De Waterschans nr. 4 1997
Afb.3. Een Engels soldaat onderhandelt
met een eierverkoopster (Prent van Joh.
Bemme, naar een tekening van
J. Langendijk).
het hospitaal te kopen. Het voorstel
viel niet in goede aarde en de raad
ging uiteen zonder tot een besluit
te zijn gekomen (5). Peppe ergerde
zich aan de houding van de raad
en liet de burgemeester schriftelijk
weten dat hij het maar zonder die
raad moest doen. Zonder verlof van
Peppe mocht de volksvertegen
woordiging niet meer vergaderen.
Of de heren het jammer vonden?
Zeer waarschijnlijk niet. Enkele da
gen later maakte de burgemeester
op last van Bizanet en Peppe be
kend dat de inwoners hun voorra
den veevoer buiten moesten zetten
in de tuin of op een open terrein.
Brandhout en mest dienden voor
de ingangen van voorraadkelders te
worden getast.
Soms was er verzet. Op 11 januari
moest Peppe een molenaar dwin
gen tot het malen van gerequireerd
graan. Een bevel van de directeur
van de genie om alle heggen om te
hakken die binnen een afstand van
300 vadem ca 6 km) vanaf de
kruin van het glacis groeiden, werd
slecht opgevolgd. Op 15 januari
dreigde Peppe met militair ingrij
pen, maar op 3 februari stonden de
heggen er nog. Juist op die dag
maakte de burgemeester bekend
dat de stad in staat van beleg was
verklaard en riep de sous-prefect de
burgers op om linnen en textiel-
pluksel af te staan voor het hospi
taal. Deze instelling was een bron
van zorgen. Aan alles was er gebrek
en steeds waren er weer nieuwe zie
ken. Het aantal gewonden was
klein, maar ziekten waren een
plaag voor elk leger. Eind januari
liet de ondernemer Dumanget we
ten dat hij geen brandstof meer aan
het hospitaal kon leveren. Daarop
machtigde Peppe de Commission
des hospices om geld te lenen voor
het kopen van het allernoodzake
lijkste voor het hospitaal. Op finan
ciële steun vanuit Antwerpen of Pa
rijs hoefde men niet meer te reke
nen.
De insluiting van de stad liet op
zich wachten en zo kon Peppe op
27 januari de burgemeesters van
Putte, Ossendrecht, Woensdrecht,
Huijbergen en Hoogerheide ma
nen, paarden te sturen voor de mo
biele batterijen in de vesting. Ver
meulen deelde hem mee dat het
buitengebied van zijn stad zou zor
gen voor 27 paarden en 13 begelei
ders.
4. Een lening van 53.000 francs
De Fransman Montrichard be
heerde in Bergen op Zoom de
krijgskas. Half februari waar
schuwde hij Bizanet dat hij weldra
geen geld meer zou hebben om de
soldaten hun soldij te betalen. De
gouverneur, die toch al moeite had
met het bijeen houden van zijn
troepen - van zijn 5.000 soldaten
deserteerden er in ruim een maand
tijds meer dan 2.000 - wilde zijn
manschappen tevreden houden.
Van de regering had hij niets meer
te verwachten. Hoe lang zou de
oorlog nog duren? Tot twee keer
toe hadden de Pruisen onder Von
Bülow en de Engelsen onder Gra
ham een aanval gewaagd op Ant
werpen, maar zonder succes.
Daarna trok Von Bülow verder en
ging Graham terug naar Roosen
daal en omgeving. Bizanet besloot
53.000 francs te lenen van de
Bergse burgers op naam van de
Franse regering, een gedwongen le
ning. De reeds geïnde belastingen
eiste hij op, maar die leverden
slechts 15.000 francs op. De Com
mission des hospices probeerde
ook al geld te lenen voor het hos
pitaal. Menig inwoner van Bergen
op Zoom had intussen al aardig
wat te goed van de Franse overheid
vanwege gedwongen leveranties of
geleverde prestaties. Die werden
dikwijls gehonoreerd met bonnen,
maar wat kon je daar mee? Voorlo
pig niets. Voor salarissen van de
ambtenaren was eveneens onvol
doende geld.
De animo voor inschrijving op de
nieuwe lening was nihil. Vandaar
een gedwongen participatie. Biza
net stelde een commissie samen
die bepaalde welk bedrag elke wel
gestelde familie moest bijdragen.
Er kwam ook iets van inspraak De
burgemeester wees een commissie
aan die de lijst van 'deelnemers'
mocht bekijken en voorstellen tot
wijziging mocht doen. Aan het
concept van de gouverneur mocht
echter niet wezenlijk worden ge
tornd. Vermeulen kreeg het moei
lijk Menig aangeslagene gaf hem
blijkbaar de schuld en zo moest hij
de klappen opvangen, bijna letter
lijk Op 25 februari stapte zijn oud
ste dochter naar de gouverneur en
vroeg hem onder tranen om be
scherming voor haar vader. Daarop
belastte Bizanet twee gendarmes
met de bewaking van de burge
meester.
De volgende dag leverde Vermeu
len bij Peppe twee lijsten met na
men in, de lijst van Bizanet en die
van zijn eigen commissie. Tegelijk
verzocht hij de sous-prefect om 's
middags aanwezig te willen zijn bij
de vergadering van de 'répartiteurs',
de commissarissen die het bedrag
zouden bepalen waarvoor de 'uit
verkorenen' moesten intekenen. Als
reden noemde Vermeulen dat som
mige commissarissen niet in het
minst rekening hielden met zijn
waardigheid als burgemeester en
zich opmerkingen veroorloofden
die niets met de zaak van doen
hadden. Die dag kwam de eindlijst
klaar en werd de extra bewaking
van de burgemeester ingetrokken.
De volgende dag was Vermeulen
zo beroerd dat hij niet naar het
stadhuis kon. De commissieleden
vergaderden toen bij hem thuis
over de praktische uitvoering van
de pijnlijke operatie.
5. De laatste vergadering van de
conseil municipal
Vermeulen zocht steun bij zijn ge
meenteraad, de conseil municipal.
Op 3 maart vroeg en kreeg hij ver
lof van Peppe en Bizanet om de
raad bijeen te roepen. Omdat er in
de voormiddag te weinig leden ver
schenen, stelde de voorzitter de
vergadering uit tot 17.00 uur. Toen
meldden er zich 13 leden van de 15
en ging de vergadering door. Op de
agenda stond maar één punt: de le-
146
De Waterschans nr. 4 1997
ning van 53.000 francs. De grote
vraag was: 'Wat te doen als Frank
rijk later het voorgeschoten bedrag
niet terugbetaalt? Welke garantie
kon men de gedupeerden bieden?
Op voorstel van de voorzitter
keurde de raad goed dat de ge
meente dan de schuld op zich zou
nemen en 4% rente zou betalen tot
de terugbetaling rond was. Guil-
laume Huart, gemeenteontvanger,
zou de aanslagen bezorgen. Na
tuurlijk kwamen er bezwaarschrif
ten binnen, bijvoorbeeld van per
sonen die al meer bedragen van de
overheid te goed hadden. Pierre
Cuypers (1763-1844) en Nicolaas
Vanderhagen stonden genoteerd
als burgers met het hoogste inko
men, namelijk 20.000 francs per
jaar. De wijnhandelaar van de
Grote Markt S.P. Lebot was met
12.000 francs de derde. De som van
53.000 francs werd verdeeld over
168 ingezetenen. Uiteindelijk
kwam er 51.251 francs binnen (6).
Het was de laatste vergadering van
de raad als conseil municipal. Toen
de heren elkaar op 6 mei weer trof
fen, was het als gemeenteraad en
schreef men de notulen weer in het
Nederlands, net als vóór de inlij
ving.
6. De onrustige nacht van 8-9
maart 1814
Het bewaken van de vesting Bergen
op Zoom in 1814 was aanvankelijk
een Engelse aangelegenheid. Tho
mas Graham was de opperbevel
hebber van de 10.000 soldaten die
Londen naar Zeeland had ge
stuurd. Net als in 1809 had de En
gelse regering bijzondere aandacht
voor Antwerpen en de daar aanwe
zige oorlogsvloot. We zagen reeds
dat de Scheldestad te sterk bleek
voor het geallieerde leger van En
gelsen en Pruisen (7).
Na twee mislukte pogingen om de
stad in te nemen, trokken de Prui
sen verder. De Engelsen zochten
naar een succes en zo kwam Gra
ham op de gedachte om Bergen op
Zoom te veroveren. Door de vrede
van Kiel tussen de geallieerden en
Denemarken, een bondgenoot van
Frankrijk, kwam de Engelse bri
gade onder Arthur Gore vrij. Die
trok naar West-Brabant om Gra
ham te versterken. Verschillende
omstandigheden rechtvaardigden
naar het inzicht van de bevelheb
bers een overrompelingsaanval op
Bergen op Zoom. Het Engelse le
ger had pas versterking gekregen; er
waren verder geruchten dat Von
Bülow teruggeslagen was en het le
ger in Antwerpen zou daardoor
weer verbinding hebben met het
Franse noorderleger. Graham zag
daarin een bedreiging van zijn troe
pen en zocht daarom een extra
steunpunt en toevluchtsoord. Dat
zou Bergen kunnen zijn. Sir Gra
ham oordeelde dan ook dat die
stad genomen moest worden. Hij
verzocht Clancarty, Engels gezant
in Den Haag, om de Soevereine
Vorst te bewegen nog 3.000 recru-
ten van het Nederlandse leger tot
zijn beschikking te stellen. Juist in
deze dagen gaven de Fransen Gor-
kum over en kwamen er Neder
landse troepen vrij. Willem I
stuurde vier bataljons onder kolo
nel Perponcher naar West-Brabant.
Een van de bataljons was echter zo
slecht, dat Graham dringend ver
zocht het terug te nemen. Er kwam
een beter voor in de plaats. Dat
werd weggehaald bij Grave, dat ook
nog in Franse handen was (8).
Jan Egbert van Gorkum kreeg van
Graham de opdracht een onder
zoek in te stellen naar de sterkte
van Bergen op Zoom en een aan
valsplan te ontwerpen. Van Gor
kum was een Nederlander die uit
het Franse leger was gedeserteerd,
toen zijn onderdeel in Antwerpen
lag. Van Gorkum had al een uit
voerig rapport over Antwerpen op
gesteld. Ook Bergen op Zoom was
hem niet vreemd. Eerder had hij de
Ajb.4. Generaal-Majoor J. E. van
Gorkum (Naar een steendruk van
J. Berghaus).
Erfprins een plan tot verovering
van Bergen op Zoom aangeboden
en dat zal wel de reden zijn geweest
waarom Graham hem naar Zun-
dert liet komen. Daar bevond zich
toen het Engelse hoofdkwartier. De
Engelse bevelhebber stelde 3.000
manschappen beschikbaar, maar
dat vond Van Gorkum te weinig.
Graham deed er toen nog twee re
gimenten bij.
In verband met het getij zou de
aanval geschieden in de nacht van
8 op 9 maart. Generaal-majoor
Cooke kreeg de leiding.
7. Een nacht met zware verliezen
Om kwart voor negen in de avond,
het was al goed donker, werd de
stilte verscheurd door kanongebul
der van Engelse vuurmonden bij
de Steenbergse poort. De aanval
was bedoeld als een schijnaanval
om de Fransen naar die hoek van
de stad te lokken. Kort daarna pro
beerden drie andere kolonnes op
drie verschillende plaatsen de ves
ting binnen te komen. Op twee
plaatsen slaagden ze daar wonder
wel in. De Fransen waren compleet
verrast. Een kolonne drong door in
het havenkwartier, terwijl een an
dere via de Hoogstraat de Grote
Markt probeerde te bereiken. Zo
ver kwam het echter niet. Eenmaal
van de eerste schrik bekomen, ging
de bezetting van de stad tot een te
genaanval over. De Engelsen red
den het toen niet en moesten zich
tegen de morgen overgeven. Het
nieuws van het aanvankelijke suc
ces bereikte snel Den Haag. Gijs-
bert Karei van Hogendorp had Wil
lem I al gefeliciteerd met de zege.
Des te harder kwamen later op de
dag de onheilsmaren aan (9). Vol
gens opgave van de Engelsen zelf
waren er van de 3.950 aanvallers
ongeveer 900 gesneuveld en 1.800
krijgsgevangen gemaakt. De Franse
militair en ooggetuige Le Grand
schreef een boekje over de aanval
(10). Volgens hem begroeven de
Fransen 800 gesneuvelden van de
tegenpartij in een droge gracht en
maakten ze 2.077 Engelsen krijgs
gevangen, terwijl de Fransen 160
doden telden en meer dan 300
zwaar gewonden. Verder waren er
ruim 100 Fransen in gevangen
schap weggevoerd. Op 10 maart
sloten de twee partijen een over
eenkomst tot uitwisseling van de
gevangenen. De Engelsen droegen
de lichamen van hun gesneuvelde
147