Uit en over verwante tijdschriften
Leesportefeuille
De Waterschans nr. 1 1998
Door: drs. GA Huijbregts
Aft). 1. Zoomvliet in de jaren twintig. De fabriek stond aan de Zoomvlietweg, langs de
Zoom bij de zijweg Heijnoort (Foto: collectie G. de Leeuw-Ossendrecht).
Er ligt weer een stapeltje ingeko
men tijdschriften. Het is duidelijk
dat de belangstelling voor het ver
leden van de eigen streek groot is.
De selectie is niet eenvoudig. Wat
wel iets uitvoeriger vermelden en
wat niet? Een enkele opmerking
vooraf. Ik kan me voorstellen dat er
lezers zijn die met een of ander be
sproken artikel of aangehaald tijd
schrift nader kennis zouden willen
maken. Dat kan. Daarvoor kan
men zich wenden tot de heer W.
van Riemsdijk, lid van het bestuur
van onze Geschiedkundige Kring.
Zijn adres is: Zwartewaal 43, 4617
NS Bergen op Zoom. Tel. (0164)
248873. Hij beheert de ons toege
zonden tijdschriften en boeken en
is bereid die uit te lenen.
We beginnen met Wouw. 'De Vier-
schaer' besluit 1997 met een dub
belnummer, geheel gewijd aan 'De
Wouwse steenfabrieken' (nummers 3
en 4 van jaargang 1997). De auteur
is René Hermans. Hij heeft iets met
de industrie, want eerder wijdde hij
een nummer aan de Wouwse zui
velfabriek en een aan de Wouwse
brouwerijen. Dankzij de leem in de
bodem kende West-Brabant al eeu
wenlang steenovens. Het waren pr
imitieve oventjes bij een of ander
bouwobject, bijvoorbeeld het kas
teel van Wouw. Ze verdwenen weer
als het object klaar was. De steen
bakkerijen in moderne zin dateren
uit de 19de en 20ste eeuw. Op het
grondgebied van de gemeente
Wouw verrezen na enkele veldo-
vens op den duur vier wat grotere
bedrijven. Zij vormen het hoofd
thema van dit nummer. Achtereen
volgens behandelt Hermans de fa
brieken Zoomvliet, Herelsche
Heide, Wouwsche Plantage en
Oostelaar.
Zoomvliet. De Zoomvliet werd op
gericht in 1842 door J.E. van Gor-
kum, de bewoner/eigenaar van het
buiten Zoomvliet. Hij was nauw be
trokken bij de aanval van het En
gelse leger op Bergen op Zoom in
de nacht van 8 op 9 maart 1814. Na
zijn dood gingen de volgens een
advertentie 'Goed beklante steen-,
pannen- en tegelfabrieken, met
daarbij behoorende leemgrond'
over in andere handen. Erg groot
was het bedrijf niet. Rond 1900
werkten er tien mannen, drie vrou
wen, twee jongens en een meisje.
In 1916 kocht Guillaume de Leeuw
de bakkerijen. Hij had al twee drai-
neerbuizenfabrieken in Halsteren
(Vogelenzang en De Melanen) en
de aardewerkfabriek De Kat in Ber
gen op Zoom. In 1939 ging Zoom
vliet dicht. De gebouwen werden in
1944 totaal verwoest. De Leeuw
heeft de auteur persoonlijk nog
heel wat kunnen vertellen over zijn
bedrijven. Ook bij de andere fabrie
ken heeft Hermans een goed ge
bruik gemaakt van de 'oral history'.
Zijn interviews met personen die
vele jaren in de beschreven nijver
heid werkten, verschaffen menig in
teressant gegeven.
De Herelsche Heide. Steenfabriek
De Herelsche Heide verrees aan de
Boerenweg in Heerle. Oprichter
was de Wouwse burgemeester Cor-
nelis Jacobus Daverveldt. Op 21
juni 1853 ontving hij de vereiste
hinderwetvergunning. Het bedrijf
leverde bouwstenen, dakpannen,
plavuizen en draineerbuizen. Later
kwam de fabriek in handen van de
gebroeders Ludovicus en Jacobus
van Wesenbeeck uit Heerle. Na de
Tweede Wereldoorlog moest De
Herelsche Heide de productie sta
ken.
Wouwsche Plantage. De hoofdstuk
ken VII en VIII gaan over de steen
fabriek Wouwsche Plantage. Ze is
opgericht in de jaren zeventig van
de vorige eeuw door de Belgische
grootgrondbezitter en eigenaar van
het landgoed de Wouwsche Plan
tage, baron De Caters. Hij noemde
de fabriek Zoombeek, maar de
naam veranderde al gauw in
Wouwsche Plantage. Doordat er
van deze fabriek veel archief be
waard is, kan Hermans wat uitvoe
riger zijn. Zo kent hij de daginde
ling voor de minderjarigen (tot 16
jaar). Ze begonnen om 5 uur 's
morgens en gingen weer naar huis
om 7 uur 's avonds. De pauzes wa
ren van 8 tot 9, van 12 tot 13.30 en
van 16.00 tot 16.30. Hun weekloon
varieerde van 2- tot 3,50: bij de
De Waterschans nr. 1 1998
volwassenen was dat 6,- tot 10,-.
In 1895 moest de familie De Caters
alles verkopen wegens schulden.
Pierre Paul Emsens was de nieuwe
eigenaar van kasteel, landerijen,
bossen en fabriek Hij voerde in
zijn 'briqueterie' moderne machi
nes in. In 1936 werkten er negen
tien mannen. De Tweede Wereld
oorlog liet ook hier een zwaar be
schadigd bedrijf achter. Het kostte
heel wat inspanning de productie
weer op gang te krijgen. In decem
ber 1947 lukte dat dankzij de inzet
van de bedrijfsleider J. van Wesen
beeck. Zijn baas was toen Albert
Jansen de Limpens. Die verkocht
de fabriek tenslotte aan Jos Luijkx
uit Wouw, maar het gunstige tij
bleek voorbij. In 1984 ging ook hier
het vuur in de ringoven voorgoed
uit. Vijf jaar later kochten Jan Ver
braak en Wim van Limpt de ver
waarloosde gebouwen en openden
er een zaak in bouwmaterialen on
der de naam J. en W. Bouwpart-
ners.
Oostelaar. Oostelaar dankte zijn
ontstaan aan Hendrikus Luijkx. Hij
richtte dit bedrijf in het begin van
deze eeuw op langs de spoorbaan
Roosendaal-Bergen op Zoom en
produceerde er bouwstenen en
draineerbuizen. In 1912 nam MAJ.
Geluk uit Bergen op Zoom (huize
Lievenshove) de fabriek over. Ook
hier liet de bevrijding in 1944 spo
ren na, maar de schade viel mee. In
1957 werd P. Cox de eigenaar. Deze
ingenieur was al met een nieuwe
steenfabriek in Huijbergen begon
nen en in Roosendaal had hij een
ingenieursbureau voor de kerami
sche industrie. De twee steenfabrie
ken vormden één finna, de N.V.
Kleiwarenfabriek Agico. Na tien
jaar viel het doek Een faillissement
maakte een einde aan Agico. Oos
telaar werd gekocht door de ge
broeders Van de Veldt die er een
reparatiebedrijf voor auto's, bulldo
zers, graafmachines e.d. in vestig
den. Hermans levert met dit num
mer een waardevole bijdrage voor
de historie van onze regio. Er wa
ren nog meer steenfabrieken in
West-Rrahant. Een mooi onder
werp voor deze of gene?
Sprimdel. De heemkundekring On
der Baronie en Markiezaat van
Sprundel opent haar jaarboek 1997
met een biografie over monseigneur
Jan Herrijgersgeschreven door P.
Peeters-Veraart. Jan werd geboren
te Sprundel in 1901 en overleed 88
jaar later in Taiwan. Als missionaris
van de Lazaristen vertrok hij na zijn
priesterwijding naar China. Daar
maakte hij moeilijke tijden door.
Eerst de oorlog China-Japan (1937-
1945) en daarna de Chinese Revo
lutie (1946-1950), die de commu
nisten aan de macht bracht. Alleen
Taiwan bleef buiten hun bereik. De
Jappen interneerden Herrijgers en
zijn Nederlandse confraters in
1943. In 1945 werden ze bevrijd.
Drie jaar later benoemde Rome
Herrijgers tot apostolisch admini
strator van het bisdom Yungpingfu
(thans bisdom Tangshan geheten).
Weldra maakte de Chinese regering
hem het missiewerk onmogelijk In
1953 moest hij het land uit en
kwam hij na een jaar verlof in Ne
derland in Taiwan terecht. Daar
was hij actief in de zielzorg. Zijn
laatste levensjaren besteedde hij
aan het propageren van het rozen
kransgebed door het verspreiden
van tienduizenden exemplaren van
het boekje The Gospel-Meditated
Rosary, tot in Afrika toe. Een be
knopte genealogie van de familie
Erijgers, Herijgers enz. besluit dit
artikel. E Passier en A. Heeren be
steden beiden aandacht aan het
jaar 1824. Eerstgenoemde doet dat
met Het grondgebruik in Vorens
einde in 1824terwijl de tweede au
teur schrijft over Sprundel in 1824.
Passier noemt Vorenseinde een
boshoeven-nederzetting, een syste
matisch opgezette ontginning in
een bosrijk gebied. De boerderijen
liggen langs de hoofdweg met de
percelen daar ongeveer loodrecht
op. Deze opzet is nog herkenbaar
in het landschap. Vorenseinde of
Voomseinde vormde een apart
rechtsgebied, dat tot 1795 bestuur
lijk onder de markies van Bergen
op Zoom viel. Rond 1824 verbouw
den de boeren er rogge, boekweit,
aardappelen en voedergewassen
(knolletjes of rapen, spurrie, klaver
e.d.). Op de huiswei of dries graas
den 's zomers de koeien. Ze ston
den een groot deel van het jaar op
stal vanwege hun mestproductie.
Hoofdzakelijk door de vele boedel
scheidingen was in 1824 nog geen
10 procent van de kavels groter dan
een hectare.
A Heeren behandelt in zijn ver-
volgserie Sprundel in 1824 de wo
ningen en percelen aan de zuid
kant van de Sint Janstraat. Deze
keer betreft het de huisnummers 90
tot en met 110 b. De vele eigenaars
passeren de revu en vormen uiter
aard interessant voer voor o.nt. ge
nealogen.
M. van de Maagdenberg schrijft
over De tienden en andere belas
tingen. Hij legt uit wat het tiend
stelsel inhield, hoe het ontstond en
zich verder ontwikkelde. Wat de
tienden voor Sprundel hebben be
tekend, is stof voor een volgend ar
tikel.
De laatste buurtwinkel van Sprun
del sloot op 1 juli 1997 definitief
Afb.2. Luchtfoto van de steenfabriek Oostelaar rond 1938. Op de voorgrond de vlam
oven met daarachter de droogloodsen. Het hoge gebouw op de achtergrond is de
machinekamer waar ook de kleimenger stond en de pers om stenen te maken
(Foto: collectie De Vierscliaer-Wouw).
33
r
'ïicrrr