I B De Waterschans nr. 1 1998 den, op de onderste 20 centimeter van de voorstelling na. Op de wes telijke wand hebben het uitbreken van de schouw en lapwerk aan de muur weinig goed gedaan. De lin ker schildering is hier helemaal verdwenen, op een fragment van de luchtpartij na. De rechter is won derwel voor driekwart behouden. De schade op de bewaarde delen bestaat uit talloze putjes en kras sen, veroorzaakt door het opeen volgend behangen en schoonma ken van de later overgekalkte mu ren. Techniek De voorstellingen zijn vervaardigd in tempera-techniek (kleurstoffen in een bindmiddel van eiwit) op een ondergrond van witte pleister kalk en zijn van redelijke kwaliteit, zowel in fysiek als artistiek opzicht. Om het doffe oppervlak weer glans te geven en verdere verwering tegen te gaan, werden de schilderingen op advies van de Rijksdienst voor Monumentenzorg (1) behandeld met een sterk verdunde oplossing van Paraloid (een synthetische hars). Onder de schilderingen bevond zich oorspronkelijk een zone van 1,20 meter hoogte, die egaal bruin rood was geschilderd. Daarboven was een horizontale houten lijst werk getimmerd. De schilderingen zelf waren omkaderd met een ge schilderde goudkleurige lijst. Het zuidelijke muurvlak Te beginnen met de voorstelling rechtsboven op de zuidelijke wand: we zien een rechthoekig zuilbase ment met afgebroken gecannel- leerde zuil, waartegen een gevleu gelde engel (een zogenaamde 'putto') met blauwe cape geleund staat. In zijn handen heeft hij een uitgerolde tekening vast. Naast hem op de grond zit een putto met rode cape, die een dik pak met te keningen omklemt. Op het boven ste vel lezen we het opschrift Tar- chitecture' in kapitalen. Rondom de putti liggen allerlei attributen zoals een kist met rollen papier, maatstokken, een gradenboog en een krompasser. De hele scène is omcirkeld en heeft een roze-gele achtergrond. Buiten het cirkelveld zijn in de hoeken bloemen en bla deren geschilderd. Overduidelijk gaat het hier om een allegorie of uitbeelding van de ar chitectuur als een van de weten schappen. Het westelijke muurvlak Rechts naast de verdwenen schouw is een landschap weergegeven met hoge bomen waarin rechts op de voorgrond een huis met zadeldak staat. Links van het huis zien we een scene van enkele personages tenmidden van korenschoven. Een soldaat in rode tuniek en lange sa bel in zijn linkerhand knielt bij een man of jongen die tot zijn middel in een kuil lijkt te staan en zijn handen in een smekend gebaar ge vouwen heeft. Het hoofddeksel van de soldaat ligt vlak voor hem op de grond. Links van hem staat een vrouwenfiguur, waarvan helaas al leen maar de onderkant van de mantel bewaard is. Rechtsachter zien we een andere soldaat met zwarte muts en schoudertas en een vrouw in blauwe mantel en witte hoofddoek De vrouw zwaait een bezem hoog boven haar hoofd, alsof ze de knielende soldaat wil slaan. De soldaat houdt de bezem met zijn ene hand tegen, terwijl hij met zijn andere hand de vrouw bij haar borsten grijpt. In de opening van het bovenraam van het huisje is nog juist een kind zichtbaar, dat met zijn hand het touw van het hijsrad, dat tegen de topgevel ge monteerd zit, naar binnen trekt. De betekenis van deze scene is niet helemaal duidelijk maar lijkt iets weer te willen geven van een plun dering van een boerderij door (Franse?) soldaten. Misschien staat de persoon met de gevouwen han den op het punt geëxecuteerd te worden en probeert de vrouw dat te verhinderen. Stonden de gruwe len van een oorlog model voor deze schildering? Gaat het mis schien om de inname van de stad in 1747, of de inval van de Fransen in 1795? Het valt niet meer te ach terhalen of een dergelijk thema ook terugkeerde op de andere drie voorstellingen. Beschilderde interieurs Het aanbrengen van schilderingen in pronkkamers, vaak in series van gelijke grootte rondom de haard, was niet ongebruikelijk bij rijke ste delijke woonhuizen en buitenver blijven in de 18de eeuw. Dergelijke schilderingen werden doorgaans op gespannen doeken aange bracht, niet op de pleister van de muur zelf. Hoewel de werken in de Bonte Os duidelijk teruggrijpen op het klassicisme van de 18de eeuw, wijzen de techniek en stijl van de voorstellingen op een later tijdstip Pr u 24 De Waterschans nr. 1 1998 van ontstaan, namelijk de 19de eeuw. Er zijn helaas vrijwel geen parallellen voor de schilderingen te vinden. In Amsterdam waren aan het einde van de 18de en in het be gin van de 19de eeuw de werken van Jurriaan Andriessen erg be roemd en de wanden in de Bonte Os doen hier nog vaag aan denken. In 1990 werd in de voorkamer van de 'Balanche' (Fortuinstraat 3) ook een muurschildering gevonden. Deze was echter met olieverf opge zet en ook heel anders van voor stelling. Hij werd in de tweede helft van de vorige eeuw gedateerd. Op basis van de stijl en techniek kunnen de wandschilderingen van de Bonte Os in het begin van de 19de eeuw worden gedateerd. Bewoners van de Bonte Os Er is een poging ondernomen om de bewoningsgeschiedenis van het pand te achterhalenDe Bonte Os was in de 17de eeuw onderdeel van een aanzienlijk pand, waartoe ook de nummers 13 en 15 behoorden. Het was toen nog bekend onder de naam 'Smoutmolen'. Kort na 1688 werd de Bonte Os kennelijk op nieuw opgebouwd, omdat het in dat jaar als 'ledig erf van eigenaar wisselde. Tot 1793 was het eigen dom van verschillende families van huidevetters, zoals Mostman, Van Dijk en Huart, die in het achterhuis een leerlooierij hadden. Het bedrijf was via een achtergang verbonden met de Potterstraat, uitkomende naast het pand de Kerre. Het in oorsprong 17de eeuwse achterhuis met binnenplaatsje bestaat nog steeds en is nu geheel opgenomen in het woon- en bedrijfspand. In 1793 verkochten de nazaten van Nicolaas Huart het huis met al zijn toebehoren voor 2300 gulden aan meester Jan Baptist Lips, schilder. Jan Baptist Lips werd geboren in 1759 in Bergen op Zoom. Zijn va der kwam uit Breda. In 1792 trouwde hij met Jacoba Kerstens. Ze woonden in de Bonte Os met hun kinderen Adriana, Elisabeth, Constantia, Franciscus, Johannes Antonius, Maria en Johannes Bap tistjunior, inclusief grootvader Ker stens. Jacoba Kerstens stierf in 1824, Jan Lips in 1829. Enkele van de kinderen bleven tot 1840 in de Bonte Os wonen. Van deze kinde ren was Franciscus ook 'meester verwer en schilder', terwijl een schoonzoon, Nicolaas van Nispen, die getrouwd was met dochter Eli sabeth, vernield wordt als Verver'. Een overigens merkwaardig detail: Elisabeth Lips was de overgroot moeder van Elisabeth Kools-Van Nispen, de nu 90-jarige grootmoe der van de schrijver dezes, waar mee aangetoond is op wat voor vreemde manier het verleden weer tot leven kan komen. De kinderen Lips, waarvan er in middels enkele uitgezworven waren naar Den Haag, Hattem en Mons, verkochten de Bonte Os in 1840 voor 3000 gulden aan meester schrijnwerker Cornelis Adriaan van Genk Deze was de vader van on der andere Kees van Genk, de voor Bergen op Zoom zo belangrijke ar chitect (1838-1914), die hier talloze gebouwen ontwierp. In 1880 woon den in de Bonte Os alleen nog de twee ongehuwde dochters van het kinderrijke gezin Van Genk Anna en Jacoba. Zij waren modistes. In 1888 verkochten ze het pand aan de schilder Lauren Johannes Wak- kée en vertrokken ze voor vier jaar naar Antwerpen. Toen ze terugkwa men naar Bergen bouwde broer Kees het 'torentje' voor ze in de Stationsstraat. Wie was de artiest? Uit de geschreven bronnen valt niet op te maken wie de schilderin gen liet aanbrengen. Alleen de stijl en de toenmalige bewoners bieden aanknopingspunten. Hoogstwaar schijnlijk dateren de wandverfraai- ingen uit de periode tussen 1793 en 1824, toen de familie Lips er woonde en Jan Baptist senior nog in leven was. Een later tijdstip acht ik gelet op de techniek en uitvoe ring, weinig voor de hand liggen. Het is misschien geen toeval dat we hier met een schildersfamilie te maken hebben, hoewel zeker de term 'verver' en wellicht ook 'schil der' niet synoniem zijn voor 'kunst schilder'. Zelfs al was Jan Baptist Lips (ook) kunstschilder, wat overi gens uit verder archiefonderzoek ooit nog eens boven water zou kunnen komen, dan nog betekent het niet dat hij hier zelf heeft staan schilderen; het kan ook in op dracht door iemand anders gedaan zijn. Bovendien waren er voor der gelijk decoratief werk vele sja- bloonboeken in omloop waaruit naar hartelust gekopieerd kon wor den. Met name de scene met de putti, die de architectuur symboli seert, lijkt onderdeel van een serie van kant-en-klare voorstellingen van kunsten en wetenschappen. Ook al blijft de precieze toeschrij ving van de schilderingen dan on opgelost, duidelijk is wel dat kunst hoog gewaardeerd werden door de bewoners van de Bonte Os. noten 25 Afb.l. Totaaloverzicht van de westelijke wand (Dia: Gerard 's Gravendijk). -<t l Afb.2. Scène met engelen op de zuide lijke wand (Foto: Marco Vermunt). (1) Met dank aan de heer Kurvers van de RDMZ. (2) Met dank aan Ria Weijts-Ra- mondt voor de vele archiefgegevens over het pand. Afb.3. Detail van de scène met de soldaten op de zuidelijke wand (Foto: Marco Vermunt).

Periodieken

De Waterschans | 1998 | | pagina 14