Een Brokkenhuis in Bergen op Zoom
De Waterschans nr. 2 1998
den gedaan de stad in handen te
krijgen. De Pruisen begrepen de
wenk. Zij lieten meer troepen aan
rukken en enkele kanonnen opstel
len. Dat leek al wat. Daarna
stuurde kolonel Von Valentini, chef
van de generale staf, een in zeer
hoofse stijl geredigeerd schrijven
naar Moulé met het verzoek de
stad over te geven, maar even stijl
vol wees de commandant het ver
zoek af (8). Geldgebrek deed
Moulé de la Raitrie afkondigen dat
de tot 1 januari 1814 verschuldigde
belastingen meteen betaald moes
ten worden. Dat zou hem 32.000
francs opleveren. De niet al te ijve
rige ontvanger werd per 1 januari
vervangen. Bij keizerlijk decreet van
11 november 1813 was nog een bui
tengewone heffing vastgesteld op
de verponding, het personeel, de
deuren en vensters en de patenten
over 1813. Voor Den Bosch bete
kende dat 54.476 francs extra op
brengen. De commandant eiste dat
tweederde deel voor 9 januari be
taald moest zijn. Wie niet mee
werkte riskeerde inkwartiering en
verhoging van het verschuldigde
bedrag.
Burgers in verzet
Er broeide iets in de stad. Kastelein
Jan van Duuren opperde voorzich
tig het idee om tegen de Fransen in
verzet te komen en hij schijnt daar
mee de basis gelegd te hebben
voor een samenzwering, een onder
grondse beweging waarvan de
meeste leden tot het schippersgilde
behoorden. Willem Hubert, presi
dent van het schippersgilde, werd
de leider. Weldra hadden 240 man
nen zich onder ede tot geheim
houding en tot strijd tegen de Fran
sen verbonden. Die geheimhou
ding was blijkbaar niet de sterkste
kant. Later verklaarde Linsen dat
hij van alles op de hoogte was en
door de geheime politie al de gan
gen van de verbondenen kende (9).
In de nacht van 10 op 11 januari
traden de samenzweerders voor het
eerst naar buiten door op twee
plaatsen een affiche aan te plak
ken, waarin de burgerij werd aange
spoord geen belasting meer te be
talen. De politie kwam die dag tot
een minder prettige ontdekking.
Het gepeupel van de stad verza
melde namen van families waarvan
de huizen geplunderd zouden wor
den. Den Bosch had al eerder ken
nis gemaakt met dergelijke woelin-
Afb.3. Gezicht op de vesting 's-Hertogenbosch vanuit het noorden (Geschilderd door J.
Vrijmoet in 1785). De zandberg links is de weg naar Utrecht. In de stad van links naar
rechts: kerk St.-Jan, St.-Annakapel, stadhuis en De Papenbril (Uit: Charles de Mooij:
Eindelijk uit d'Onderdrukking. Zwolle 1988 p.97).
gen. De rnaire riep op 12 januari de
raad bijeen en daarna, op voorstel
van de raad, alle bij de administra
tie betrokken functionarissen. Bur
gemeester Arnoldus Verheyen stel
de voor om een burgerwacht van
60 a 80 oudgedienden op te rich
ten en alle 'weidenkenden' (het
weldenken was destijds nog een
voorrecht van de gegoede burgerij),
verlof te geven, zich van wapens te
voorzien. De raad nam het voorstel
aan, de commandant eveneens.
Dat laatste bewijst wel dat de Fran
sen van de leidende kringen niets
te vrezen hadden (10). Na twee da
gen was de organisatie van de bur
gerwacht rond. Op 16 januari zag
schipper Adrianus van Hoften kans
over de wal te klauteren en de Prui
sische generaal Von Hobe te be
zoeken in diens hoofdkwartier te
Kerkdriel. Van Hoften vroeg de ge
neraal om de stad nog een keer op
te eisen, wat dan ook de volgende
dag al gebeurde. Zonder resultaat.
Weer een dag later werd in de stad
Jan Roeland sr., een van de samen
zweerders, in de citadel opgesloten,
maar dat weerhield zijn compag
nons niet hun werk voort te zetten.
Op zondag 23 januari stuurden ze
Carel Westenburger met een plan
van aanval naar Von Hobe. Die
ging ermee akkoord. De uitvoering
zou op 26 januari plaatsvinden.
Een kanonschot, daags tevoren
precies om twaalf uur afgevuurd,
was voor de samenzweerders in de
stad het teken dat de aanval vol
gens plan de volgende ochtend om
vier uur zou beginnen en dat zij
dan vanuit de stad de Vughtse
poort moesten openen.
De capitulatie
Alles verliep vlot, zij het met een
half uur vertraging. Het was half vijf
toen de Pruisen met de hulp van
zo'n zeventig Vughtenaren via de
geopende Vughtse poort de stad
binnenrukten. De Fransen moesten
weldra wijken en zochten een veilig
heenkomen binnen de Papenbril,
de goed versterkte maar slecht ge
proviandeerde citadel (11). In de
namiddag besloot de commandant
om te gaan onderhandelen, wat
weldra tot capitulatie leidde. Com
mandant en officieren mochten
vrij vertrekken met medeneming
van al hun bezittingen. Ze moesten
wel beloven dat ze een jaar lang
niet tegen de geallieerden zouden
vechten. De veteranen mochten
eveneens naar huis, maar zij moch
ten gedurende de hele oorlog niet
meer in actie komen tegen de Prui
sen en hun bondgenoten. De rest
van het garnizoen moest zich in
46
De Waterschans nr. 2 1998
krijgsgevangenschap begeven, waar
bij ieder mocht kiezen tussen Prui
sen en Silezië. Ruim 900 soldaten
werden aldus weggevoerd. De buit
van de Pruisen bestond uit 154
kanonnen, 60.000 pond kruit en 4
marinevaandels. De Pruisen telden
twee gesneuvelden en 15 gewon
den. Ook vier burgers hadden ver
wondingen opgelopen. In een brief
aan de Soevereine Vorst prees Von
Bülow de houding van de bevol
king (12). Op vrijdag 28 januari was
het feest in de stad. Na 19 jaar
speelden de klokken van de St. Jan
weer het Wilhelmus. De burgers
trokken eensgezind naar de St.-
Janskerk om het Te Deum aan te
heffen en te luisteren naar het
feestwoord in de 'hoogduitsche
taal' van de lutherse predikant A.
Meyer. Nergens zag men zoveel
vlaggen als langs de haven (13). Uit
de verslagen zou je opmaken dat
de hele bevolking ineens oranjege
zind was. Willem Hubert moest
zich al gauw verdedigen tegen aan
tijgingen als zou hij geld hebben
ingezameld voor de uitvoering van
het plan van de samenzweerders.
Hij beloofde daarop vijftig gouden
dukaten aan de H. Geestannen als
iemand die geruchten kon waarma
ken (14).
Nabeschouwing
De verovering van Den Bosch is
het enige wapenfeit in de strijd om
de bevrijding van Noord-Brabant
in 1813-14 waaraan Brabanders ac
tief deelnamen. Of het verzet wer
kelijk 240 leden telde, is twijfelach
tig. De affiches van 11 januari zijn
natuurlijk niet erg betrouwbaar. In
het Dagblad van 4 maart 1814 wor
den 100 burgers met name ge
noemd, later nog met 21 aangevuld
(15). Men ontkomt ook niet aan de
induik dat Moulé de la Raitrie ge
wacht heeft op een gelegenheid
om zonder gezichtsverlies Den
Bosch over te geven. Dat zou dan
ook de reden zijn geweest dat hij
weinig moeite deed de 'onder
grondse' op te rollen. Het enige wat
hij tegen het verzet deed, was met
veel vertoon Jan Roeland arreste
ren - het gebeurde overdag op de
markt - en een waarschuwing tot
de inwoners richten, waarin we on
der meer lezen: 'Ik ken de hoofden
van de samenzwering; eenige zijn
reeds in mijne magt, andere zullen
niet ontsnappen en de wet zal hun
lot beslissen. Wat is hun doel? Gij
lieden moet het kennen, de eigen
dommen plunderen' (16). Daar heb
je het weer; men was bang voor het
gepeupel. Na bijna een jaar reikte
gouverneur Hultman in naam van
Zijne Koninklijke Hoogheid een
zilveren medaille uit aan 40 bur
gers uit Den Bosch en Vught van
wege hun aandeel in de bevrijding
van de stad. Een van hen, Johannes
van Duuren, kreeg daarenboven
voor het leven een pensioen van
400 gulden per jaar toegekend.
Noten
door Ben Daeter
Het is dit jaar 65 jaar geleden dat
er in Bergen op Zoom een Brok
kenhuis werd opgericht. In de cri
sistijd, op 19 juni 1933, wilde het
voorlopig bestuur van de afdeling
Bergen op Zoom van de Vereni
ging Kerkopbouw een zogenaamd
Brokkenhuis oprichten (1). Dit
soort huizen kwamen toen in an
dere steden reeds voor. In het co
mité van aanbeveling voor het
Bergse Brokkenhuis namen plaats:
zuster J. van den Akker van Vrede
rust, ds. C. Burger en mevr. J. van
Zelm van Eldik uit Overgauw (2).
Een Brokkenhuis was een berg- en
verkoopplaats van allerlei afge
dankt huisraad en afgelegde kle
ren die opgeknapt werden en door
onbemiddelden voor een zacht
prijsje gekocht konden worden.
Men noemde dit verschijnsel ook
wel 'oud maakt nieuw'. Het ging
om het verzamelen en verkopen
van kleren, schoenen, dekens e.d.
De opbrengst was bestemd om de
kosten te bestrijden. Het woord
'brokken' is niet goed te verklaren
omdat men daar in het algemeen
brood en andere spijs onder ver
staat, zeker als men het heeft over
'iets in brokken breken' (3). Bij een
Brokkenhuis ging het om andere
zaken dan brood of spijs.
Summiere gegevens over dit Bergs
Brokkenhuis trof ik alleen maar
aan in het archief van het Protes
tants Weeshuis en slechts één keer
in het archief van de St.-Vincenti-
usvereniging. Navraag bij velen
maakte me duidelijk dat geen van
de ondervraagden ook maar iets
afwist van het bestaan van een
dergelijk huis in onze stad. Dit ver
grootte alleen maar de nieuwsgie
righeid om toch meer over een
dergelijk Brokkenhuis te weten te
komen.
47
(1) Zie: De Waterschans 1997 nr4 en 1998 nr.
1(2) Lefebvre de Béhaine, F La campagne
de France II: La defense de la ligne du Rhin
novembre 1813 a janvier 1814. Paris 1933. p.
412; (3) Koolemans Beynen, GJ.W. Histo
risch gedenkboek der herstelling van Neêr-
lands onafltankelijkheid in 1813. Deel IV.
Haarlem 1913, p. 427; (4) Colenbrander,
H.T. Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840. Deel
VI, derde stuk: Inlijving en opstand, 1810-
1813. 's-Gravenhage 1912, p. 343; (5) Colen
brander, H.T. Vestiging van het koninkrijk.
Amsterdam 1927. p. 11; (6) Dagblad van het
Departement der Monden van den Rhyn van
28 januari 1814: (7) Koolemans Beynen a.w.
p. 433; (8) Crusius, A. Der Winterfeldzug in
Holland, Brabant und Flandern. Luxemburg
1865. p. 108; (9) Hermans, C.R. Bijdragen tot
de Geschiedenis, Oudheden, Lettereit, Statis
tiek en Beeldende Kunsten der Provincie
Noord-Braband 1, 's-Hertogenbosch 1845, p.
117; (10) Koolemans Beynen a.w. p. 444; (11)
Crusius, a.w. p. 152-156 en Koolemans Bey
nen, a.w. p. 446 en Dagblad 28 januari 1814;
(12) Colenbrander Gedenkstukken p. 473;
(13) Koolemans Beynen a.w. p. 453; (14)
Dagblad 8 febr. 1814; (15) idem 1 maart en
11 maart 1814; (16) idem 1 maart 1814; (17)
idem 22 november 1814.