1 De Waterschans nr. 1 1998 AJb.3. Gezicht op de Oude Haagpoort of Antwerpse Poort, gezien vanuit de stad (In: Breda in oude ansichten). ken. behorende tot het leger van Von Wintzingerode. Hij wilde de verwarring bij de Fransen ten volle uitbuiten. Als het aan hem had ge legen was Von Bülow zonder dra len van Arnhem naar Breda door gestoten, terwijl hij zelf via Rotter dam en Dordrecht naar de Baro- niestad wilde oprukken. Von Bülow was voorzichtig; hij voelde zich in dit drassige land met zijn vele rivie ren en inundaties niet zo behaag lijk. Daarop besloot Von Benken- dorff alleen te gaan. Hij kreeg daar bij de steun van de Russische ge- neraal-majoor Staal en diens ko zakken. Staal bereidde de overtocht over de Merwede en de Maas voor door het requireren van de nodige boten (4). Uit de correspondentie van Napo leon I blijkt dat hem het dreigend gevaar niet ontging. Al op 24 no vember gaf de Franse keizer bevel om Schoonhoven te bezetten (5). Het vierde regiment vreemdelingen te Gorinchem leek hem zeer onbe trouwbaar, reden voor hem om het naar Antwerpen te sturen en het daar te ontwapenen (6). Aan gene raal Molitor, belast met de verdedi ging van de IJsellinie, beloofde hij 60.000 Franse soldaten en aan ad miraal Verhuell in Den Helder zelfs 600.000 manschappen, maar dat bleken loze beloften (7). Gorin chem werd wel versterkt. Er trokken twee regimenten Nationale Garde van Antwerpen heen met 330 mari niers en op 5 december nog eens 400 gardisten. Daarmee moest Rampon, de bevelhebber van Go rinchem, de stad 4a clef de la Hol- lande' tot het uiterste verdedigen. 3. Staal naar Brabant Woensdag 8 december om onge veer 16.00 uur staken zo'n 650 ko zakken bij Hardinxveld de Mer wede over naar Werkendam. Daar stuitten ze op Franse mariniers, maar na een kort gevecht trokken die via Sleeuwijk terug naar Gorin chem (8). Met de verdediging van Antwerpen en het voorland van deze belangrijke havenstad had de keizer enige dagen eerder generaal graaf Charles Decaen (1769-1832) belast, een militaire leider met veel ervaring. Napoleon had hem op het hart gedrukt dat Antwerpen in geen geval in handen van de geal lieerden mocht vallen. Toen Decaen op 5 december in de Scheldestad arriveerde, schrok hij enorm bij het zien van de troepen waarmee hij zijn taak moest uitvoe ren. Napoleon beloofde hulp, maar zou die tijdig arriveren? (9). De En gelsen ontscheepten 10.000 militai ren in Zeeland, dus ook van die kant dreigde er gevaar. Het Engelse leger stond onder leiding van gene raal Thomas Graham. Terwijl De caen zich het hoofd brak over de verdediging van Antwerpen, beval de keizer hem om versterkingen te sturen naar Breda en andere voor posten. Van admiraal Missiessy kreeg de verdediger van de Schel destad wat oudere mariniers voor Breda en Bergen op Zoom. Zo arri veerden te Breda op 6 december circa 800 mariniers met twee veld stukken onder leiding van generaal Ambert 10). Angstig geworden door de nade ring van de Engelsen besloot De caen om Willemstad te ontruimen, hetgeen op 10 december zo haastig gebeurde dat kanonnen en sche pen maar half onklaar gemaakt achter bleven. Daar zou Breda nog van profiteren. Decaen wilde geen verdedigers ver liezen en beval daarom Ambert, bij de eerste serieuze poging van de vijand om Breda in te nemen, de stad te verlaten om Antwerpen te versterken. Op 11 december gaven de Fransen Steenbergen prijs, zodat in de west hoek alleen Bergen op Zoom bezet bleef (11). Staal en zijn mannen wisten niet hoe gunstig de situatie voor hen was. 4. Russen in Breda De bevrijding van Breda in 1813 is een wonderlijk verhaal. Het hier volgende verslag is te vinden in Th. Jorissen: De omwenteling van 1813, deel II, derde stuk, p. 96-100. Vol gens Jorissen bevond zich in zijn tijd in het gemeente-archief van Breda een afschrift van een verslag van BA de Jong, de held van ons verhaal, met een instemmende ver klaring van generaal Staal, J.J. Sas sen en Esnault. Bij nader onder zoek bleek het verslag niet meer te vinden. Gelukkig heeft Jorissen er nog op tijd kennis van genomen en het gepubliceerd (12). Op de avond van de oversteek, dus op 8 decem ber 1813, was generaal Staal bij Gerard van Houweningen, de bur gemeester van Werkendam. Omdat de maire moeite had met de Franse taal, had hij notaris BA de Jong als tolk gevraagd. Staal kwam met het voorstel iemand naar Breda te stu ren met het bericht dat een groot geallieerd leger in aantocht was. Het moest iemand zijn die Frans sprak. Alleen De Jong kwam daar voor in aanmerking. Na enige aar zeling verklaarde hij zich bereid. Nog dezelfde avond vertrok hij met Staal en een 5 a 600 kozakken. On gehinderd bereikten ze de vol gende ochtend Oosterhout. Van daar reed de notaris alleen verder. In de buurt van Breda stalde hij zijn paard bij een herberg en ver volgde zijn tocht te voet. Hij vond de Boschpoort van Breda gesloten, maar trof bij een van de buitenwer ken een 200 mariniers die op het 8 De Waterschans nr. 1 1998 punt stonden de omgeving te gaan verkennen. De Jong vertelde zijn verhaal en werd daarop de stad in geleid, recht naar commandant Dubouchet en vervolgens naar ge neraal Ambert. Ook hun vertelde hij dat een groot leger van Russen en Pruisen de stad naderde. De commissaris van politie bracht de notaris tenslotte over naar hotel 'De Gouden Leeuw' op de Grote Markt. De Jong mocht de kamer niet verlaten en een soldaat be waakte zijn kamerdeur. Die nacht hadden er buiten de vestingwerken schermutselingen plaats tussen Fransen en Russen. De Franse au toriteiten beraadslaagden en in dachtig de bevelen van Decaen be sloten ze Breda te ontruimen en naar Antwerpen te trekken. Om vier uur in de morgen, het was intussen 10 december, deelde de sous-pre fect P. Peppe dit besluit mee aan wethouder Verlegh, die aanstonds burgemeester Damisse de Roos en zijn collega wethouder Jantez waar schuwde. Omstreeks acht uur be gon de uittocht. Via de Haagpoort, ook wel genoemd Antwerpse Poort, trokken de Fransen ordelijk de stad uit met achterlating van ongeveer 400 zieken. Die lagen in het kas teel, de huidige KMA dat dienst deed als militair hospitaal. Tegen zes uur miste De Jong zijn bewaker en begaf hij zich naar de voorka mer van het hotel. Daar trof hij J.J. Sassen uit Den Bosch. Die was naar Breda gekomen op zoek naar zijn broer die in Den Bosch door de Fransen was gearresteerd. De Jong en Sassen gingen naar Ver legh, die de ziekelijke burgemeester verving. Verlegh was evenwel nog in gesprek met een Franse officier. Daarop wandelden de twee naar de Boschpoort. Onderweg kochten ze oranje lint en tooiden zich daar mee. Enkele Bredanaars sloten zich bij hen aan. Bij de Boschpoort aan gekomen verzochten De Jong en Sassen de poort te openen, maar dat ging niet, want de Fransen had den de sleutels meegenomen. Er zat dus niets anders op dan de poort te forceren. Dat duifden de Bredanaars pas nadat 'de heren' de eerste slagen op de sloten hadden gegeven. Om acht uur, de laatste Fransen trokken juist de Haagpoort door, stond De Jong weer op de weg naar Oosterhout. Daar moest hij deze keer te voet naar toe, want de kozakken hadden zijn paard mee genomen. In Oosterhout vertelde de notaris aan Staal zijn avonturen, waarop de Russische generaal hem in tegenwoordigheid van de muni- cipaliteit van Oosterhout om de hals vloog met de woorden: 'Vous etes un brave homme, digne de mon amitié et de mon estime'. Om half tien trokken de eerste kozak ken onder luid gejubel van de Bre dase bevolking de stad binnen, een uur later gevolgd door de hoofd groep onder generaal Staal in ge zelschap van De Jong. Staal werd door het stadsbestuur plechtig be groet. De burgemeester verzocht de inwoners de 1200 Russen goed te ontvangen en hen van voedsel te voorzien. Staal nam het gouverne ment over de stad voorlopig op zich en benoemde Van Hoey, rit meester in Hollandse dienst en ad judant van Staal, tot commandant van de vesting (13). Het eerste groepje kozakken dat Breda be reikte, zeven'man sterk, was onmid dellijk de wegtrekkende vijand ach- ternagegaan. Met enige krijgsgevan genen en een aantal beladen kar ren keerden ze enkele uren later triomfantelijk terug (14). In de na middag van die tiende december probeerde De Jong met 110 kozak ken ook Den Bosch te bevrijden, maar dat viel tegen, want juist in de voorbije nacht was generaal Moli tor daar met 800 soldaten aangeko men vanuit Zaltbommel. De nota ris bleef nog enkele dagen bij de kozakken. Op 14 december ging hij naar huis, waar de doorgestane emoties en inspanningen hem voor enige dagen aan het ziekbed kluis terden. 5. Mooie verhalen De blijde mare van de inname van Breda ging snel het land door. Na tuurlijk hoorden de Soevereine Vorst en Von Bülow tot de eersten die het nieuws ontvingen. Beiden haastten zich om het heuglijke nieuws aan elkaar door te geven, zodat hun brieven elkaar kruisten. 'Breda ist in unseren Handen. Die Kosacken haben es genommen mit Hilfe der Einwohner; 1300 Mann sind Kriegsgefangen', jubelde Wil lem I. Het verhaal was dus al mooier geworden, gezien de ver meldingvan 1300 krijgsgevangenen en de hulp van de Bredanaars. Von Bülow verwoordde zijn bericht aan Willem I als volgt: 'E.H. verfehle ich nicht unterthanigst anzuzeigen wie ich so eben von General von Benc- kendorff die Meldung erhalte, dasz die Kosacken gestern in Breda ein- geruckt sind und 1300 Gefangene gemacht haben'. Dus ook hier die 1300 gevangen Fransen. Al gauw kwam er een nog mooier bericht binnen. Van Tets van Goudriaan schreef op 11 december 1813 van uit Dordrecht, dat ook Geertrui- denberg en Woudrichem waren veroverd. Dat bleek evenwel iets voorbarig (15). Het aardigste verslag is van de En gelse gezant te Den Haag, Clan- carty, aan zijn minister van buiten landse zaken Castlereagh. De ge zant had van een voornaam Haags personage vernomen, dat 15 kozak ken zich op een mistige dag bij een van de poorten vertoonden. De Fransen maakten er prompt 800 van en sloten direct de poort. De zelfde vijftien Russische ruiters meldden zich kort daarop bij een andere poort, waarop de Fransen alle toegangen tot de stad lieten sluiten. In de stad heerste daarop de grootste verwarring onder de be zetters. Ze wisten niet beter of een groot leger kozakken lag voor de vestingwerken met als gevolg dat ieder haastig zijn spullen bijeen raapte en via de Haagpoort weg vluchtte. De Bredanaars openden toen de overige poorten en de 15 kozakken draafden de stad in, luid toegejuicht door de burgers. Clan- carty drong er in dezelfde brief sterk op aan meer troepen te stu ren, want zo beweerde hij: 'Bergen- op-Zoom and Aitwerp are actually AJb.4. Graaf Von Benckendoiff (Naar een aquarel uit 1835 door P. Sokoloff, museum Moskou). 9 OUD BREDA HAAGSCHK POORT (»lNMKNZIJDK) THANS EINDE NIKUWE Hl/IZKN

Periodieken

De Waterschans | 1998 | | pagina 6