Musea in de Regio Het Zeeuws Museum in Middelburg De Waterschans nr. 4 1997 tige groei toe aan de historie (ves tingstad!), de geografische ligging en de mentaliteit van de bevolking. 10. Slotwoord Niet alleen voor geografen, maar ook voor hen die in de historie van Bergen op Zoom zijn geïnteres seerd, is deze dissertatie een waar devolle studie. Ze benadert het ver leden vanuit een heel andere in valshoek en sluit daarmee goed aan op enkele richtingen in de mo derne geschiedschrijving. Daarbij denk ik met name aan de kwantita tieve geschiedbeoefening. Die werkt meer met zakelijke gegevens zoals productiecijfers, marktprij zen, demografische ontwikkelin gen, investeringen, import- en ex portgetallen, geldkoersen enz. Met behulp van statistieken, grafieken, tabellen en formules hopen de be oefenaars van deze richting meer wetmatigheden te ontdekken in het historisch proces. Zo krijgt het vak geschiedenis het karakter van een bètavak en wordt de methode wis kundig van aard. Het grote nadeel van deze benadering is dat het ver haal onvoldoende uit de verf komt. Geschiedenis is het verhaal van de mens en juist die mens verdwijnt te veel uit het gezichtsveld. We mer ken dat ook bij het hier besproken boek, maar dat is een geografisch werk Een personenregister ont breekt en zou ook geen zin heb ben, gezien de enkele namen die in het boek voorkomen. Wat we ech ter wel aantreffen na de reeks van geraadpleegde werken, is een lijst van 9 grafieken, een van 59 kaarten en nog een van 38 tabellen. We hebben hier te doen met een degelijk proefschrift, dat ook voor de historicus van belang is. Een kenmerk van de moderne ge schiedschrijving is immers dat ze graag gebruik maakt van de uit komsten van jongere wetenschap pen zoals de economie, geografie, geologie, sociologie, psychologie, archeologie en nog vele andere. Later bewees dr. Hartel dat hij ook een geschiedenisboek kan schrij ven. In de reeks Studies uit Bergen op Zoom verscheen van hem in 1984 het boek: 'Vijf dolle dagen.... in mei 1940'. Van recente datum is zijn boekje: 'Oorlogszomer. Een beeld van een klas op een middelbare school in de zomer van 1944.' In dit vlot ge schreven werkje, uitgegeven in 1995 door uitgeverij Daeter te Bergen op Zoom, maken we kennis met klas 3a van het Mollerlyceum in de zo mer van 1944. Het zijn jeugdherin neringen die een idee geven van het reilen en zeilen van een HBS- klas in dat spannende oorlogsjaar. door drs. GA Huijbregts Een van de dingen die Middelburg met Bergen op Zoom gemeen heeft is het bezit van een waardevol mu seum in een aantrekkelijk histo risch pand. Alleen al vanwege het gebouw zijn ze allebei een bezoek waard. Is het Bergs museum ge huisvest in een Heerlijke woning, het Zeeuws Museum heeft onder dak gevonden in een grote middel eeuwse Norbertijner abdij. De stichting van dit klooster gaat terug tot in de 12de eeuw. Geleidelijk groeide de abdij uit tot een rijk en machtig instituut, wat onder an dere tot uitdrukking kwam in een indrukwekkend kloostercomplex. Ook de stad kende in de Middel eeuwen een bloeitijd, vooral door de handel. Het was in dat opzicht vaak een concurrent van Bergen op Zoom. In tegenstelling tot de Oos- terscheldestad zou de Zeeuwse hoofdstad een tweede periode van hoogconjunctuur beleven in de 17de eeuw. De godsdienstwoelin gen van de 16de eeuw betekenden het einde van de abdij als klooster. In 1574 gaf de stad zich over aan de troepen van Willem van Oranje. De kloosterlingen moesten de stad ver laten en hun gebouwen werden in beslag genomen. In de abdij na men de Staten van Zeeland hun in trek en de twee kerken van het ab dijcomplex gingen over in calvinis tische handen. Veel beelden en an dere kunstobjecten hoefden toen niet meer te worden verwijderd, want in 1566 had ook Middelburg zwaar te lijden gehad van de be ruchte Beeldenstorm. De Staten van Zeeland vergaderden voortaan in de vroegere refter van het kloos ter. Een ander gedeelte werd inge richt als woning voor de stadhou der. Willem van Oranje, Maurits en hun opvolgers logeerden er. In de meidagen van 1940 viel het gebou wencomplex ten offer aan het oor logsgeweld. Ook de bekende 'Lange Jan', de 84 meter hoge to ren, moest het zwaar ontgelden. Na de oorlog volgde een grondige res tauratie en in 1972 nam het Zeeuws Museum zijn intrek in het gedeelte waar vroeger de heren kanunniken woonden. De collectie van het mu seum bestond in 1972 voor een groot deel uit 'curiosa en naturalia', voorwerpen die het in 1769 opge richte Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen in de loop der ja ren had verzameld. Wat heeft het Zeeuws Museum thans te bieden? Wie geïnteres seerd is in geschiedenis en/of kunst komt hier zeker aan zijn trek ken. 136 De Waterschans nr. 4 1997 AJb. 1. Het abdijcomplex met het Abdijplein. Op de voorgrond de abdijkerken en de Lange Jan (Foto: De Abdij in Middelburg, Stichting Oude Zeeuwse Kerken, z.j., binnenkant vooromslag). 'Slach voor Bergen' Een trekpleister op zich zijn de ta pijten in zaal 9. Ze zijn geweven tussen 1591 en 1604 en op één na beelden ze de zeeslagen uit die de Zeeuwen in de jaren 1572-1576 te gen Spaanse schepen leverden. De Staten van Zeeland bestelden deze kunstwerken om hun overwinnin gen te gedenken en de abdij ennee te verfraaien. De Bergse bezoeker wordt zeker getroffen door het ta pijt met de naam: 'Slach voor Ber gen'. Dit fraaie kunstwerk is 3,91 meter hoog en 7,42 meter breed. Het herinnert aan de overwinning die de Zeeuwen op 29 januari 1574 behaalden op de Spanjaarden in de zeeslag bij Reimerswaal. Dat was een belangrijke zege, want die had tot gevolg dat Middelburg zich overgaf aan de Geuzen. A ander half jaar belegerden de troepen van Willem van Oranje de Zeeuwse hoofdstad en eind januari 1574 leek een capitulatie onvermijdelijk. De Spaanse landvoogd Requesens wilde toch nog een poging wagen om Middelburg te ontzetten. Hij rustte twee vloten uit, een te Ant werpen en een te Bergen op Zoom. Die moesten een leger en voedsel naar Walcheren transporteren. De twee vloten zouden elkaar ontmoe ten in de buurt van Veere. De vloot uit Bergen op Zoom telde zeventig schepen. Terwijl die nog lagen te wachten op hoog water, gingen de Zeeuwse schepen onder leiding van Lodewijk van Boisot over tot de aanval. Profiterend van de stroom, de wind en de geringere diepgang brachten de Zeeuwen hun tegen standers een verpletterende neder laag toe. Requesens was er vanaf de kant getuige van. Het doek is nagenoeg geheel ge vuld met schepen. Men had in die tijd een afkeer van lege plekken, de zogenaamde horror vacui. Het kleed heeft een prachtige boord. Boven in die boord staat een Latijnse tekst, waarvan de ver taling luidt: De dertig schepen die vanuit Ant werpen de Honte afvoeren, moes ten onvenichter zake terugkeren en Middelburg capituleerde. De toe schouwer ziet vanaf de zoge naamde Lodijkse Hoek het einde van de slag. In de verte ligt Tholen en rechts daarvan Bergen op Zoom. Van de laatste stad kan men de Grote Kerk onderscheiden en verder de Noordmolen, de St-Mar- grietenkapel, het Markiezenhof, het stadhuis, de Zandmolen en de ka pel van Petrus en Paulus in de Hoogstraat. De geschiedenisboeken schrijven over de slag bij Reimerswaal, maar de Staten van Zeeland, de op- 137 t 'a/zse/ioiuot //et(jc(/iv//ina art/jyey/v// na// //et tJjhaa/zse no//. JH/ar i/e sne//e t Sc/e/c/e c/e zee uitstroomt/, /{{/ar c/e Zee///osc roe/n re/At tot aa// c/e Aeme/, U/aar ze/// oei/'/ie/c/, (/oc/s(/ie//sf e// oac/eruina /e/wte/c/

Periodieken

De Waterschans | 1997 | | pagina 8