Bergen op Zoom, sociaal-geografisch geanalyseerd Een bijzondere dissertatie De Waterschans nr. 4 1997 132 De Waterschans nr. 4 1997 door: drs. GA Huijbregts 1. Inleiding Onlangs werd mijn aandacht weer eens getrokken door een dissertatie die in 1961 uitkwam onder de titel: 'Bergen op Zoom. Proeve van een sociaal-geografische stadsanalyse'. Met dit werkstuk behaalde de be kende Bergenaar Emil Gustav Heinrich Hartel op 16 februari 1962 zijn doctorstitel. De schrijver was tien jaar lang voorzitter van onze Geschiedkundige Kring en maakte geruime tijd deel uit van het Bergse College van Burgemees ter en Wethouders. De Kring be noemde hem als blijk van waarde ring voor zijn grote inzet tot ere voorzitter. De inmiddels 70 jaar geworden au teur is geboren in Bergen op Zoom en hij woont daar nog steeds. Zijn naam verraadt zijn Duitse afkomst. Vader Hartel diende in de Eerste Wereldoorlog in het Duitse leger, maar werd als ingenieur tewerkge steld in een fabriek voor onder zeeërs in het toenmalige Stettin. Na de oorlog emigreerde hij naar Ne derland, waar hij in de jaren dertig het Nederlandse staatsburgerschap verwierf. Emil was de eerste die een lezing hield voor onze Geschiedkundige Kring. Dat was op 26 januari 1968 in de Markiezenzaal van het stad huis. Hij sprak over de ontwikkeling van Bergen op Zoom en vergeleek die met het ontstaan van verschil lende Italiaanse steden, zijn betoog illustrerend met dia's. 2. Een gewaagde onderneming Wat is er nu zo bijzonder aan dit proefschrift dat het 34 jaar later nog de moeite loont het werk weer eens ter hand te nemen? Alvorens de vraag te beantwoorden een en kele opmerking vooraf. Het betreft hier een aardrijkskundeboek, maar dan wel een met een sterk histori sche inslag. We mogen ook niet vergeten dat het boek inmiddels 35 jaar oud is. De studie is wat het his torische gedeelte betreft gebaseerd op literatuur en geeft de stand van zaken weer van rond de jaren vijftig. De wetenschap staat echter niet stil en sinds 1962 is er ook op histo risch en geografisch gebied heel veel gestudeerd, onderzocht en ge publiceerd. Om tot een verant woord oordeel te komen over Har- tels prestatie, moeten we dit gege ven in aanmerking nemen. Conclu sies, stellingen, methodes en bewe ringen die in 1962 nieuw en wel licht gedurfd waren, zijn inmiddels gewoon en misschien zelfs geda teerd of achterhaald. Na deze opmerking, voor velen een kwestie van de bekende open deur, terug naar de vraag: 'Wat is het bij zondere van dit boek?' Dat ligt vooral hierin, dat de promovendus het verschijnsel stad ontleedt aan de hand van de functies die een stad had en heeft voor haar inwo ners. Hartel doet dat met een con creet voorbeeld: Bergen op Zoom. Een dergelijke aanpak was in de ja ren vijftig nieuw, zeker in ons land. Het viel de auteur dan ook niet mee om een promotor te vinden. De meeste in aanmerking ko mende professoren schrokken toen nog terug voor het begeleiden van zo'n thema. Uiteindelijk kon hij te recht bij prof. dr. HJ. Keuning van de universiteit van Groningen, bij wie hij promoveerde. 3. Stuwende en verzorgende functies De begrippen stuwende functies en verzorgende functies spelen een hoofdrol in Hartels analyse van Bergen op Zoom. Hij licht deze ter men op pagina 74 als volgt toe: 'De begrippen 'stuwend' en 'verzor gend' nemen een belangrijke plaats in bij de functionele analyse van de stad. Deze geven immers een in zicht in de aard van de bestaans- bronnen van de groep van mensen die deze nederzetting bewoont. Over het algemeen worden als stu wend beschouwd de bedrijven waarvan de producten of diensten buiten de plaats van vestiging of haar onmiddellijke omgeving wor den afgezet of verleend. De verzor gende bedrijven leveren producten of verrichten diensten voor het be schouwde gebied waarin zij zich bevinden. Natuurlijk zijn er tussen deze twee uitersten overgangen. Een bedrijf zal zelden uitsluitend stuwend of verzorgend zijn' (einde citaat). Hartel behandelt Bergen op Zoom achtereenvolgens als middel eeuwse stad (hoofdstuk IV), als ves tingstad (hoofdstuk V) en als mo derne stad (hoofdstuk VI). 4. De middeleeuwse stad Volgens de auteur kende de mid deleeuwse stad drie stuwende func ties en twee verzorgende. De stu wende functies waren handel en verkeer, industrie en bestuur. Dit laatste noemt Hartel de politiek-ad- ministratieve functie. De verzor- 133 Aft).10. De strakke muts-met-bandje oftewel het Markiezaatskroontje. Ajb.9. Bmidspaar uit Bergen op Zoom. Oktober 1909. De bruid draagt de 'kroezel' of'krans' van kleine witte bloemetjes en tule. We zien duidelijk de valse lokken, de 'blesjes'. De donkere jurk is een modejapon. Thuis en op het werk werden toen nog wel katoenen jakken in diverse kleuren uit de voorgaande periode gebruikt. Ze werden gecombineerd met een wijde rimpelrok van zwarte wol Literatuur Aug. van Breugel. Brabantse mutsen uit groot moeders tijd. Stichting Brabants Heem. 1975; Jannie van Eijnden van Raaij. De Westbra bantse muts. Jaaruitgave van de Nederlandse Kostuumvereniging voor mode en streek- dracht. 1989; F Livestro-Nieuwenhuis. Die jakken en rokken dragen. Brabantse kleder drachten en streeksieraden. Noordbrabants Museum, 's Hertogenbosch. 1986; K Van noppen. Streekdrachten in onze gewesten. Nederlandstalig België. Stichting Mens en Kuituur. Gent 1994. Ajb.l. Dr. E.G.H. Hartel.

Periodieken

De Waterschans | 1997 | | pagina 6