De Waterschans nr. 4 1998 De politiek als storend element Na 1525 groeiden de spanningen tussen Karei V en Hendrik VUL Overleg haalde niets uit en in mei 1527 verbood de Engelse koning alle schepen in Engelse havens, ook de Nederlandse, om uit te va ren. Groot ongenoegen natuurlijk in Antwerpen en Bergen, maar ook de Engelse kooplieden voelden zich zwaar gedupeerd. Zijn eigen onderdanen probeerde Hendrik VIII toen tegemoet te komen met het voorstel om van Calais de grote stapel te maken voor de handel met het continent. De Engelse kooplieden zouden daar alle voor rechten krijgen die ze in Antwerpen en Bergen op Zoom genoten. Het Bergse stadsbestuur stuurde af gevaardigden naar Londen, maar die bereikten niets. De landvoog des in de Nederlanden, Margaretha van Oostenrijk (1507-1530), liet toen op haar beurt de Engelsen in de Nederlandse havens arresteren en hun schepen en goederen in be slag nemen. Het jaar daarop zege vierde toch weer het gezond ver stand en konden de Bergenaren de Engelsen op de Koudemarkt van dat jaar welkom heten (16). Dit is maar één voorbeeld van een markt verstoring. Niet alleen de politiek kon dwars liggen. In 1529 was het een besmettelijke ziekte, de zoge naamde zwetende of Engelse ziekte, die de kopers en verkopers verre hield. Het jaar daarop haalde de natuur verwoestend uit. Een zware storm deed op 5 november vele dijken bezwijken en 72 dorpen verdwenen in de golven. Veel pol ders op Tholen en Zuid-Beveland stonden blank en van de oogst kwam niet veel terecht, dus weinig meekrap en graan op de Koude markt van 1530. De markiezen zetten zich in voor de belangen van hun stad In december 1534 stuurde markies Antonius van Glymes een gezant schap onder leiding van mr. Cor nells Bogaert, stadhouder van het markiezaat, naar Engeland om het bezoek aan de Bergse markten aan te moedigen, want dat was de afge lopen jaren minimaal geweest. En als de Merchants kwamen dan was het bij het scheiden van de markt of iets later. Antwerpen had name lijk een manier ontdekt om de En gelse kooplui na de Pinkstermarkt langer vast te houden. Dat bereik ten de Sinjoren door de betalings datum op te schuiven. Zo bleven de handelaars langer in de stad. Als ze dan tenslotte in december/janu ari nog naar Bergen trokken, was daar de eigenlijke markt voorbij. Er zat voor Bergen op Zoom niets an ders op dan de duur van de Kou demarkt maar te verlengen, tot eind februari zelfs. Zo verschoof de Koudemarkt steeds meer naar ja nuari. In 1554 was markies Jan IV van Glymes (1541/1550-1567) in Calais in verband met het aanstaande hu welijk van zijn koning Philips II (1555-1598) met de Engelse vorstin Maria Tudor (1553-1558). Het be wijst weer eens temeer hoe hoog de familie Glymes stond aange schreven. Jan vergat in Calais zijn Bergenaren niet en maakte zijn En gelse relaties attent op de handels perikelen van zijn stad. Dat leidde in 1555 tot een vergadering van de Bergse regenten met het bestuur en een uitgebreide deputatie van de Merchant Adventures in het En gelse Huis in de H. Geeststraat. Vooraf had Jan IV de Brede Raad van Bergen op Zoom op het stad huis bijeengeroepen, want hij wilde meer zeggenschap in het stadsbe stuur. Dat zou het onderhandelen met de Engelsen een stuk gemak kelijker maken. Daarin kwam de Brede Raad hem tegemoet. Jan IV bekrachtigde opnieuw alle privile ges die in het verleden aan de Mer chants waren toegekend. Vervol gens willigde hij 14 nieuwe wensen van hen in. De Engelsen van hun kant kwamen met drie concessies over de brug. Ze zouden voortaan zo vroeg mogelijk op de Bergse jaarmarkten verschijnen, niet toe staan dat tijdens de markt medele den in een andere stad zaken de den en de Bergse arbeiders die voor hen werkten beter belonen. Het ligt voor de hand dat men in Antwerpen niet erg ingenomen was met het resultaat van de onderhan delingen, want men wist maar al te goed dat de aanwezigheid van de Merchant Adventurers tevens veel andere kooplieden aantrok. Maar het werd nog erger, want op voor spraak van de Bergse markies be paalde Londen in 1556 dat alle En gelse lakens naar Bergen op Zoom moesten. Op de Paasmarkt van 1560 zouden wel 20.000 lakens zijn verkocht (17). Einde van een bloeiperiode De opbloei was van korte duur. In 1563 stagneerde de scheepvaart op de Noordzee vanwege een oorlog tussen Frankrijk en Engeland. Franse kapers loerden op Engelse schepen en legden de export prak tisch lam. Na afloop van de oorlog bleven de Engelsen toch weg uit Bergen op Zoom. Antwerpen trok sterker, vooral vanwege de rnoge- Afb.6. Nieuwe Beurs te Anh\'erpen, in de jaren 1531-1533 gebouwd door Dominions de Waghemakere. In de vorige eeuw is het gebouw door brand verwoest. 138 De Waterschans nr. 4 1998 Afb. 7. Het Engelse Huis in de Engelsestraat na de restauratie. lijkheid om er de betalingen af te werken. Daar verrees een fraaie nieuwe beurs en vestigden zich de bekende Augsburgse bankierfami lies Fugger en Welser. Een gouden eeuw wordt zelden honderd jaar. Dat moest ook Ber gen ervaren. Meerden er in 1543 nog 33 schepen af in de haven, in de tweede helft van de eeuw zou dat aantal snel minder worden. De toekomst zag er aan het begin van de eeuw zo rooskleurig uit, wat on der meer blijkt uit de bouwactivi teiten. De stad kreeg een beursge bouw (Grote Markt 34) en telde verschillende hallen zoals de la kenhal op de hoek Grote Markt- Hoogstraat, de nieuwe Hal van Weert, de Hal van Armentières en de Hal van Diest. Eerder noemden' we reeds de bouw van het Markie zenhof en de forse uitbreiding van de Grote Kerk. Een ommekeer in de economie vraagt om een verklaring. Waaraan moet de recessie na ongeveer 1550 worden toegeschreven? Meerdere oorzaken zijn daarvoor aan te wij zen. De Reformatie en de Contra reformatie met hun onderlinge spanningen die uitmondden in godsdienstoorlogen, de aanvoer van grote hoeveelheden goud en zilver uit de Nieuwe Wereld met als gevolg inflatie en sociale woelin gen, op politiek gebied de strijd om de hegemonie in West- en Zuid- Europa. Dit alles greep in elkaar en vormde een ingewikkeld complex. Voor de beide Scheldesteden zou met name de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) funest blijken voor hun welvaart. Plunderende legers ontvolkten het platteland en maak ten handelsreizen zowel op het land als op het water tot een ha chelijk avontuur. Zware belastin gen, brandschattingen, furies - denk aan de Spaanse furie 1574 en 1576) en de Franse furie (1583) te Antwerpen - en belegeringen (Ber gen op Zoom 1588 en nog eens in 1622, Antwerpen 1585) verminder den de koopkracht en vergrootten het aantal bedeelden. Voor Antwer pen betekende de verovering van de stad in 1585 door Panna en de daarop volgende sluiting van de Schelde door de Republiek een te rugval van de economie. Vele bur gers trokken weg en Amsterdam zou Antwerpen opvolgen als be langrijkste handelscentrum van West-Europa. In het Engelse Huis in de Engelsestraat namen in 1581 garnizoenssoldaten hun intrek. Zij sloopten het pand zo ongeveer. Nog voor de eeuw ten einde liep was er slechts een bouwval over. Op de Kaai werd het wat al te rus tig en de jaarmarkten trokken steeds minder volk. Bergen op Zoom ging als protestantse grens vesting in het generaliteitsland Staats-Brabant een nieuw tijdperk in. In de negentiende eeuw trok het voormalige 'Courf hof) van de Merchant Adventurers opnieuw de aandacht, namelijk als de school van Brogtrop, genoemd naar de onderwijzer die in 1852 deze school opende. Een bekende Ber- genaar die hier onderwijs genoot was Anton van Duinkerken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het gebouw een toevluchtsoord voor enkele klassen van het Mollerly- ceum. Een degelijke restauratie deed pand en straat heel goed (18). Na de sluiting van de Schelde was 139 S. F'. Q_. A. tN V5VM N' EGOTIATOKVM VIVSCYMQjiADOS! IAC UNGVVf. ïtmïQ_.\i*x> s\:t: okvamkntv.m ANNO M I'. XXXI A SOLO F. XT RVI CVK.

Periodieken

De Waterschans | 1998 | | pagina 11