ë$WwX Boekbespreking De Waterschans nr. 2 1998 Het Bergs Protestants Weeshuis 1597 - 1997. Vier eeuwen wezenzorg en hulpverlening, met name in Bergen op Zoom (B. Daeter). door Leon Swagemakers Nooit eerder is de geschiedenis van het Protestants Weeshuis te Bergen op Zoom vastgelegd in boekvorm en ook daadwerkelijk ge publiceerd. Een poging daartoe van de heer Th. Boeree kon in 1934 om financiële redenen niet door gaan. Door het initiatief van de Re- gente(sse)n van de Stichting Protes tants Weeshuis, naar aanleiding van het afscheid van de heer P. Verhage als voorzitter, werd deze publicatie mogelijk. De heer B. Daeter nam de taak op zich om de vierhonderdjarige ge schiedenis te beschrijven, vanaf het ontstaan van het Bergs Protestants Weeshuis tot en met de heden daagse activiteiten (1997) van het Regentencollege van de Stichting Protestants Weeshuis, namelijk het verlenen van aanvullende steun aan individuen (o.a. jongeren) en instellingen, alsmede activiteiten aangaande de Protestantse ge meenschap te Bergen op Zoom. Dit resulteerde in een lijvig boek werk van meer dan 400 pagina's en rijkelijk voorzien van illustraties. Soms verliest regionale/lokale- of institutionele geschiedschrijving zich maar al te snel in bekrompen kleinschaligheid en nodeloze gede tailleerdheid. Al lezende werd mij duidelijk dat het de heer Daeter ge lukt is dit niveau te ontstijgen en zoals hij zelf aangeeft in de verant woording van het boek en zoals ook blijkt uit de ondertitel wil deze zich niet beperken tot de lokale ge schiedschrijving van het bedoelde weeshuis, maar informatie geven over de wezenzorg in het algemeen en voor goed begrip dit geheel plaatsen in de juiste historische context. De lezer die zich wil be perken tot alleen het wel en wee van het Bergs instituut kan dat door het volgen van de vetgedrukte delen in de tekst en in de inhouds opgave. De inzichtelijkheid wordt zeer bevorderd door de negen pa gina's tellende uitvoerige inhoud. De betreffende lezer gaat dan wel voorbij aan tal van hoofdstukken die een sfeerbeeld geven van het dagelijkse leven van het weeskind (in bijv. steden als Utrecht, Goes en Middelburg). Omdat ieder hoofd stuk een afgesloten geheel vormt kan de selectieve lezer gemakkelijk keuzes maken en krijgt dan de ge detailleerde informatie over zaken als opvoeding, straffen, kleding en wangedrag, nodig om het tijds beeld te kunnen vatten. Eindelijk konden de wezen hun in trek nemen in het Cellebroeders- klooster, een gebouw in de toen malige Korenmarktstraat, dat door prins Maurits aangewezen werd als weeshuis. Het was 'Christdagha- vent, 24 december 1597'. Predikant mr. Jacobus Baselis Minor had zijn doel bereikt, namelijk de oprich ting van een Protestants weeshuis te Bergen op Zoom. Al sinds 1591 ijverde Baselis hiervoor omdat onze stad als gamizoenstad een groot aantal wezen kende, die geen 'quade manieren' moesten leren, maar 'in goede manieren ende godsalicheyt geleert ende onder houden werden'. Omdat de prote stantse gemeenschap zelf ami was (ook de stad bezat geen fondsen) moest Baselis gelden voor de op richting bijeen brengen. Door zijn grote inzet lukte het om een enorm vermogen bij elkaar te brengen, o.a. door rentebrieven, giften in natura, een 'ommeganck' (collecte) in ei gen stad en een 215 dagen durende collectereis door de Verenigde Ne derlanden. De verstandhouding tussen het stadsbestuur en het weeshuis was goed. De magistraat ondersteunde het weeshuis bij de oprichting en de instandhouding. Prins Maurits schonk goederen, zo als de St. Omcommerpolder. Dat de stichting juist een prote stants initiatief was is zeer begrijpe lijk als je weet dat na de Beelden- stonn in november 1580 te Bergen op Zoom de hervonnde godsdienst de overhand kreeg en veel katho lieke geestelijken uit onze stad ver dreven waren. In prettig lezende hoofdstukken wordt het dagelijkse leven van de weeskinderen beschreven. Een wei nig individualistisch leven, in een kloosterachtig gebouw, in groeps verband, meestal voor jaren lang, met een op gereformeerde grond slag doortrokken opvoeding, waar catechisatie en kerkbezoek veelvul dig terugkerende onderdelen wa ren. De specifieke weeshuiskleding (in onze stad: staalgrauw met wit/zwarte borgoenskens, Utrecht: een blauw/wit 'narrenpak', ver sterkte de uniformiteit naar buiten toe. Hoe zou het weeskind deze kleding hebben ervaren, als voor recht of als ramp? Zeker is wel dat hierdoor sociale controle mogelijk was. Dat die nodig was blijkt uit het wangedrag dat voorkwam, ondanks het strikte keurslijf, zoals vloeken, ruzie, kroegenbezoek en 'te groote familiariteit'. In de 16e en 17e eeuw werden de weeshuizen met straffe hand geleid. De reglementen waren streng en de straffen navenant. De middeleeuws aandoende straffen bleven in het Bergse weeshuis lange tijd bestaan. 64 De Waterschans nr. 2 1998 Maar onder invloed van de Ver- lichtings-ideeën veranderden de lijfstraffen. De aandacht verschoof van disciplinering naar meer vor ming. Men kreeg meer aandacht voor het kind als kind. Binnen het collectieve karakter van de wees huizen moest ruimte komen voor affectiviteit. Het ontbrak de wezen aan de intieme beslotenheid van het gezinsverband. De Binnenvader en Binnenmoeder, belast met de dagelijkse leiding, moesten trach ten als 'ouders' te functioneren. Dat lukte helaas niet overal. Al lag de supervisie in handen van het stadsbestuur, de Regenten (buiten- vaders) en de Regentessen (buiten moeders) vormden het bestuur. De schrijver stelt dat het leven van de Bergse wezen niet prettig was, maar merkt daarbij op dat ze in mate riële zin in de 19e eeuw beter af waren dan menig kind in de bui tenwereld. De vraag rijst: welk lot was de kin deren beschoren die niet tot het weeshuis konden worden toegela ten? We moeten denken aan zwer vende of onwettige kinderen, von delingen en halfwezen. De schrijver gaat hierop in en stelt dat, hoewel deze kinderen bij particulieren wa ren uitbesteed, de predikanten er voor ijverden om ook deze kinde ren in orde en tucht, op gerefor meerde grondslag op te voeden. Dit initiatief leidde in de periode 1622 tot 1699 tot het ontstaan van het Eerste Bergse Armkinderhuis, dat na 40 jaar door armlastigheid werd opgeheven, gevolgd door het Tweede Bergse Annkinderhuis. Ook dit kon door de slechte finan ciële toestand niet behouden wor den. Daarom besloten de Vroede Vaderen op 10 juni 1699 het Tweede Armkinderhuis te combi neren met het Protestants Wees huis. Zo ontstond het Bergse Stadswees- en Armkinderhuis (1699 - 1857). De 32 wezen en de 56 armkinde- ren werden samengevoegd en ge huisvest in het oude Margrieten klooster in de Geweldigerstraat. De opvoeding in uitsluitend de hervonnde religie werd ook opge legd aan kinderen van andere ge zindten. Dat ook toen nog het le ven voor deze kinderen niet ge makkelijk was, blijkt uit de hoofd stukken die ons informeren over bijvoorbeeld de in normale om standigheden, voldoende maar wei nig gevarieerde voeding, (de schrij ver haalt daarbij aan dat koning Lodewijk Napoleon na zijn bezoek aan de wezen in mei 1809 een jaar lijkse toelage doneerde, ter verbete ring van de voeding). Door hoofdstukken zoals deze weet de schrijver bij de lezer een sfeerbeeld op te roepen. Men proeft de anonimiteit en de verstik kende collectiviteit van het leven in de weeshuizen. Ook wordt de lezer geconfronteerd met de verschijnse len als hoofdzeer, schurft en de pest als gevolg van de gebrekkige hygiëne en medische zorg. Wel zij opgemerkt dat door scholing en vakopleiding individuele ontwikke ling mogelijk was. Als een meestal 25-jarige wees (voorzien van een uitzet) het weeshuisbestaan achter zich liet, kon hij de mogelijkheid bezitten zich in de burgermaat schappij te voegen zonder annlas- tig te hoeven zijn. Binnen het kader van de stadsge schiedenis belicht de schrijver de rekatholisering van onze stad in de 2e helft van de 18e eeuw. Hierdoor, alsmede door onenigheid over fondsen, werd besloten tot schei ding binnen het Stadswees- en Armhuis. Op 12 januari 1857 werd de scheiding een feit. Ieder kreeg de helft van de kapitaal inkomsten en beiden waren rekenplichtig aan de gemeente. Er kwam een zelf standig RK.-Weeshuis (later Blau- wehandstraat 34, Swaentje) en een Protestants Weeshuis (sinds 1906 Blauwehandstraat 32). Als gevolg van het inwerking tre den, in 1966, van de Algemene Bij standswet, kon het Stadswees- en Annkinderhuis worden opgeheven. Het zou als fonds verder moeten kunnen functioneren. Liquidatie van de instelling zou de nodige problemen opleveren, want door wijziging van de statuten zou de stichting mogelijk een burgerlijke instelling worden. In 1995 werden tenslotte nieuwe statuten inge voerd. De Stichting Protestants Weeshuis wil zich niet bezighou den met beleggen, maar daadwer kelijke steun en hulp verlenen. In het voorlaatste hoofdstuk kan de lezer kennis nemen van de activi teiten van het (huidige) Regenten college. De soms nogal persoon lijke en gedetailleerde informatie is chronologisch geordend en omvat ten zaken zoals giften, hulpverle ning, bezitsbeheer en aandacht voor jongeren. Het doorlezen hier van geeft een verhelderend beeld. Het maakt de taak die het Regen tencollege zich stelt zeker meer herkenbaar. Tenslotte: Het geopperde plan tot het schrijven van de geschiedenis van het Protestants Weeshuis te Bergen op Zoom, resulteerde in een onmiskenbaar waardevolle pu blicatie, die een bestaande lacune in de stadsgeschiedenis, opvult. De reeds genoemde en geroemde 'ge- baiiksvriendelijkheid' maakt het boek voor de lezer zeer toeganke lijk. Alhoewel de schrijver veel be grippen goed omschrijft, is mij niet duidelijk geworden, wat bijvoor beeld bedoeld wordt met 'koomle- pel' en 'baren merken'. Het lukt de schrijver in het laatste hoofdstuk ook nog om over het benutte bron nenmateriaal enige interessante wetenswaardigheden te geven. Het uitgebreide personen- en zakenre gister completeert het geheel. Het zal de heer Daeter ongetwijfeld veel zorg en moeite gekost hebben om tot dit resultaat te komen. Enige trots is niet misplaatst, zowel bij de schrijver als bij de geschied schrijving van onze stad, die enorm verrijkt is met deze prachtige gede gen studie. 65 NB. Het boek is verkrijgbaar bij de boek handel. De prijs bedraagt 30,-. Leden van een Geschiedkundige- of Heemkundekring (aan te tonen door vertoon van hun tijd schrift, bijvoorbeeld De Waterschans) kun nen het boek voor 27,50 krijgen.

Periodieken

De Waterschans | 1998 | | pagina 16