De Waterschans nr. 3 1998 wortels 8,51 liter. De Weelde stelde ook een aantal voorwaarden voor een voorlopig abonnement voor. Zo mocht sui kersap of elk aftreksel van beetwor tels niet dan in de verwarmingske tel in de branderij worden aange troffen. Hetzelfde gold ook voor beetwortelsiroop dat absoluut niet in de gebouwen van de stokerij aanwezig mocht zijn. Een en ander was er op gericht fraude te voorko men. In januari 1856 werd een voorlopige aanslag vastgesteld. Opvallend was ook De Weelde's aanbeveling het bedrijf toe te staan op zon- en feestdagen door te wer ken en bij koud weer 's nachts bij de gistende kuipen een brandende ketel te plaatsen. Dit laatste was om te voorkomen dat het beslag onvol doende gistte. Eerder hebben we gezien dat koud weer inderdaad een negatief resultaat had. De fis cus was er over het algemeen niet gerust op dat 's nachts de vuren aanbleven in branderijen, dit in verband met eventueel frauduleus stoken. Het op zon- en feestdagen mogen doorwerken is opvallend. Bij de andere door mij onder zochte branderijen gaf dit steeds aanleiding tot geschillen tussen de bedrijfsleiding, de gemeentelijke en de rijksoverheden. Waarom het aan De Ram c.s. werd toegestaan, is dan ook niet echt begrijpelijk Geen van deze branderijen heeft in feite ooit echt gefunctioneerd. Ze moesten zich steeds wenden tot de minister van financiën om toestemming voor nieuwe proefnemingen. Hier bij moest steeds een ambtenaar der accijnzen aanwezig zijn, dus ook op zon- en feestdagen of in voor komende gevallen wanneer 's nachts doorgewerkt werd. In sep tember 1857 vroegen de Goese fir manten aan De Ram c.s. op grond waarvan deze 24 uur per dag mocht doorwerken. De minister had namelijk medegedeeld dat bij 's nachts doorwerken in Goes, men de salariskosten van de toezicht houdende ambtenaren moest beta len. De Ram c.s. deelde mee nooit te hebben betaald voor nachtelijk toezicht. Ondanks protesten van de Goese firmanten bleven deze een vergoeding verschuldigd (14). Om dat de archiefstukken ontbreken, is niet bekend op grond waarvan en wanneer De Ram c.s. toestemming hadden verkregen om 's nachts door te mogen werken. Hetzelfde geldt ook voor het feit dat het er op lijkt dat De Ram c.s. in tegenstel ling tot de andere beetwortelbran derijen wel een (voorlopig) abon nement voor de accijnzenverreke- ning hebben gekregen. Veeziekte Het Nieuws- en Advertentieblad Bergen op Zoom, beschikbaar vanaf 1856, geeft op één bericht na geen informatie over de branderij. Op zondag 13 december 1857 meldde men dat het vee staande in de stal van de branderij getroffen was door veeziekte. In die tijd was het vraagstuk van het wel of niet in enten van het rundvee aan de orde. Nadat drie vaarzen waren overle den, werden de resterende dertien ingeënt. Het resultaat was dat slechts één koe nog overleed en twee anderen een stuk van hun staart verloren. Aangemoedigd door dit goede resultaat, liet De Ram het vee staande in de stallen gelegen onder de Hoeven, gepacht door de bouwman R Couwenbergh ook inenten, met hetzelfde goede resultaat. Waren ook hier eerst drie runderen gestorven, de 22 nog aan wezige runderen bleven in leven. Het belangrijkste van dit kranten bericht is de vermelding dat aan de branderij een stal met rundvee was verbonden. Het resterende afVal van de branderij is dan ook ge bruikt als (aanvullend) veevoeder. Dit soort bedrijven beschikten over het algemeen over stallen met amdvee gevoerd met het afval. Bedrijfsresultaten Over de bedrijfsresultaten is in de gemeenteverslagen en provinciale jaarverslagen vreemd genoeg niets terug te vinden. Hetzelfde geldt ook voor het tijdstip waarop de brande rij buiten bedrijf is gesteld en wat vervolgens met de bedrijfsinventa- ris is gebeurd. Gedurende het korte bestaan bood zij werkgelegenheid aan een aantal mensen. In het eerste jaar werkte zeventien man in de branderij te gen een dagloon van 0,25 a 0,80, waarbij twaalf uur per dag gewerkt werd. Tussen 1856 en 1858 werkte tegen het zelfde dagloon elf man. In 1859 meldde het provinciale jaarverslag dat de distilleerderij niet in werking was en dit is dan tevens de laatste vermelding. In de ge meenteverslagen wordt na de ver melding in 1858 in het geheel niet meer over het bedrijf gerept. Dank zij een probleem, ontstaan door het verzenden van een hoeveelheid gedistilleerd aan het verkeerde adres, weten we in ieder geval een afnemer van het product. In 1858 ontstond een discussie over het wel of niet terug mogen nemen van 1.253 liter spiritus geleverd aan J.C. Boldoot. Per abuis was de zending verstuurd naar een adres in Am sterdam terwijl dit Watergraafsmeer had moeten zijn. Adressering moest namelijk correct zijn om controle door de accijnzen moge lijk te maken en zo malafide prak tijken te voorkomen. Uiteindelijk gaf de minister toestemming het geleverde terug te mogen nemen en in het eigen depot te Bergen op Zoom op te slaan. Overigens had niet alleen de Bergen op Zoornse branderij problemen gehad met de levering aan Boldoot, maar ook de vergelijkbare Wageningse branderij (15). Toen bleek bij de accijnzen al enige twijfel aan de betrouwbaar heid van Boldoot te bestaan als het ging om de adressering van haar depot. Of de beetwortelalcohol in het al gemeen bestemd was voor mense lijke consumptie betwijfel ik. Ik ver- 88 De Waterschans nr. 3 1998 moed dat er met name vraag naar bestond voor industriële verwer king. Opheffing Over de exacte datum van op heffing tast ik nog in het duister. Bakker suggereert dat het bedrijf vermoedelijk tien jaar bestaan heeft (16). Uit de archiefstukken, voor zo ver aanwezig, heeft het er alle schijn van dat vanaf 1859 alle be drijfsactiviteiten zijn stilgelegd. In de oprichtingsakte werd de ven nootschap voor tien jaar opgericht, eindigende in 1866. Door De Ram c.s. werd in 1864-1865 in Roosen daal een beetwortelsuikerfabriek opgericht (17). In Bergen op Zoom was rond 1863 door Felix Wittouck een beetwortelsuikerfabriek opge richt. Wat veel belangrijker is, is de oprichting van de Zevenbergse fa briek door de Firma De Bruyn en Co. in 1858, later bekend als Azelrna. Aan dit bedrijf was name lijk ook een melassestokerij ver bonden (18). Het stoken van alco hol uit melasse zou een succes blij ken, dit in tegenstelling tot het sto ken uit de beetwortelen. Of De Ram en Co. het tij hebben willen keren door ook uit melasse te gaan stoken, is niet bekend. De Goese branderij heeft het overwogen, maar waarschijnlijk nooit in daden omgezet. 89 beetwortels wassen snijmolen in ci i-11 kuip nr. 1 kuip nr. 2 kuip nr. 3 verwarmingsketels! p 111 1 beslagbak beslagbak j beslagbak j beslagbak distilleerkolom Aft).4. Schematische weergave van de werkwijze van de branderij. Noten (1) Beetwortelen is een andere aanduiding voor suikerbieten. Naar alle waarschijnlijk heid is de Maastrichtse branderij van P.C. Coenegracht het eerste van dit soort bedrij ven geweest. Zie verder ook Maanen, R.H.C. van. Beetwortelbranderij te Culemborg tussen 1854-1866. In: Mededelingen Historische Kring West-Betuwe 25e jaargang no. 2, au gustus 1997, p. 3-9; De Wageningse stoom- beetwortelbranderij van DA. Sandbrink in 1856-1859. In: Oud-Wageningen, 25e jaar gang, november 1979, nr. 4, p. 78-87 en A.J.P. Saaijmans Vader Cie. en haar branderij 'Mercurius' te Goes. Beetwortel- en meekra palcohol uit Goes en omstreken 1853-1860. In: Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Bcveland, no. 23, 1997, p. 39-50; (2) Bakker, M. Onderneming en vernieuwing. Am sterdam. 1978; (3) Hallema, A. Van Biet tot suiker. Baarn, 1948; (4) Bakker, M. Onderne ming en vernieuwing. Amsterdam, 1978; Hal lema, A. Van Biet tot suiker. Baarn, 1948; Idem. Suiker en stroopfabricage uit Neder landse gewassen tussen 1813 en 1858. Sloot- mans, CJ.E De alcohol der Nederlandse Sui kerindustrie. Roosendaal, 1949; Timmer, dr. E.MA Beetwortekultuur en bietsuikerfabri- cage in ons land tijdens de inlijving bij Frank rijk. (5) Timmer, dr. E.MA Beetwortelcultuur en bietsuikerfabricage in ons land tijdens de inlijving bij Frankrijk: (6) Maanen, R.H.C. van. Beetwortelbranderij te Culemborg tussen 1854-1866: (7) Bakker, M. Onderneming en vernieuwing: Slootmans, C.J.F De alcohol der Nederlandse Suikerindustrie: (8) Maanen, R.H.C. van. Beetwortelbranderij te Culemborg tussen 1854-1866: (9) Verhoeff, J.M. De oude Nederlandse maten en gewichten: (10) Sloot- mans, CJ.E De alcohol der Nederlandse Sui kerindustrie: (11). Zie onder noot 1; (12) De te verwachten opbrengst op grond van een bepaalde hoeveelheid grondstoffen, ge bruikte procédés en duur distillatieproces wordt trek genoemd; 13) Hugues Chantp- onnois is in 1803 te Chaumont, Frankrijk geboren. Hij studeerde ondermeer chemie en ontwikkelde de naar hem vernoemde bietenwasser en distilleertoestel in 1852. Champonnois was met name van belang voor zijn studie naar de juiste voorwaarden voor de fermentatie van pulp; (14) Maanen, RH.C. van. Saaijmans Vader Cie. en haar branderij 'Mercurius' te Goes: (15) Maanen, R.H.C. van. De Wageningse stoombeetwortel- branderij van DA. Sandbrink in 1856-1859: (16) Bakker, M. Onderneming en vernieuwing: 17) Overigens namen Meganck en De Roock niet deel aan deze onderneming; (18) Bakker, M. Onderneming en vernieuwing: Slootmans, C. J.E De alcohol der Neder landse Suikerindustrie: Rijper, A Flet ontstaan en de ontwikkeling van de beetwortelsuikerin dustrie in Z.W. Literatuur Bakker, M. Onderneming en vernieuwing. De Nederlandse bietsuikerindustrie 1858-1919. Amsterdam, NEHA-series 111, 1978; Forbes, R.J. A short history of the art of destination. From the beginning up to the death of Cellier Blumenthal. EJ. Brill, Leiden, 1970; Hallema, A Suiker en stroopfabricage uit Nederlandse gewassen tussen 1813 en 1858. In: Econo- misch-Historisch Jaarboek deel 24. blz. 207- 238; Idem. Joannes Petrus van Rossum 1860-1943. Levens- en karakterschets van een Nederlandsch koopman en industrieel uit de 19e en 20e eeuw. AAM. Stols, 's-Graven- hage, 1947; Idem. Van Biet tot suiker. J.P. van Rossum als suikerindustrieel-koopman en or ganisator. Uitgeverij Schuyt N.V., Baant, 1948; Rijpers, A. Het ontstaan en de ontwik keling van de beetwortelsuikerindustrie in Z. W. Nederland (1858-1920). In: Jaarboek Oud heidkundige Kring De Ghulden Roos Roosendaal, nr. 22, 1962; Slootmans, CJ.E De alcohol der Nederlandse Suikerindustrie. Jubileumboek uitgegeven door de N.V. Zuid-Nederlandse Spiritusfabriek te Bergen op Zoom ter gelegenheid van haar vijftigja rig bestaan. Van Poll Suykerbuyk, Roosen daal, 1949; Timmer, dr. E.MA. Beetwortelcul tuur en bietsuikerfabricage in ons land tijdens de inlifing bij Frankrijk. In: De Economist, jaargang 1915, blz. 108-147 en 203-239; Ver hoeff. J.M. De oude Nederlandse maten en gewichten. Meertensinstiluut, Amsterdam, 1983. Bronnen Archief ministerie van Financiën, afdeling in- en uitvoerrechten en accijnzen inv.nrs. 53 en 70 (Algemeen Rijksarchief te 's-Gra- venhage); Archief Provincie Noord-Brabant (Rijksarchief Noord-Brabant te 's-Hertogen- bosch) inv.nrs. 8393-8403, 8692-8693. Ge meentelijke Archiefdienst Bergen op Zoom: Archief stad Bergen op Zoom na 1813 inv.nrs. 18, 242, 450, 450b, 2358, 2532-2537, 2870; Achief notaris Johannes Franciscus van Goch inv.nr. 1364: Achief notaris Jo hannes Ader inv.nr. 1281; Archief notaris Maarten Bax inv.nr. 1306; Nieuws- en adver tentieblad Bergen op Zoom. Met dank aan mijn dochter MA van Maanen voor het doorspitten van diverse jaargangen; Achief notaris FJ.H. van Gilse inv.nr. 2528, akte nr. 157 d.d. 28 oktober 1864 (Gemeentearchief Roosendaal en Nispen); Nederlands Patrici aat 4e jaargang. Centr. Bur. voor Genealogie en Heraldiek, 's-Gravenhage, 1913, blz. 308- 311. Genealogie De Ram.

Periodieken

De Waterschans | 1998 | | pagina 7