Museum het Vleeshuis te Antwerpen De Waterschans nr. 4 1998 dement aengaende den voirseide schake, ende wairen ute vii dagen, 's daighs voer den voirseide Zweer ende zijnen knechte vi sc. ende voer Jannese iiii sc., facit iii vlb. x sc. brabants Bijden selven Zweer aldair verleyt voir 't selve mandement ende voir expedicie t'samen xiiii sc. xl/2 den. brabants, Janne de Potter die bij den selven Zweer aldair gesonden was v dagen, 's daighs xviii gr., facit vii sc. vi den., facit t'samen xxii sc. iiii 1/2 den. brabants Den huyssier (21) geheten Peer du Pins die metten voirseide Zweer ende Janne quam uten Hage tot Zierixee om d'exploit vanden voir seide mandement te doen, want men gemeynt hadde de misdadige dair te vinden, betailt voir vii dagen, 's daighs vi sc., maict xxxvi sc. brabants Mijnen heer den drossaerd, Janne vander Mere ende Henric Janssen die met hueren geselscape uut- gweest hebben, met xvii personen tot Ziericxee tot Brouwershaven ende dairomtrent om 's voirseide scaecx wille betailt voir huer cos- ten, sciphuere ende wagenhuere, t'samen iii lb. vii sc. vil/2 den. vlaems, valent vlb. xv gr. xviii mitten brabants Int beghinsel van junio gesonden Henric Janssen tot Utricht om al dair sekere vervolgen te doen opte voirseide quaetdoenders die aldair wairen ende was ute vii dagen, 's daighs voer hem ende zijnen knechte vi sc., maict ii vlb. ii sc. brabants Mijnen heer de drossaerd die inde Bamissemerct met Janne vanden Mere t'Antwerpen heeft geweest om der voirseide saken wille, ii dagen, betailt elcx daighs vi sc., facit xii sc. Ende Janne vander Mere die ter begeerten van borgermeesters ende scepenen dairom uutgeweest heeft t'Antwerpen iiii dagen, 's daighs vi sc., facit xxiiii sc. brabants Mitgaders Willeme de Roue voir 't ghene des hij verleyt heeft van schuythueren ende anders doen zij in Zeelant wairen, betailt xviii gro ten. Ende den scouthet voir zijn costen van dat hij oic in Zeelant geweest heeft xviii sc., facit t'samen xix sc. vi den. brabants xie Somme vanden uutgeven van den scake xxxii vlb. xvii sc. be den. xviii mitten lb. pond (libra); sc. schelling; den. denier (penning); gr. groot en facit maakt. Noten 150 De Waterschans nr. 4 1998 Door: drs. GA Huijbregts Het Antwerpse Vleeshuis Deze keer gaan we de grens over, naar Antwerpen. Wat een stad en zo dichtbij! Er valt daar heel wat te bewonderen. We brengen vandaag een bezoek aan het Vleeshuis, ooit gebouwd door het slagers- of been- houwersgilde als overdekte markt voor de verkoop van vlees. Ook de middeleeuwer kende het gevaar van het eten van bedorven vlees en de overheid vaardigde heel wat keuren wetten of verordeningen) uit om de hygiëne te bevorderen. Een van die keuren schreef voor dat alleen in de vleeshal vleeswaren verkocht mochten worden. Daar moest de slager zich een plaats zien te verwerven voor het uitstal len van zijn waar en het bedienen van zijn klanten. Keurmeesters controleerden er de kwaliteit en de prijs van het vlees. Bijna elke wat oudere stad kan wel een plaats aan wijzen waar eens de vleeshal stond, ook Bergen op Zoom, namelijk Grote Markt 23. Antwerpen heeft zijn vleeshal nog. Eigenlijk is het de tweede; de eerste werd gesloopt om plaats te maken voor deze. Zoals menig museum is ook het Antwerpse Vleeshuis als gebouw op zich al interessant, echt een his torisch monument van grote allure, gebouwd in de jaren 1501-1503 door Herman de Waghentakere (ongeveer 1430-1503). Het was zijn laatste prestatie. De hal is een prachtig voorbeeld van profane laatgotische bouwkunst, de zoge naamde flamboyante uitbun dige) gotiek. Een wandeling om het gebouw heen loont de moeite. Het ritme van baksteen en witte zand- steenlagen doet prettig aan. De be nedenverdieping heeft brede goti sche vensters; boven zijn ze recht hoekig. Het dak is zadelvormig. Vier zeskantige torentjes markeren de hoeken. Aan de zuidzijde staat een vijfde toren, maar die is acht kantig en doet denken aan een pagaddertoren. Dat was een toren die rijke reders bij hun huis lieten bouwen om te kunnen uitzien of op de Schelde hun schepen in zicht kwamen. De meeste van die torens zijn inmiddels verdwenen. De oostelijke gevel met de hoofd ingang kondigt met zijn strakke ho rizontale geleding de komst van de renaissance in de Nederlanden aan. Het Vleeshuis was geen abat toir. Slachten deed de beenhouwer thuis. In 1795 hief de Franse regering alle gilden op. De slagers weigerden echter hun vleeshal op te geven. Drie jaar hielden ze hun verzet vol totdat militairen hen uit het ge bouw verdreven. In 1799 verkoch ten de Fransen het gebouw aan... de beenhouwers. Maar het werd niet meer net als vroeger, zodat de eigenaars het op hun beurt overde den aan een wijnhandelaar voor opslagruimte. In 1899 kocht de ge meente het pand en huisvestte er 151 IMet dank aan drs. WA. van Ham die mij op deze interessante zaak wees. De jaartal len zijn omgerekend naar onze tijd. Bergen op Zoom gebruikte de paasstijl. Het reke ningjaar liep van 1 maart tot 1 maart. Stede lijke archieven van Bergen op Zoomdeel 1, archief van de secretarie 1397-1810 (SA), inv.nr. 756, fol. 29-30v. (2) 'Mijn liefs heren' verwijst naar Jan II, heer van Bergen op Zoom (de hertog van Brabant wordt 'mijn genadige heer' genoemd. Vanaf 1534 wordt de markies ook zo aangesproken). (3) SJ. Fockema Andreae, De Nederlandse staat on der de Republiek. Amsterdam, 1972. 143. (4) Archief van de weeskamer van Bergen op Zoom (1452-1811), inv.nrs. 1: 1452-1477 en 2: 1480-1486 (1492). (5) Adriaen Berthels is tussen 1437 en 1452 zeven keer schepen ge weest. (6) Cornelis Peck was in 1446 rent meester, tussen 1458 en 1476 is hij acht keer burgemeester buiten de bank geweest. In de stadsrekening van 1480 staat hij genoemd als burgemeester, maar in de lijsten van bur gemeesters en schepenen komt hij in dat jaar niet voor. Zie SA inv.nr. 5. (7) De schut tersgilden van voet- en handboog werden na 1456 door Jan II tot lijiwacht gemaakt van heer en magistraat. Aanleiding hiervoor was het gildenoproer van twee jaar daarvoor ge weest. Beide gilden bestonden uit 32 perso nen. Zij werden ingeschakeld bij de verdedi ging van de stad en het handhaven van de openbare orde. Zie ook: N. Grosfeld, 'De schuttersgilden van Bergen op Zoom'. In: De Waterschans 23 (1993) nr. 2, 36. (8) SA inv.nr. 756, fol. 23 en 25. (9) Idem, fol. 13v. (lOMr- chieven van de Raad en Rekenkamer van de markiezen van Bergen op Zoom, inv.nr. 649.1. (II) Janne van der Mere of Maere was tus sen 1485 en 1495 drie keer schepen en tus sen 1481 en 1494 drie keer burgemeester buiten de bank (12) Henric Janssen was in 1456 schepen, van 1468 tot en met 1471 schout, in 1476 rentmeester en in 1478 bur gemeester binnen de bank (13) Willem de Roue was in 1439 burgemeester buiten de bank tussen 1451 en 1465 drie keer burge meester binnen de bank en tussen 1435 en 1448 schepen. (14) Een mitje of mijtje is een muntje ter waarde van een derde penning. (15) Deze paragraaf is gebaseerd op DA Berents, Het werk van de vos. Samenleving en criminaliteit in de Late Middeleeuwen. Zutphen, 1985. 36-40. (16) Costuymen ende usantien der stadt Berghen op ten Zoom. Ber gen op Zoom, 1628. H4v, nr. VIII. (17) Groot Privilege van 1365, art. 15. Gedrukt in: J. van Rompaey. 'Rechtsbronnen van de stad Ber gen op Zoom'. In: Verslagen en mededeelin- gen van de Vereeniging tot uitgaaf der bronnen van het Oud-vaderlandsche recht XIII (1968), 238. (18) Het begrip 'familie' in juridische zin strekte zich uit 'ten vierden lede', dat wil zeggen over familieleden die dezelfde over grootouders hadden. (19) Berents, 53-54. (20) Voor een verslag van deze schaking, zie CJ.E Slootmans, Jan metten Lippen, zijn fa milie en zijn stad. Rotterdam, 1945. 61-63; A Delahaye, 'Heerlijkheid en heren van Zeven bergen, II: 1453-1794'. In: Publikaties van het Archivariaat 'Nassau-Brabant' nr. 8. Zundert, 1969. 13-15. (21) Deurwaarder. Ajb.l. Het Antwerpse Vleeshuis, gebouwd 1501-1504.

Periodieken

De Waterschans | 1998 | | pagina 17