen van Von Löwenthal een paspoort om naar Den Haag te gaan. Met Folkers kon hij op 23 september Bergen op Zoom verlaten. Het verslag van Janssen geeft een goed idee van de lotgevallen van een stad die ruim twee eeuwen ge leden stormenderhand werd vero verd. Het biedt ook inzicht in de opvattingen, waarden en nonnen van de achttiende eeuw en is zo een stukje mentaliteitsgeschiede nis. Stijl, woordkeus en spelling zijn eveneens achttiende-eeuws, maar echte moeilijke lectuur is het be slist niet. De titel spreekt over 'DE ZURE DRUIVEN'. Die uitdrukking verwijst naar een bepaald soort kanonskogel, de zogenaamde druif. Dat was een bus met kogels die als een projectiel werd weggeschoten. De kogels vlogen alle kanten uit. Men kan de druif zien als een voor loper van de fragmentatiebom. Zure druiven verwijst uiteraard ook naar de wrange bijsmaak die men in Bergen op Zoom en evenzeer in de hele Republiek, overhield aan de val van de vestingstad. Hoe was het mogelijk dat deze sterke ves- 66 De Waterschans nr. 2 1997 AJb.4. De ruïnen van Bergen op Zoom. Foto GAB. ting, dit meesterwerk van Menno van Coehoom, zo maar door een Frans leger onder de voet werd ge lopen? Dat was niet normaal. Daar moest verraad achter zitten. Zo ont stond de mythe van het verraad van Bergen op Zoom. Daarover vinden we niets terug in het hier bespro ken boek, dit in tegenstelling tot een andere facsimile-uitgave. Het zal zo'n twintig jaar geleden zijn dat de geweermakerij en handel in jachtartikelen 'De Peperbus', geves tigd Hoogstraat 5, bij gelegenheid van de opening van haar nieuwe zaak een boekje verspreidde van Numa Hasselman, getiteld: 'Beleg van Bergen-op-Zoom door de Franschen 1747.' In dit geschrift maken we kennis met de verrader van de stad, hoe hij tot zijn mis daad kwam en hoe slecht het met hem afliep. Historisch-wetenschap- pelijk gezien is het verslag van Janssen een veel waardevollere bron. Zijn boekwerkje is nu bijzon der fraai uitgegeven, knap geïllus treerd met historische prenten en kaarten en stevig ingebonden. Het is verkrijgbaar op de leeszaal van het Bergse Gemeentearchief voor het in tweeërlei opzicht symboli sche bedrag van f 17,47 (echt waar). Jammer dat de oplage maar 1100 exemplaren groot is. De Geschied kundige Kring van Stad en land van Bergen op Zoom telt alleen al meer dan 1100 leden. Nogmaals een eresaluut aan de BOUWCLUB WIJ. Wie volgt? 67

Periodieken

De Waterschans | 1997 | | pagina 11