De Waterschans nr. 3 1997
richt te zijn op Vlaanderen. Maurits
van Saksen voerde daarbij het zo
genaamde 'Observatieleger' aan;
een door velen benijde functie (17).
In navolging van zijn voorganger
woonde Lodewijk XV in deze oor
log ettelijke acties van zijn legers
bij. Een omvangrijk gevolg van hof
functionarissen vergezelde hem
daarbij. Dat werd in die tijd als een
grote eer beschouwd waarvoor me
nigeen zeer gevoelig was. Mede
daardoor ontstond de bijnaam van
deze oorlog: 'la Guerre en Den-
telle' (18). Omgekeerd waren maar
schalken ook zuinig op hun Mo
narch: zo werden al voor de slag bij
Fontenoy op 11 mei 1745 twee
bruggen over de Schelde geslagen
om de Koning zo nodig veilig te la
ten ontkomen, inclusief zijn om
vangrijke hofhouding. Tijdens dit
zojuist genoemde bloedige treffen
deed zich nog iets anders voor.
Toen beide legers tegenover elkaar
stonden riep een Franse onder
commandant, die de orders van
Maurits van Saksen kennelijk niet
goed had begrepen, de Engelsen
toe: Tirez le premier, Monsieur!'
De Engelsman zou hebben geant
woord: 'Après Vous, Monsieur!'
Deze absurde geste paste natuurlijk
geheel in het beeld van de 'Kanten
Oorlog'. De werkelijkheid was ech
ter platvoerser: Van Saksen had na
melijk ervaren dat de partij die het
eerst schoot veelal de minste
treffers maakte; de geweren van die
tijd waren immers op afstanden
van meer dan 100 meter beslist niet
zuiver te noemen. Het tijdrovende
herladen gaf de tegenpartij de gele
genheid om dichterbij te komen en
dus meer treffers te boeken.
Daarom had Maurits van Saksen
zijn commandanten opgedragen
om in principe nooit als eerste te
schieten maar te proberen de vij
and zo dicht mogelijk te naderen
en dan pas te schieten. Dit vereiste
dan natuurlijk wel de nodige disci
pline en koelbloedigheid. Daaraan
ontbrak het nogal eens Franse le
gers volgens de Duitse Maréchal
de France. De veldtocht van 1744
verliep voor Frankrijk aanvankelijk
succesvol. Op alle belegeringen van
de door Hollanders bezette barriè
resteden volgden tot ieders verba
zing al snel overgaves. Waar was nu
die machtige en dappere Repu
bliek van weleer? De Franse suc
cessen werden echter verstoord
toen op 1 juli Karei van Lotharin
gen, Oostenrijks Gouverneur in de
Nederlanden, met een groot leger de
Franse grens in Elzas-Lotharingen
(de Rijn) overtrok. Lodewijk wist
deze inval te verijdelen met zijn aan
de oostgrens opgestelde leger dat
daartoe wel moest worden aange
vuld met 65.000 man van het leger
dat in de Zuidelijke Nederlanden
vocht. Maurits van Saksen bleef ach
ter met 45.000 man om het al vero
verde gebied in de Nederlanden te
consolideren en de geallieerde troe
pen zo nodig te binden.
Twijfel over de sterkte en de bedoe
lingen van de nog resterende
Franse troepen, die ver in de min
derheid waren maar toch tot ver in
het vijandelijk gebied patrouilleer
den, maakten dat de Geallieerden
dat jaar geen operaties van beteke
nis meer durfden te ondernemen.
Competentiekwesties in het geal
lieerde kamp maakten de besluit
vaardigheid er niet beter op en
Maurits van Saksen liet intussen tij
dens de patrouillegang door Vlaan
deren zijn voorraden flink aanvul
len. Al met al kan men spreken van
een Frans succes dat mede te dan
ken was aan een van de credo's van
Maurits van Saksen. Hij omschreef
dat in zijn 'Reveries' als volgt: een
soldaat wint de oorlog niet met zijn
geweer maar met zijn benen. Daar
mee propageerde hij vele en snelle
troepenverplaatsingen om een vij
and te misleiden en te verrassen;
dit spaart immers (nog steeds) le
vens. Als practisch hulpmiddel
daarvoor voerde hij, als eerste, het
in de pas marcheren in. De ver
plaatsingssnelheid steeg daardoor
aanzienlijk en ook het aanzicht van
een opmarcherend leger verbeterde
daarmee. Een gunstige invloed van
dit laatste op het eigen moreel,
evenals het gebruik van muziek of
zang daarbij, noemde hij wel maar
wist dit eigenlijk niet rationeel te
verklaren. Naast een groot aantal
onvermijdelijke en tijdrovende be
legeringen vonden in deze periode
twee veldslagen plaats. De eerste,
bij Fontenoy op 11 mei 1745, had
als inzet een ongestoord Frans be
leg van het strategisch gelegen
Doornik. Dat legde voor hen na
melijk de wegen naar Vlaanderen
en Brussel open. De uitgedaagde
Hertog van Cumberland kwam, zag
maar... verloor. Deze Franse over
winning betekende ook wraak op
het Engelse succes in de slag bij
Dettingen, waar het zelfvertrouwen
van de Franse soldaat een gevoe
lige knauw had gekregen. De
vreugde was dan ook groot en
Maurits van Saksen werd alom
geëerd. Als bijzonderheid zij nog
opgemerkt dat bij dit geallieerde
echec de latere verdediger van Ber
gen op Zoom, de Generaal Von
Cronström, een twijfelachtige rol
zou hebben gespeeld (19).
De tweede veldslag bij Raucoux op
11 oktober 1746 moest worden ge
leverd om te voorkomen dat Prins
Karei van Lotharingen ditmaal het
beleg van de strategisch gelegen
steden Charleroi en Namen zou
verhinderen. Opnieuw stak deze
daartoe de Rijn en vervolgens ook
nog de Maas over. Hij arriveerde te
laat om dat doel te bereiken: beide
vestingen, waarvan Namen door
voornamelijk Hollandse troepen
werd verdedigd, hadden zich al
snel overgegeven zonder deze kans
op ontzet van buitenaf verder af te
wachten. De partijen hadden hun
opmars naar elkaar echter al in
gezet en gingen daarmee door
beiden hadden immers belang bij
een definitieve overwinning. Liefst
200.000 mannen namen in totaal
deel aan deze betrekkelijk onbe
kend gebleven veldslag. Het was
daarmee echter wel een van de
grootste, zo niet allergrootste van
de 18e eeuw. De Hollandse troe
pen hebben zich daarbij, tegen de
verwachtingen van vriend en vij
and, ditmaal wel goed geweerd. Zij
streden tegen eenheden van Gene
raal von Löwenthal, de latere held
van Bergen op Zoom. Verhoudings
gewijs leden zij daarbij wel de
meeste verliezen.
En ook daar opnieuw een voor
beeld van geallieerde competentie
strijd: de Hertog van Cumberland
verscheen niet op het slagveld om
dat het oppercommando niet aan
hem was gegeven. Dat eiste Prins
Karei van Lotharingen voor zich
op, die de meeste Oostenrijkse
troepen met zich meebracht. Even
daarvoor had hij echter wel een ge
voelige nederlaag geleden tegen de
Pruisen... Op die bewuste dag be
lette het slechte weer een vroege
start van de gevechten. Bij het in
vallen van de duisternis hadden de
Fransen weliswaar de meeste kans
op de eindoverwinning maar de vij
and trok zich terug en stak de Maas
over. Van Saksen buitte zijn succes
niet uit door de vijand te achtervol
gen en uit te schakelen. Ook dat as-
De Waterschans nr. 3 1997
etats-generaux
in Fontenoy-
11 mai 174S
peet bepleitte hij in zijn 'Reveries'.
Hij zag daar om voor ons onduide
lijke redenen toch maar van af.
Tenslotte dient de verovering van
Brussel te worden vernield, die tot
ieders verrassing in de winter van
1745-'46 werd uitgevoerd onder
zijn persoonlijke leiding. De plot
seling ingevallen vorst had de we
gen weer begaanbaar gemaakt
maar de Geallieerden lagen niets
vermoedend in hun winterkwartie
ren. De 9000 man tellende bezet
ting van Brussel nam de opzettelijk
verspreide geruchten voor waar
aan: de zo gevreesde Maarschalk
zou zich nog in Parijs bevinden en
zich overgeven aan de van hem zo
bekende uitspattingen in damesge
zelschap... Brussel viel, dankzij het
onconventionele optreden van
Maurits van Saksen, praktisch on
beschadigd in Franse handen.
Mensenlevens waren er amper te
betreuren.
De gebeurtenissen in 1747
De Republiek zag met lede ogen
aan dat de oorlog het eigen grond
gebied begon te naderen en stelde
vredesonderhandelingen voor. Deze
startten op 4 oktober 1746 in Breda
maar de deelnemers kwamen, on
danks de wil tot vrede van Frankrijk
en de Republiek, niet tot overeen
stemming over de door Engeland
gestelde voorwaarden. Ook tegen
de wil van Maurits van Saksen
moest de oorlog toch weer door
gaan. Zinloos bloedvergieten was
immers niet zijn stijl. De Franse
politici vonden een ook voor de
Maarschalk acceptabele tussenop
lossing: het innemen van het prak
tisch weerloze Zeeuws-Vlaanderen,
bedoeld als een laatste waarschu
wing aan de Republiek om haar
steun aan Engeland te laten varen.
De Generaal von Löwenthal werd,
na een bijna excuserende oorlogs
verklaring aan de Republiek op 17
april, met deze opdracht belast. Hij
begon er diezelfde dag nog aan en
was daarmee al heel snel gereed
(20). De diverse zwakke Hollandse
vestingbezettingen bleken geen
partij voor de Fransen en het op
treden daartegen door het geal
lieerde leger was al helemaal niet te
verwachten. Dat moest immers de
hoofdmacht van Maurits van Sak
sen 'schaduwen'. Een Engels eska
der verscheen nog op 23 april voor
de Zeeuwse kusten maar kon na
tuurlijk evenmin iets uitrichten te
gen deze Franse invasie. Wel von
den de Zeeuwen dat hun hopeloze
toestand nu meer dan voldoende
aanleiding was om de komst van
een Oranje-Stadhouder te eisen
om hen uit hun benarde positie te
redden. Willem III was in 1672 im
mers ook de redder van de Repu
bliek in nood geweest... Enige we
ken daarna had de Republiek dan
ook haar Stadhouder.
Het geallieerde leger wachtte intus
sen in Staats-Brabant de volgende
zet van Maurits van Saksen af. Kon
het misschien toch nog het initia
tief hernemen ondanks deze over
duidelijke Franse overmacht? De
geallieerde bevelhebbers hadden
wellicht daarvoor wel plannen,
maar uitgevoerd werden zij in ieder
geval niet. Het bleef bij een 'kat en
muisspel'. En inderdaad. Maurits
van Saksen had behalve een groot
numeriek overwicht ook nog de
keus tussen twee opmarsroutes
95
Osiende
Nieupori
Furnes
Courtroi
Louvoin
Bruxelles
Audenorde
ournot
llllllllllllll Campagne de 1744
Menin, 4 juin 1744
Ypres, 25 juin 1744
Fumes, 10 juillet 1744
Campagne de 1745
Fontenoy, 11 mai 1745
Toumai, 20 juin 1745
Gand, 11 juillet 1745
Bruges, 18 juillet 1745
Audenarde, 22 juillet 1745
Dendermonde, 13 aoüt 1745
Ostende, 25 aoüt 1745
Nieuport, 5 septembre 1745
Ath, 8 octobre 1745
Bruxelles, 20 février 1746
Campagne de 1746
Louvain, 5 mai 1746
Malines, 12 mai 1746
Anvers, 31 mai 1746
Mons, 11 juillet 1746
Charleroi, 2 aoüt 1746
Namur, 30 septembre 1746
Raucoux, 11 octobre 1746
11 J1 J11J Campagne de 1747
Lawfeld, 2 juillet 1747
Berg-op-Zoom, 16 septembre 1747.
Campagne de 1748
Maëstricht, 7 mai 1748
Lille
FRANCE
Luxembourg
AJb. 5. De door Maurits van Saksen beheerste gebieden in de Oostenrijkse Nederlanden, aangegeven per veldtocht (12).