ORDONNANTIE
BEURT
SCHIPPERS^
De Maagd ondergronds
De Waterschans nr. 2 1997
en Lyst der Vragt-Loonen
voor de
Vaarende van VERE op BERGEN op ten ZOOM,
BERGEN op VERE
Te VERE, Gedrukt by C. M. van de Graaf, Boekverkoper.
ven mochten vervoeren naar de
plaatsen van bestemming. Het ver
bod om een postkantoor in te rich
ten of een postmeester te benoe
men bleef bestaan (14). De rol van
de stedelijke overheid scheen ge
heel uitgespeeld toen het Generale
Postoïïicie van Holland in 1763
een contract sloot met de markies
over de verzorging van het postver
keer met de steden in dat gewest
(15). Het vonnis was echter betwist
baar. De stad begon wederom een
rechtsgeding tegen de markies,
toen zijn domeinraad in 1789 een
postwagendienst op Breda instelde,
waarop een zekere Machiel de Vet
ging rijden. Als wisselplaats diende
daarbij Oudenbosch. De zaak bleef
onbeslist, vermoedelijk door de po
litieke gebeurtenissen in deze pe
riode (16). Gedurende de Bataafse
republiek sloten voerlieden van
Bergen op Zoom, Willemstad, Bui-
tensluis (Numansdorp) en Katend-
recht een contract, teneinde een
gezamenlijke postwagendienst op
te richten van Katendrecht op Ant
werpen. In 1801 is de route ver
lengd tot Rotterdam. Er kwamen
tussenstations te Godschalksoord
en Numansdorp (op de Hoekse
Waard), Willemstad, Dinteloord en
Steenbergen (17). In 1799 waren
overigens de posterijen genationali
seerd. De uitvoering van die maat
regel was in het Markiezaat van
Bergen op Zoom niet moeilijk, om
dat in 1801 de rechten van de laat
ste markies aan de Bataafse repu
bliek overgingen (18).
Koning Lodewijk besloot in 1809,
dat Bergen op Zoom voortaan een
dagelijkse postverbinding met
Frankrijk en Holland zou hebben.
Uiteindelijk kwam dit neer op één
postdag per week meer, dus drie in
plaats van twee. Ook kwam er een
postrit via Roosendaal, Ouden
bosch en Zevenbergen naar Lage
Zwaluwe. Voor Bergen op Zoom
was deze verandering niet onver
deeld gunstig (19). In verband met
het feit dat de wegen gedurende
het winterseizoen onbruikbaar wa
ren, verzocht de burgemeester van
Bergen op Zoom in 1809 om een
paardenpostroute langs zijn stad
aan te leggen (20). Er kwam, kort
voor de inlijving bij Frankrijk in
1810, ook een optische telegraafver
binding tot stand, waarop Bergen
op Zoom mede was aangesloten
(21).
Veren en beurtvaart
Vooral de positie van de stad in het
scheepvaartverkeer heeft in het ver
leden ruime aandacht gekregen.
Daarbij was de ligging van Bergen
op Zoom nabij de rivier de Schelde
van belang voor de scheepvaart.
Het geregeld vervoer van troepen
stimuleerde vanaf het einde van de
zestiende eeuw het schippersgilde,
waardoor dit belangrijker werd dan
tevoren (22).
In april 1580 besloot de magistraat
van Bergen op Zoom de scheep
vaart en vrachtlonen op Walcheren
en Goes opnieuw te regelen (23).
Het schippersambacht verzocht in
1594, gezien de geringe nering, die
alleen nog betrekking had op Tho-
len, Steendijk, Strijen en omgeving,
voortaan weer te mogen varen op
de vesting Lillo (24). In de zeven
tiende en achttiende eeuw nam het
aantal vaste veerverbindingen toe.
Met meerdere plaatsen werd een
contract gesloten, waarin de beurt
vaart en de daaraan verbonden ta
rieven werden geregeld, met name
met Amsterdam, Dordrecht, Goes,
Middelburg, Rotterdam, Schiedam,
Sint Maartensdijk, Tholen, Veere,
Vlissingen, Wemeldinge en Zierik-
zee (25). Naar Delft en Den Haag
ging vanaf 1673 een marktschipper
varen (26).
De veren vanaf Bergen op Zoom
naar plaatsen in Zeeland waren in
handen van de heer (27). In 1746
pachtte de Bergenaar Jac. Le Jeune
het (post)veer van Gorishoek (28).
56
De Waterschans nr. 2 1997
Verder bleken de veerverbindingen
met Arnemuiden en Middelburg
van belang (29). De in 1752 vastge
stelde tarieven voor het verhuur
van (vracht)schepen geeft een inte
ressant overzicht van de connecties
van de Bergse schippers: niet alleen
met Antwerpen, Mechelen en Brus
sel, maar ook met Zeeuwsch-Vlaan-
deren, Gelderland, Utrecht, Hol
land en Zeeland (30).
Brengen wij het geregelde verkeer
van de Bergenaren te land en te
water in beeld, dan blijkt er niet al
leen een concentratie in de onmid
dellijke omgeving van de stad be
stond, maar dat er tevens een uitlo
per was in de richting van Antwer
pen en het aangrenzende Zeeland.
Ook het westen en een deel van
oosten van de Republiek was hen
niet vreemd.
door: Kees Booij
Tijdens de voorbereidingen tot en
gedurende het ombouwen en res
taureren van de voormalige kerk
van de Heilige Maagd Maria Ten
Hemelopneming aan de Grote
Markt no. 32 te Bergen op Zoom
tot stadsschouwburg 'De Maagd'
(1) werden onder de vloer en onder
het maaiveld van het voorteiTein
enkele kelders en een olietank ge
lokaliseerd die het documenteren
waard zijn. De vondsten zijn ge
handhaafd.
Tevens was het toen mogelijk om
op enkele plaatsen de fundering
van de muren en kolommen te
schouwen. Zie de situatietekening
(E).
Minder belangrijke zaken uit de
kerkse periode die werden aange
troffen, zoals hemelwater-afVoer-
putten, rioleringen, centrale verwar-
mingsluchtkanalen en dergelijke,
zijn toen zoveel
als nodig geamoveerd.
De documentatie betreft een over
welfde kelderruimte (A) onder het
voorterrein nagenoeg in het mid
den pal tegen de voorgevel van het
torenlichaam, die daar in maart
1989 werd aangetroffen. De afme
tingen van de ruimte zijn inwendig
horizontaal gemeten gemiddeld
430 bij 535 cm.
Al eerder in januari 1989 waren
drie op zichzelf staande doch na
genoeg identieke kleinere over
welfde kelders aangetroffen (B) on
der de vloer in het torenportaal,
vroeger ook wel vestibule ge
noemd. Ze liggen naast elkaar op
rij, corresponderen met de drie to-
renhaltraveeën en zijn elk gemid
deld 300 x 360 cm. inwendig hori
zontaal gemeten. De kelders zijn
als het ware ingeklemd tussen de
zware torenfunderingen die aan
merkelijk dieper zijn aangelegd
dan de overige funderingen van de
kerkmuren en kolommen. In 1988
al was onder de vloer op het pries
terkoor (in de absis), ongeveer op
de lengteas van
de kerk, een grafkeldertje (2) met
inhoud gevonden met de inwen
dige afmetingen van 90 bij
190 cm. afgesloten met een tonge
welf] e (C).
Verder werd vooraan onder het
voorterrein, naast het zuidelijk
daarvan gelegen pand met de his
torische naam 'De Grote Kraanvo
gel)', in het vooijaar van 1989 een
olietank aangetroffen (D).
Van het grafkeldertje onder de ab-
57
EN VAN
1792. Gemeentearchief Bergen op Zoom,
Ajb.6. Ordonnantie voor de veer op Veere,
inv. nrs. 3220.
Aantekeningen
(1) Gemeentearchief Bergen op Zoom, secre
tarie-archief (hierna aangehaald als SA)
inv.nr.669.(2) SA inv.nr.700 (3) SA inv.nr.29, fol.
50v.(4) SA inv.nr.3196. Uit de in de ordonnan
ties opgenomen lijsten blijkt, dat er geregelde
diensten waren op Antwerpen, Breda,
Dinteloord (Prinsenland), Grave, 's-Hertogen-
bosch, Klundert, Lillo, Maastricht, Moerdijk,
Oudenbosch, Roosendaal, Steenbergen.
Tholen, Willemstad, Zevenbergen.(5) SA
inv.nr.3196. De lijst van plaatsen is in de or
donnantie van 1804 uitgebreid met Beren-
drecht,
Ekeren, Hoogstraten, Kalmthout. Kapellen,
Kruisweg, Oorderen, Stabroek, Wilmarsdonk.
Wuustwezel en Zandvliet; Etten, Fijnaart,
(Oud-)Gastel, Geertruidenberg, De Heen,
Hoeven, Hoogerheide, Kruisland, Leur, Os-
sendrecht. Putte, Rucphen, Rijsbergen, Sprun-
del,
Standdaarbuiten, Wouw, Zegge, Zundert en
Zwaluwe, Batse Veer, Nieuw- en Oud-Vosse-
meer. Poortvliet, Scherpenisse, Sint Annaland,
Sint Maartensdijk en Stavenisse. (6) SA
inv.nr.47, ongefol, res. van 1 en 12 februari, 17
en 26 maart 1676.(7) SA inv.nr.49, ongefol., res.
26 oktober 1693. (8) SA inv.nr.36 fol. 261v, res.
24 juli 1598.(9)SA inv.nr.815, stadsrekening
1650/1651, fol.IHv. (10) J.C. van Overvoorde,
Geschiedenis van het postwezen in Neder
land voor 1795 (Leiden 1902) 437. De jaartal
len die hij voor Antwerpen en Den Haag
noemt, resp. 1660 en 1699, zijn te jongt 11SA
inv. nrs.3200 en 3202.(12) SA inv.nr.3200.(13)
Van Overvoorde, Geschiedenis, 442-445;
CAM. van Bavel, 'Een merkwaardige periode
in het Steenbergse postwezen'. Uit stad en
land van Steenbergen (Steenbergen 1958)
130-148. (14) SA inv.nrs.441-442. 3197-3200;
ARR inv. nrs. 1463-1468; Overvoorde, 433-
435.(15) SA inv.nr.3202. (16) SA inv.nrs. 3201-
3204.(17) SA inv.nr.3206; Ten Brink. (1962)
232. (18) Ten Brink, Geschiedenis, 91 e.v. en
201.(19) Ten Brink. Geschiedenis, 232-234 en
306. (20) Ten Brink, Geschiedenis, 244. (21)
Ten Brink, Geschiedenis, 256. (22) E. Hartel,
Bergen op Zoom. Proeve van een sociaal-ge
ografische stadsanalyse (Terborg 1961) 46.
(23) SAinv.nr.ll, fol.199, res. 5 april 1580. (24)
SA inv.nr.12, fol.33, res. 9 maart 1594. (25) SA
inv.nrs.3219-3233. (26) SA inv.nr.3225. (27) SA
inv.nr. 8, fol.l 13;inv.nr.l0, fol. 227; inv.nr.23
fol.l 13, res. 8 mei 1516; inv.nr.776, stadsreke
ning 1518/1519, fol.llv, inv.nr.777, stadsreke
ning 1521/1522, fol. 21v, (28) G.F Sandberg,
Overtzetveren in Zeeland. Zevenhonderd jaar
vervoer te water (Middelburg 1970) 39-41, 43-
45, 47-49 en 108. (29) SA inv. nrs. 8, 115v,
inv.nr.9, fol.l46v en 27, 234; inv.nr.10. fol.228v
en 230.(30) SA inv.nr.3218. Genoemd zijn ta
rieven voor schepen met bestemming Ant
werpen. Walsoorde, Hulst, Biervliet Philip
pine, Sas van Gent, Sluis, Vlissingen, Middel
burg, Veere, Zierikzee, Ooltgensplaat, Goes,
Yersekendam, Wemeldinge, Oost-Duiveland,
Sint-Maartensdijk, Steenbergen, Oude Tonge,
Willemstad, Klundert, Dordrecht, Moerdijk,
Rotterdam, Delfshaven, Delft, Den Briel,
Maassluis, Schiedam, Hellevoetsluis,
Meneerse (Middelharnis), Somerdijk (Sont-
nielsdijk), Goeree, Gouda, Leiden, Haarlem,
Amsterdam, Gorkunt, Heusden, 's-Hertogen-
bosch. Zaltbommel, Nijmegen, Schoonhoven,
Tholen, de Utrechtse Vaert, de stad Utrecht,
Arnhem, Doesburg, Brussel. Mechelen, Geer
truidenberg, Oudenbosch en Breda