De Waterschans nr. 4 1998
gen Grote Markt en in de Gilden-
kamersstraat onderstrepen dat nog
eens. Ooit had de vleeshal ook een
kapel en werden er uitbundige
feesten gevierd. Een tweede smalle
torentrap brengt ons weer op de
begane grond.
De collectie
Wat is er zoal te zien in het Vlees
huis? We gaven reeds aan dat we
kennismaken met topstukken van
Antwerpse vaklui, anders gezegd
met meesterstukken van toege
paste kunsten. Dat is een veel om
vattend begrip. Het museum bevat
bijvoorbeeld een waardevolle ver
zameling muziekinstrumenten. De
Scheldestad was bekend om zijn
klavecimbels, spinetten, orgels e.d.
Vierhonderd jaar geleden over
leed Hans Ruckers, grondvester
van Ven klavecimbelatelier van
wereldformaat', zoals de folder
voor een aparte aan hem gewijde
tentoonstelling aangeeft. Zijn fa
milie zette het bedrijf voort tot in
de zeventiende eeuw. De instru-
Het interieur
We gaan naar binnen en zien me
teen de grote hal met zijn indruk
wekkende zuilen voor ons. Ze zijn
onder afgeplat, zodat de tafels of
banken van de slagers er tegenaan
konden staan. Eens stonden er 62
banken. Het beenhouwersgilde ver
kocht die aan de slagers. De eige
naars hadden met zo'n bank een
zeer waardevol bezit in handen, dat
snel in waarde steeg. De rij zuilen
verdeelt de hal in twee beuken. Een
smalle wenteltrap brengt ons naar
de grote bovenzaal met aangren
zende vertrekken: een goed inge
richte keuken, een soort pronkka
mer, een raadskamer voor de ver
gaderingen van de meester been
houwers enz. Niet van alle ruimten
is bekend welke functie zij eertijds
hadden. Zij geven wel een indruk
AJb.3. Een Vlaamse vierdeurenkast, gemaakt te Antwerpen omstreeks 1700.
Afb.2. Een virginaal, gemaakt te Antwerpen door Joannes Couchet in 1560.
na een restauratie het Museum van
Ambachts- en Sierkunsten (1913).
De producten van de Antwerpse
ambachtsgilden bewijzen het vak
manschap van deze handwerkers.
De kelders met hun fraaie gewel
ven werden ingericht als Lapida-
rium of Steenmuseum. Daar stond
onder meer uitgestald wat de stads
bodem weer had teruggegeven, een
archeologische afdeling dus, aan
gevuld met producten van de
beeldhouwkunst. Die afdeling is
helaas sinds enige tijd gesloten. Na
een tweede restauratie is het pand
in zijn oude glorie hersteld.
van het aanzien van een gilde. De
gildenhuizen op de dichtbij gele-
152
De Waterschans nr. 4 1998
Ajb.4. Retabel van Averbode. Jacob van Cothem, 1514.
menten van de firma Ruckert sier
den de paleizen van de vorsten.
Men ziet er ook oude kamerorgel
tjes, trompetten, een harp, een
virginaal van Joannes Couchet
(1560) enz.., stuk voor stuk bijzon
dere instrumenten. De smeden
zijn vertegenwoordigd met onder
meer wapens. Uitgestald zijn er
o.a. goedendags, hellebaarden, ra
pieren, geweren. Die demonstre
ren naast hand- en voetbogen,
helmen, schilden, strijdbijlen enz.
de agressieve kant van het mens
dom, maar getuigen tegelijkertijd
van zijn creatieve ambachtelijk
heid. Dat laatste geldt ook voor de
Antwerpse glazeniers, de edelsme
den, de tinnegieters, de meubel
makers, de pottenbakkers, de ta
pijtwevers met hun ontwerpers en
patroonschilders, de ateliers voor
tegeltableaus en niet te vergeten
de schilders en beeldhouwers.
Voor werken van de Antwerpse
grootmeesters Rubens, Van Dyck
en Jordaens moeten we echter
naar het Museum voor Schone
Kunsten op de Lodewijk de Wael-
plaats. Ook voor de beeldhouw
kunst zijn we meer op andere mu
sea aangewezen, bijvoorbeeld de
St.-Jacobskerk. Een blikvanger is
ongetwijfeld het eikenhouten al
taarretabel van Jacob van Cot
hem, gemaakt in 1514 voor de
norbertijnerabdij van Averbode.
Een handje levert het bewijs dat
we te maken hebben met een Ant
werps product. Op het middenpa
neel is de graflegging van Christus
uitgebeeld. De zijluiken zijn ge
schilderd en stellen de kruisdood
van Christus voor en de opstan
ding uit het graf. Het is werk van
een onbekende meester. Sommige
afbeeldingen hebben betrekking
op belangrijke gebeurtenissen uit
Antwerps verleden, zoals de
Franse furie van 1583. Munten,
penningen en medailles, geslagen
in Antwerpen, herinneren even
eens aan historische personen en
feiten. Antwerpen kende ook een
bloeiende nijverheid op het ge
bied van keramiek. Kunstenaars
uit Italië en Frankrijk vestigden
zich in Antwerpen en voerden
nieuwe ideeën en technieken in.
Er is veel te bewonderen wat be
treft meubels, glas, tapijten uit
Brussel, maar vaak verhandeld in
Antwerpen, kant- en borduurwerk.
En dan te bedenken dat het mu
seum zo rijk is aan waardevolle
objecten, dat slechts circa vijf pro
cent ervan staat uitgestald. Als de
geest verzadigd is, wacht de Grote
Markt met zijn terrasjes en genie
ten we verder van het fraaie re
naissance stadhuis en de boei
ende gevels van de voormalige gil-
dehuizen. We gaan beslist nog een
keer terug naar Antwerpen, want
er is veel te bewonderen en de
stad heeft een rijke historie.
153