Musea in de Regio
Het Zouavenmuseum te Oudenbosch
Een Zeventiende eeuwse oer Hollandse koperen
kaarsenkroon in het Markiezenhofmuseum
In koppelkoop verworven
De Waterschans nr. 2 1997
door: drs. GA Huijbregts
In de reeks Musea in de Regio
brengen we vandaag een bezoek
aan het Zouavenmuseum in Ou
denbosch. Het is gehuisvest in een
oud gemeentehuis. We hebben te
doen met een museum dat is toe
gespitst op één thema: de geschie
denis van de Nederlandse zouaven.
Wat waren zouaven? Dat waren sol
daten. We onderscheiden drie soor
ten: de oorspronkelijke, de Franse
en de pauselijke zouaven. De oor
spronkelijke waren krijgslieden van
de Kabylenstam in Algerije die fun
geerden als lijfwachten van de Ber-
bervorsten. Na de verovering van
Algerije door de Fransen gingen
deze beroepssoldaten over in
Franse dienst. Lege plaatsen in hun
gelederen werden aangevuld met
Franse soldaten en op den duur
bestond het hele elitekorps uit
Fransen. Alleen het merkwaardige
uniform herinnerde met de naam
nog aan de Algerijnse afkomst.
In 1860 dreigden troepen van de
koning van Sardinië-Piemont de
Kerkelijke Staat te veroveren. Veel
Italianen droomden in die jaren
van een groot Italië met Rome als
hoofdstad. Dat betekende echter
dat de paus niet langer een onaf
hankelijk vorst zou zijn. Frankrijk
kwam paus Pius VII (1846-1878) te
hulp, maar dat nam niet weg dat de
paus 2/3de deel van zijn gebied
moest afstaan. Wat hij overhield
was Rome met omgeving, het Patri
monium Petri oftewel het Erfdeel
van St. Petrus. Toen Italiaanse troe
pen ook dit laatste wilden verove
ren richtte de paus een oproep tot
de katholieke jongeren. Ruim
10.000 jonge mannen gaven ge
hoor aan die oproep, waarvan er
circa 3.000 uit Nederland kwamen.
Het Nederlandse contingent was
niet alleen relatief, maar ook abso
luut het grootste. Naar hun uni
form kregen ook zij de naam zou
aven. Fransen voerden het leger
aan. In 1867 vielen Italiaanse sol
daten onder leiding van Garibaldi
de Kerkelijke Staat binnen, maar in
de slag bij Mentana leden ze een
gevoelige nederlaag. Pas in 1870,
toen de Fransen werden terugge
roepen om het eigen land te verde
digen, moest Pius VII capituleren.
Dat was het einde van de meer dan
1000 jaar oude Kerkelijke Staat. In
1929 kreeg de paus Vaticaanstad
als onafhankelijk staatje toegewe
zen. De Nederlandse zouaven gin
gen in 1870 terug naar huis.
Hoe ontstond het Zouavenmu
seum en waarom in Oudenbosch?
Oudenbosch was in de jaren 1864-
1870 het voornaamste verzamel- en
vertrekpunt voor de Nederlandse
vrijwilligers. In die plaats was pas
toor Hellemons hun gastheer. Hij
zorgde voor onderdak in de gebou
wen van de door hem in 1840 op
gerichte congregatie van de Broe
ders van Oudenbosch. Hellemons
was een vurige pleitbezorger van de
zaak van de paus. Hij had in Rome
gestudeerd. Aan hem dankt Ou
denbosch ook een kerk naar het
voorbeeld van de St. Pieter. Alleen
de voorgevel is ontleend aan een
andere beroemde kerk uit Rome,
de Sint Jan van Lateranen. Het was
een broeder uit de Congregatie van
Oudenbosch, broeder Christofoor
van Langen, die begon met het ver
zamelen van herinneringen aan de
Nederlandse zouaven. Hij was het
ook die de geschiedenis van dit
pauselijk korps vastlegde in zijn
boek: 'Uit het epos van de driedui
zend Nederlandsche zouaven' (Ou
denbosch 1847). Zijn verzameling
documenten en voorwerpen bracht
hij eerst onder in een ruimte van
de kweekschool, waar hij geschie
denis doceerde. Zo legde hij de ba
sis voor het Zouavenmuseum. In
1947 had de officiële opening
plaats.
Na het overlijden van broeder
Christofoor stond zijn congregatie
de verzameling in bruikleen af aan
de gemeente Oudenbosch. Die
stelde in 1975 het oude gemeente
huis van 1776 beschikbaar voor de
collectie. Een diaklankbeeld vormt
een leerzame inleiding. De objec
ten zijn over drie zalen verdeeld. In
de eerste zaal trekken de originele
uniformen de meeste aandacht,
veel grijs en met een pofbroek. Het
voornaamste wapen was een Re-
mingtongeweer. In zaal 2 valt het
oog meteen op twee schilderijen
en een prachtig vaandel. Op het
ene schilderij zien we Pieter Jong
uit het West-Friese Lutjebroek in
gevecht met een troep Garibaldis
ten. Dat was bij Monte Libretti,
waar Pieter sneuvelde. Hij gold des
tijds als een held voor de katho
lieke jeugd. Datzelfde was van toe
passing op de Nederlandse zou
aven die zich in Italië onderscheid
den door tijdens een cholera-epi-
dernie patiënten te verzorgen en
doden te begraven. Meerderen van
hen vielen daarbij zelf als slacht
offer van de besmettelijke ziekte.
Op het tweede schilderij zien we
hoe zouaven in Albano een dode
gaan begraven. Het vaandel is een
herinnering aan de overwinning bij
Mentana (1867). Zaal 3 is rijk aan
documenten, zoals brieven, foto's,
onderscheidingen, vaandels van af
delingen die de zouaven na hun te
rugkeer in Nederland oprichtten,
dagboekjes, doodsprentjes, enz.
enz. Alles bijeen een aantrekkelijk
museum dat een heel apart hoofd
stuk uit de geschiedenis van de Ne
derlandse katholieken op een boei
ende wijze illustreert. Een bezoek
aan dit museum is goed te combi
neren met een bezichtiging van de
basiliek en met een wandeling
door het arboretum van Ouden
bosch.
De Waterschans nr. 2 1997
door: Kees Booij
In de zomer van 1968, tij
dens de restauratie van
het Markiezenhofcom
plex (1963-1987), werd
door het gemeentebe
stuur in verband met het
inrichten van het tot mu
seum bestemde gedeelte,
een 72 cm. hoge koperen
kaarsenkroon aangekocht
(1).
Dat geschiedde op de
20e oude kunst- en an
tiekbeurs te Delft, die
werd gehouden van 20
juni tot en met 10 juli
1968 in museum 'Het
Prinsenhof, daar georga
niseerd door de Vereni
ging van Handelaren in
Oude Kunst in Neder
land (2).
De kaarsenkroon werd
aangekocht bij Nijstad
Antiquairs Lochern N.V.
Dezelfde antiquair had
ook een 118 cm. hoge
koperen kaarsenkroon van dezelfde
geelgieter te koop. Die was geda
teerd 1648 en bezat een grootste
diameter van 118 cm. en bestond
uit twee verdiepingen met armen.
Gelijktijdig kocht de gemeente
twee fraaie nagenoeg identieke
geelkoperen bronskleurig gepati-
neerde deurknoppen. Deze vroeg
18e eeuwse knoppen zijn op het
einde van de kerkrestauratie aange
bracht op de toegangsdeuren van
de Sint Gertrudiskerk aan de Kerk
straatzijde omdat ze, zoals later
bleek, niet toepasbaar waren op de
'glas'-deuren van de vroeg 18e
eeuwse tuingevel van het Markie
zenhof waarvoor ze waren aange
kocht (3).
De granaatappelvormige knop
heeft een diameter van 9 cm en die
van de achterliggende uitgeklapte
tudor-roos-rozet is 18 cm. De knop
steekt 12 cm buiten het deurvlak
uit.
Het is heel goed mogelijk dat ze,
gezien de ornamentatie, uit Enge
land of Schotland afkomstig zijn.
Tevens werd bij de betreffende anti
quair aangekocht een blauw-grijze
Italiaans marmeren schoorsteen
mantel met bijbehorende marme
ren schoorsteenboezem in Lode-
wijk XV-stijl.
Dit uitzonderlijk ensemble is tij
dens de restauratie van
het Hof, na enige aanpas
sing, opgebouwd in de
voormalige kamer van de
Raad- en Rekenkamer op
de begane grond genum
merd 22 in de oostvleu
gel aan de grote binnen
plaats. Het vertrek dat nu
Domeinkamer wordt ge
noemd. Dat is gebeurd
tegen de zuidwand, op
de plaats waar van oor
sprong ook een stook
plaats was gemaakt (4).
Overigens een vertrek dat
door de eeuwen heen
veel van zijn oorspronke
lijkheid heeft verloren.
Kenmerken en bijzonder
heden van de aange
kochte kroon
Het gaat om een Hol
landse in geelkoper gego
ten kaarsenkroon uit het
midden van de 17e eeuw.
Tegenwoordig wordt geel koper
ook wel messing genoemd. Het is
een legering van roodkoper en
zinkhoudend erts (5).
De luchter heeft een totale hoogte
van 72 cm en een grootste vlucht
(diameter) van 80 cm. Hij is mid
dels inslag met een stempel geda
teerd 1642 en gemerkt EE met een
kroon. Dat is gebeurd op de bo
venste platte band van de ziel waar
aan ook de ophanging is gegoten.
Aan een zijde van die ring is de in
slag: 1 - ruggelingse EE met kroon
erboven - 6.
Aan de andere zijde van de ring
leest de inslag 4 - aiggelingse EE
met kroon erboven - 2.
De merkletters staan voor de geel
gieter Elias-Eliaszn. Vliet die in
'den Vergulde Keizerskroon' of
'den Gecroonde Kerck-kroon' op
de 'Nieuwe Dijck' te Amsterdam
69
noot
Enkele praktische gegevens: adres van het
Zouavenmuseum: Markt 31, Oudenbosch.
Postadres: Postbus 5, 4730 AA Oudenbosch.
Telefoon: (0165)313448. Openingstijden: in
de maanden mei t/m september op dins
dag, donderdag, eerste en derde zondag, van
14.00 tot 17.00 uur. Overige maanden alleen
na afspraak. Toegangsprijs (1996!) f2,50; kin
deren tot 12 jaar: f 1,50. CJP en MJK gratis
toegang.
Afb.l. Foto van de bladzijde in de an-
tiekbeurscatalogus uit 1968 waarop de
kroon staat afgebeeld. Het blad is voor
zien van aantekeningen die gemaakt
zijn tijdens het bezoek aan de beurs en
houden verband met de voorgenomen
aankoop. Foto: Gerard 's-Gravendijk
1997.