De Damesconferentie Louise de Marillac
De Waterschans nr. 4 1998
de bloeitijd van de Engelse Natie
voorbij. Zij week uit naar Hamburg
en andere havens in Noord-Duits-
land, maar kwam daar in botsing
met de Hanze. In de jaren tachtig
van de 16de eeuw zien we de Mer
chants weer op de markt van Mid
delburg verschijnen, in 1621 trok
ken ze naar Delft, in 1635 naar
Rotterdam en in de jaren 1655-
1751 komen we hen tegen op de
markt van Dordrecht. Pas in 1808
hield dit gilde op te bestaan (19).
Iets over de geraadpleegde werken
De meeste wijsheid voor het schrij
ven van dit artikel heb ik geput uit
de reeds genoemde werken van
Slootmans en De Srnedt. Volledig
heidshalve vernield ik nog even de
gegevens. Oskar de Smedt: De En
gelse Natie te Antwerpen in de 16e
eeuw (1496-1582). Antwerpen Deel
I 1950 en deel II 1954.
CJ.F Slootmans: Paas- en Koude-
markten te Bergen op Zoom 1365-
1565. Tilburg 1985. Dit werk bestaat
uit drie banden, de nummers
LXTV, LXV en LXVI van de Bijdra
gen tot de Geschiedenis van het
Zuiden van Nederland.
De Smedt behandelt de historie
van de Merchant Adventurers het
meest uitgebreid. Alle mogelijke
facetten van deze organisatie passe
ren de revue. Wie meer wil weten
over de door deze compagnie ge
bruikte scheepstypen, de wijze van
betalen, de gebruikte muntsoorten,
de invloed van de reformatie op
het doen en laten van de leden, de
verzekering van schepen en lading,
de begeleiding en bescherming van
de scheepvaart, de verhouding tot
de Duitse Hanze enz. kan bij De
Smedt terecht. Natuurlijk richt
deze auteur zich vooral op de ge
schiedenis van Antwerpen. Het be
lang van Bergen op Zoom in deze
historie blijkt evenwel hieruit dat
geen enkele andere stad behalve
Antwerpen dan zo vaak in het boek
wordt vernield.
Het standaardwerk van Slootmans
benadert ons thema vanuit een
heel andere invalshoek. Hij schrijft
over de Bergse jaarmarkten en op
die markten spelen de Merchant
Adventurers een belangrijke rol.
Dat blijkt duidelijk uit hoofdstuk
XII: Engels Jaarmarktverkeer (p.
705-924) in deel II. Beide werken
hebben naast de economische ge
schiedenis van hun stad in de aan
gegeven periode veel aandacht
voor de politieke aspecten.
Noten
Door: Ben Daeter
In januari 1999 viert de Bergse
Vincentiusvereniging haar 150 ja
rig bestaan. In maart van dat jaar
verschijnt hierover een publica
tie. Dit biedt de mogelijkheid on
bekendheid met en eenzijdige
opvattingen en zelfs misverstan
den over deze vereniging weg te
nemen. Omdat in bedoelde pu
blicatie niet alles van de Vincen
tiusvereniging aan bod kan ko
men, wordt hier wat meer aan
dacht besteed aan de damescon
ferentie Louise de Marillac. Aan
de orde komen het ontstaan, le
den en werkzaamheden van wat
eens de grootste conferentie in
Bergen op Zoom was.
Op 4 januari 1849 werd in de sa
cristie van de parochiekerk H.
Maagd op de Grote Markt de
eerste Bergse Vincentiusvereni
ging opgericht. Het was niet al
leen de eerste Vincentiusvereni
ging in Bergen op Zoom, maar
ook in het toenmalige vicariaat
Breda, het latere (1853) bisdom
Breda. De internationale vereni
ging was in 1833 door Frédéric
Ozanam te Parijs opgericht en
had zich in korte tijd over vele
Europese landen verspreid. De
eerste vereniging in ons land ont
stond in 1846 te Den Haag (1).
Behalve het bezoeken van gezin
nen beoefenden de Vincentianen
tal van andere liefdewerken, zoals
de liefdewerken Beschermschap
der kinderen, onderwijs, biblio
theek, stille armen, verpleging
van zieken en het wettigen van
kinderen en ongeoorloofde sa-
140
De Waterschans nr. 4 1998
menlevingen.
Jarenlang werden alleen mannen
tot de vereniging toegelaten. Dat
zou pas in de jaren vijftig van
deze eeuw veranderen. Toen ont
stond de damesconferentie te
Bergen op Zoom.
Ontstaan
Reeds eeuwen daarvoor waren
vrouwen bij liefdewerken betrok
ken. Het was in het jaar 1617 dat
de Heilige Vincentius a Paulo de
eerste verenigingen van Dames
in het leven riep om de arme zie
ken thuis bij te staan. Deze Da
mes stonden algemeen bekend
onder de naam van Charité's. Het
grote genootschap overspande in
de loop der tijd de wereld als een
reuzennet van weldadigheid. Vin
centius kwam in contact met
Louise de Marillac (1591-1660).
Zij was gehuwd met A. Ie Gras,
secretaris van Maria de Medici,
de koningin van Frankrijk. Toen
Louise weduwe geworden was,
stichtte zij met Vincentius deze
Dochters der Christelijke Liefde,
die ook wel zusters van Vincen
tius a Paulo werden genoemd (2).
Vincentius benoemde haar zelfs
tot visitatrice van al de liefdege
nootschappen in Frankrijk.
Oprichting in Bergen op Zoom
In 1951 werden de eerste stappen
gezet om in Bergen op Zoom een
damesconferentie op te richten.
Het initiatief ondervond aanvanke
lijk veel tegenstand en men be
schouwde het maar als een gevaar
lijk experiment (3). Moderator Se-
gers en de heer Van Mechelen zet
ten toch door, zodat op 14 januari
1951 de oprichtingsvergadering ge
houden kon worden. De eerste pre
sidente werd rnej. Vogels, in 1958
opgevolgd door mej. Jinrkes, terwijl
toen mej. Huijsmans de vice-presi-
dente was.
In hetzelfde jaar was er ook sprake
van de oprichting van een jeugdda-
mesconferentie. De leden daarvan
behoorden eerst tot de Bijzondere
Raad en na een half jaar kon er
overgestapt worden naar de da
mesconferentie (4). Deze conferen
tie, die van het begin af aan 15 le
den, 15 aspirantleden en 1 dona
teur telde (5), werd eind 1952 net
als 30 andere Nederlandse dames
conferenties, ingelijfd bij de Alge
mene Raad te Bologna (6) en op 12
januari 1953 bij het Vincentiuswerk
te Bergen op Zoom (7).
De feestdag van Louise de Marillac
valt op 15 maart. Jarenlang hielden
de leden op die dag een Algemene
vergadering, voorafgegaan door
een H. Mis in de kapel van huize
St. Catharina (8).
Jarenlang is S. van Hooydonk, de
rector van het St.-Catharinage-
sticht, op verzoek van de dames
zelf en met goedkeuring van de
Deken (9) als geestelijke leidsman
van deze damesconferentie opge
treden (10). De conferentie was
oorspronkelijk niet parochiegebon
den, maar bedoeld voor heel Ber
gen op Zoom (11). In 1955 was het
aan de orde de damesconferentie
te laten uitgroeien tot een pa
rochiële damesconferentie, maar
het is er nooit van gekomen (12).
Dames der Liefde
Als we spreken over de damescon
ferentie dienen we te bedenken dat
er vroeger sprake was van drie af
delingen: Dames der Liefde, Gezel
schap der Louisen en de Louiset-
ten. De Dames der Liefde betreft
een groep waarvan de oorsprong
teruggaat tot de genoemde stich
ting in 1617 door Vincentius a
Paulo. De term Dames gebruikte
men vaak ook voor de leden van
sommige vrouwencongregaties.
Praktisch ging het hier dan om per
sonen die als zusters werden aan
geduid. Sommige congregaties ver
anderden de naam Dames in Filles
of Religieuzen (13).
Gezelschap der Louisen
Het verschil tussen de Louisen en
Dames der Liefde bestaat alleen
maar in het feit dat het bij de
Louisen om jonge dames ging die
zich toelegden op het apostolaat
door het bezoeken van arme, verla
ten ouderlingen (14). Men sprak
over het Gezelschap der Louisen.
Het was een afdeling van de Da
mes der Liefde. Men kon tot het
gezelschap toegelaten worden als
men zeventien jaar oud was. Een
maal getrouwd of rond de 35 jaar
ging men over tot de Dames der
Liefde (15). Vanaf het ontstaan van
deze confréries hadden enkele
jonge meisjes gevraagd de Dames
te mogen vergezellen tijdens hun
bezoek bij de annen: zo konden ze
de liefdadigheid leren beoefenen
tot het moment dat men zelf Dame
der Liefde kon worden. Onder vu
rige aandrang van zuster Rozalie
Rendu, Dochter der Liefde, begon
nen enkele jonge meisjes te Parijs
arme, bejaarde, lijdende vrouwen
te bezoeken. 'Met den glimlach
hunner jeugd schonken ze hun
ook 'n woord uit het hart en den
steun van hun spaargeld' (16). Van
de oudsten uit haar klein gezel
schap maakte zuster Rozalie ware
Dames der Liefde. Ze gaf ze lessen
en leerde hun veel geven met wei-
Ni
(1). Ham, Willem van en Cees Vanwesen-
beeck: Gids voor Oud Bergen op Zoom.
Antwerpen 1983 p. 326. (2) Slootmans a.w. I,
p.311. (3) idem I, p.l e.v. en p.12. (4) idem I,
p. 17. (5) De Smedt a.w. I, p.53. (6) idem II,
p.310. (7) idem I p.133. (8) Unger, W.S.: De
tol van lersekeroord. Documenten en Reke
ningen 1351-1572. 's-Gravenhage 1939
(Bronnenpublicatie in de reeks RG.P.
Rijks Geschiedkundige Publication). (9) Ver
hulst A in: Lexikon des Mittelalters I, p.736
en: Uytven R van: Rijnhaven en regionale
markt met internationale jaarmarkten, in:
Antwerpen. Twaalf eeuwen geschiedenis en
cultuur (Redactie: Karei van Isacker en Ray
mond van Uytven) p. 50-55. Antwerpen
1986. (10) De Smedt a.w.II, p.208. (11) idem
II, p.209. (12) Slootmans a.w. II, p.865. (13)
idem I, p. 18. (14) Bountans, R. in: Histori
sche Winkler Prins 1. p.253. Amster
dam/Brussel 1957. (15) De Smedt a.w. II,
p.304-313. (16) Slootmans a.w. II, p.867-869.
(17) idem p.918 e.v. (18) Ham a.w. p.330. (19)
Evans I.H. in: Steinberg's Dictionary of Bri
tish History London 1970 p.227.
Afb. 1. Vincentius a Paulo (schilderij van
Br. Landelinus, 1892).
Afb.2. Rector van Hooydonk was jaren
lang de geestelijk leidsman van
De Damesconferentie (met dank aan
zuster Leonarda).