LA VILLE DE BERGEN OP ZOOM
2
Het einde van het Franse bestuur in 1814
De Waterschans nr. 4 1997
door: drs. GA Huijbregts
Neerlan ds Kimme.
Er* za! met iVehooner Clans, al Hoog,
eri Hooger! fClimmp,
e n u alle Twj 11 en Twe ed r a £?t
aan een Z.j/
Nu Binne Kort Herleeft de Zee.
e n K. oopva jv" dj/
Leeft alle Eenegrzindl, ab Broeder?
nu te S &*m e
Dan Komt de Welvaart Weer. dit
wenseh it err zeg, Arrtert
"A-A.
AJb.l. Zoals uit deze zinneprent blijkt, verwachtte men van de bevrijding een grote
eensgezindheid en herstel van de welvaart (Atlas van Stolk, Muller 1973).
1. Inleiding
In enkele voorafgaande artikelen
1maakten we kennis met Bergen
op Zoom als een Franse stad, gele
gen in het Departement van de
Twee Nethen en ressorterende on
der het arrondissement Breda. De
stad deelde die jaren in de econo
mische crisis van het continentale
stelsel en de daaruit voortvloeiende
oorlogen. Militaire dienstplicht,
tiërcering van de rente, strenge
douanecontroles, drukkende belas
tingen, dat alles droeg bij tot een
groeiende ontevredenheid onder
de bevolking. Het Franse bestuur
heeft positieve kanten gehad, maar
de malaise was het meest voelbaar.
Geen wonder dat velen verlangden
naar de val van de keizer en het
einde van het Franse bewind. Na
de zware nederlaag van Napoleon
bij Leipzig verloren de Fransen
steeds meer terrein. Russen, Oos
tenrijkers, Pruisen en Zweden dre
ven hen terug naar de Rijn, terwijl
Engelsen en Spanjaarden over de
Pyreneëen kwamen. Menig Frans
ambtenaar hield het voor gezien en
vertrok richting Parijs. Natuurlijk
kwam er ook wel eens een door
Bergen op Zoom. Hoe was de
stemming daar? Snakte men naar
een terugkeer van vroegere tijden
of was men er juist beducht voor?
Van pogingen om in opstand te ko
men of van enig ondergronds ver
zet merken we niets. De sfeer was
blijkbaar erg gelaten, een stemming
van afwachten maar.
2. De bevrijding van West-Brabant
Even leek het erop dat Bergen op
Zoom al in 1813 bevrijd zou wor
den. Op woensdag 8 december van
dat jaar werd het eerste bataljon
van de Russische generaal Ben-
kendorff bij Hardinxveld over de
Merwede gezet en daarmee begon
de bevrijding van het grondgebied
van de huidige provincie Noord-
Brabant. Ruim een week eerder
had Napoleon generaal Charles
Decaen (1769-1832) benoemd tot
opperbevelhebber van de troepen
die Nederland en België moesten
verdedigen. In geen geval mocht
Decaen Antwerpen verliezen en
daarom diende hij de vestingen in
de omgeving zoals Bergen op
Zoom, Breda, Willemstad en Oolt-
gensplaat ijlings te versterken.
Toen Decaen op 5 december in
Antwerpen kwam, trof hij daar tot
zijn verbijstering slechts enkele dui
zenden slecht bewapende man
schappen van de nationale garde
aan. Van de keizer ontving hij de
eerste dagen alleen maar bevelen,
terwijl de Engelsen in Zeeland
troepen aan land zetten en de Rus
sen vanuit Holland naderden. De-
144
De Waterschans nr. 4 1997
caen raakte enigszins in paniek.
Om snel over meer soldaten in
Artwerpen te beschikken, beval hij
de generaals Rostellant en Ambert,
bevelhebbers van Willemstad en
Breda, hun vesting te verlaten
zodra de vijand een serieuze aanval
in de zin had. Ze moesten dan Ant
werpen versterken, want die stad
mocht in geen geval verloren gaan.
De keizer had dat uitdrukkelijk ge
zegd.
Voor Breda leek een aanval op 9
december aanstaande. De voor
hoede van het Russische leger on
der leiding van generaal Staal arri
veerde die dag in Oosterhout. Am-
bert hoorde dat een groot aantal
Russen en Pruisen in aantocht was
en besloot daarop Breda prijs te ge
ven. Omstreeks acht uur in de mor
gen van 10 december verlieten de
Fransen via de Haagpoort de Baro-
niestad met achterlating van 400
zieken. Arrondissementscommissa
ris P. Peppe, van huis uit een Belgi
sche boterhandelaar, verliet even
eens zijn post. Een paar uur later
kon Staal met 1.200 Russen Breda
zonder slag of stoot via de Bos
poort binnentrekken. De Fransen
gaven diezelfde dag heel West-Bra
bant prijs met uitzondering van...
Bergen op Zoom. Engelse mari
niers bezetten Willemstad. Op het
eiland Tholen en in en om Wil
lemstad lagen weldra ongeveer
10.000 Engelse soldaten. Hollandse
militairen namen Zevenbergen,
Steenbergen, Dinteloord, Zundert
en Geertruidenberg in. Zij deden
dat voor en in naam van de Soeve
reine Vorst Willem I, de zoon van
de in 1795 naar Engeland uitgewe
ken stadhouder Willem V. Overal
in de bevrijde plaatsen wapperde
weldra de Nederlandse vlag en
tooiden de bewoners zich met
oranje.
Bergen op Zoom miste evenwel de
boot. Napoleon was woedend op
Decaen en zette hem onmiddellijk
af. Een poging om vlak voor de
kerstdagen Breda te heroveren mis
lukte. Willem I had de Nederlandse
generaal in Russische dienst An
dreas Hendrik Johan van der Plaat
tot gouverneur van Breda be
noemd. Die zag kans om de Franse
aanval op de stad met hulp van de
burgers af te weren.
Minder roemrijk verging het de Ne
derlandse troepen in Geertruiden
berg. Daar raakte commandant ko
lonel Van Heemskerck de kluts
Ajb.2. Willem I van Oranje-Nassau aan
vaardde in 1813 de regering met de titel
Soeverein Vorst. Hij mocht zich vanaf
1815 koning noemen. Hij regeerde tot
1840 (Atlas van Stolk).
kwijt en ook zijn stad, voordat hij
kruitdamp had gezien of geroken.
Op 20 december hoorden de be
woners kanongebulder uit de rich
ting Breda. Tegen de avond draaf
den enige kozakken de vesting bin
nen en vertelden dat Breda werd
aangevallen en dat een Franse le
gergroep al ten noorden van Breda
opereerde.
Daarop had Van Heemskerck de
wachtposten verdubbeld en een
patrouille op verkenning uitge
stuurd. Die kwam de volgende och
tend terug zonder de vijand gevon
den te hebben (2). Een paar uur la
ter stonnden opeens twee kozak
ken het marktplein op, luid
schreeuwend: 'Franzoos fourt!
Franzoos fourt!' Van Heemskerck
gaf meteen bevel tot de terugtocht.
Het bleek loos alarm. Gelukkig
merkten de Fransen niets. De Soe
vereine Vorst kreeg wel enkele nare
opmerkingen van de Pruisische be
velhebber Von Bülow te verwerken.
Voor Bergen op Zoom braken
moeilijke maanden aan. Napoleon
liet de stad versterken. Hij wilde
deze vesting houden. Dat hoorde
bij zijn taktiek van terugtrekken. In
de sterkste vestingsteden liet hij be
zettingstroepen achter. Op die ma
nier dwong hij zijn tegenstanders
om hun krachten te versnipperen.
want elke vesting moest worden be
waakt en zo mogelijk ingesloten.
Dat hij op die wijze ook het eigen
leger verkleinde, deerde hem niet.
Hij droomde van een groot tegen
offensief en dan zouden de vastge
houden vestingsteden goed van pas
komen.
3. Bergen op Zoom in staat van
beleg
Op 17 december 1813 kwam Peppe
naar Bergen op Zoom. Rollin, de
prefect van het departement van de
Twee Nethen, had hem daags tevo
ren opgedragen zich in Bergen te
vestigen, de enige plaats van het ar
rondissement Breda die nog in
Franse handen was. Peppe heeft
over zijn werk in Bergen op Zoom
een rapport opgesteld onder de
naam: 'Compte Administratif des
gestions de P. Peppe sous-prefect
de l'Arrondissement de Breda pen
dant le siège de la ville de Berg-op-
Zoom' (3). Het is mogelijk dat hij
zich daannee in Parijs wilde ver
antwoorden, maar het is terechtge
komen in het rijksarchief in Den
Bosch. Voor dit artikel is van het
rapport dankbaar gebruik gemaakt.
Op 23 december zag Peppe toe bij
het binnenhalen van de koeien die
in de naburige plaatsen waren ge-
requireerd. Dit met het oog op een
eventuele insluiting van de stad. Bij
decreet van 4 januari 1814 ver
klaarde Napoleon Bergen op
Zoom in staat van beleg. De directe
aanleiding was een aanval op de
stad op 13 december 1813. Dat
schrijft althans Peppe in zijn brief
van 15 januari 1814 aan burge
meester Gerard Vermeulen (4). De
macht over de stad ging door de
staat van beleg over in handen van
de militaire gouverneur Bizanet.
Peppe hield zich in hoofdzaak be
zig met het militaire hospitaal in
het Markiezenhof, de levensmidde
lenvoorziening en de door de bur
gers extra op te brengen financiën
voor het uitbetalen van de soldij
aan het garnizoen. Het bleef nog
lang mogelijk om levensmiddelen
van buiten de stad in te voeren. Op
2 januari liet Peppe de gemeente
raad bijeenkomen om mee te pra
ten over een requisitie van levens
middelen voor het militair hospi
taal. Voorzitter Vermeulen stelde
toen aan de twaalf opgekomen
raadsleden voor dat ieder vrijwillig
naar vermogen geld zou bijdragen
om daarmee het benodigde voor
145