De Bergse binnenstad beschreven
De Waterschans nr. 2 1999
van een dijk werden in 1991 vuur
stenen werktuigjes gevonden van
rendierjagers uit de laatste ijstijd,
nu meer dan 10.000 jaar geleden.
Deze opsomming is verre van vol
ledig. Men krijgt de indruk dat de
Heemkundige Kring nog uitgaat
van het principe: 'Laat zien wat je
hebt'. Veel musea beperken zich
liever tot het uitstallen van hun
topstukken en merkwaardigste ob
jecten. Al het overige verdwijnt in
het depot en komt alleen tevoor
schijn bij een of andere gelegen
heidsexpositie.
Het Poldermuseum is zeker een be
zoek waard. Dat geldt trouwens
voor heel Lillo-Fort. Men kan er
goed wandelen over de oude ver-
dedigingswallen, langs de grachten
en het oude haventje. Er vaart weer
een boot naar de overkant, naar
Doel. Het doodvonnis voor dat
dorp is eveneens getekend. Aan de
overkant kan men wandelen naar
Liefkenshoek, het andere fort van
de Hollanders. Ook deze verster
king wordt uitgebouwd als mu
seum en als recreatiecentrum.
Poldermusewn
Praktische tips. Adres: Poldermu
seum, Tolhuisstraat 14, B 2040 Lillo.
Tel. 0032.3.5686496 (Mevr. L. Ver-
tommen). Conservator R van Bos-
straeten, Boekenberglei, 2/bus 8, B
2100 Deurne. Tel. 0032.3.3216186.
Openingstijden: Het Poldermu
seum is open op zon- en feestda
gen van Pasen tot 31 oktober van
13.00 tot 18.00 uur. Toegangsprij
zen: Volwassenen 50 BF; kinderen
10 tot 15 jaar 20 BF; 60-plussers en
groepen 40 BF Voor groepen kan
men een afspraak maken met de
gids mevrouw L. Vertommen; min
stens acht dagen van tevoren.
Hoe Lillo-Fort te bereiken? Met de
auto de eerste afslag nemen zodra
men op de nieuwe autoweg naar
Antwerpen de grens met België is
gepasseerd. Afslag: Zandvliet - Ha
vens. Vervolgens Noordland, Ha
vens of BASF-bordjes aanhouden.
Is men de brug over het Schelde-
Rijnkanaal over dan de weg langs
de fabrieken van BASF, Solvay e.d.
volgen tot de afslag Lillo-Fort, zo
wat 11 km van de grens. Wie de
fiets prefereert kan via CalfVen en
de Aanwas (Ossendrecht) de brug
over het Schelde-Rijnkanaal berei
ken en volgt dan verder de borden
BASF zoals boven.
Liejkenshoek
Het fort Liefkenshoek is van 1 mei
tot 15 september elke dag, behalve
dinsdag, geopend vanaf 13.00 uur.
Van 16 september tot 30 april is het
alleen toegankelijk op vrijdag, zater
dag en zondag, eveneens vanaf 13.00
uur. Gesloten de eerste 2 weekein
den van de paasvakantie. Vanaf het
paasweekeinde tot 24 september is
het mogelijk om zich met de veer
boot te laten overzetten naar Doel.
Auto in Lillo-Fort laten staan. Lief
kenshoek is ook te bereiken via de
Liefkenshoektunnel (Tol!).
Een boekbespreking
drs. Yolande E. Kortlever
Drs. Johanna Jacobs (ed.), 'Besturen en bouwen met Booij deel 1.
'Restaureren is geen zaak van mooi of lelijk'.
Ter gelegenheid van het afscheid
van Kees Booij op 6 maart jl. bij het
bereiken van de pensioengerech
tigde leeftijd zijn twee boeken ver
schenen. Het eerste deel kwam in
de verkoop en wordt hieronder be
schreven. Het tweede deel, getiteld
'Klaar is Kees!', is meer een liber
amicorum, een vriendenboek, en is
niet in de handel verkrijgbaar. Deel
1 is de wetenschappelijke pendant
en heeft betrekking op vijftig jaar
monumentenzorg in Bergen op
Zoom. Het boek eindigt met een
nieuwe visie op het ontstaan van
Bergen op Zoom aan de hand van
archeologisch onderzoek
De projectleiding voor beide delen
was in handen van drs. Johanna Ja
cobs. Samen met Cees Vanwesen-
beeck vormde zij de redactie. In het
voorwoord op deel 2 memoreert zij
Booij's tomeloze inzet, zijn visie en
doorzettingsvennogen, die ervoor
gezorgd hebben dat talloze restaura
tie- en bouwprojecten tot een goed
einde werden gebracht.
Markiezen en metselaars
In het openingsartikel van deze
feestbundel bespreekt Ruud Mei-
schke de illustere voorgangers van
Kees Booij. Bergen op Zoom lag
gunstig voor de aanvoer van natuur
steen, zoals de befaamde Gobertan-
gesteen (arduin). In de loop van de
vijftiende eeuw werd deze natuur
steen gecombineerd met baksteen.
Jan II van Glymes maakte hiervan
gebruik voor zowel zijn kasteel te
Wouw als zijn huis in de stad. Door
het gebaiik van natuursteen verkoos
men het aanstellen van een bouw
meester van elders, ervaren met
grote bouwwerken. Deze was dan
op afroep beschikbaar. De eerste
bouwmeester was Everaert Spoor-
water. In 1474 werd hij opgevolgd
64
De Waterschans nr. 2 1999
Afb. 1. Adrie Koens en Kees Booij aan het werk in de bouwkeet van het Markiezenhof,
augustus 1981
door Anthonis Keldermans, stads-
meester van Mechelen, lid van het
vermaarde geslacht van bouwmees
ters. Meischke beschrijft in het kort
de uitbreiding van het stadspaleis
van Jan II tot een van de grootste
adellijke stadspaleizen van Brabant.
Anthonis Keldermans werd bijge
staan en later opgevolgd door zijn
zoon Rombout. Het is de lezer trou
wens niet meteen duidelijk wie de
andere Keldermans is (1). Kenmer
kend voor de nieuwe bouwwijze wa
ren de witte muurbanden van Go-
bertangesteen. Ook de stad bleek
ontvankelijk voor deze mode, zo ge
tuigt bijvoorbeeld het Engelse huis
in de Engelsestraat 27-29.
Vanaf de jaren dertig van de zes
tiende eeuw ging het de stad eco
nomisch minder voor de wind en
werd er geen bouwmeester van el
ders meer aangesteld en er werd
ook minder gebouwd. Door de op
stand en belegeringen ondervond
Bergen op Zoom aanzienlijke
schade aan huizen en gebouwen.
De sluiting van de Schelde belem
merde de aanvoer van natuursteen
uit het zuiden en daardoor kregen
de burgerhuizen een soberder ka
rakter. Men keek nu met name naar
Dordrecht voor de aanvoer van
bouwmaterialen, alsook voor opge
leide metselaars.
Toch was het niet meteen gedaan
met de kennis uit het zuiden. Tij
dens het Twaalfjarig Bestand be
sloot men het stadhuis van een
nieuwe gevel te voorzien (1611). Uit
Antwerpen liet men hiervoor de
bouwmeesters Joachim van den
Delft (beeldhouwer) en Geeraet van
Eyck (steenhouwer) komen. Voor de
gevel werd gebruik gemaakt van Go-
bertangesteen. Na afloop van het
bestand kreeg de zogenaamde Hol
landse bouwwijze de overhand.
Kenmerkend daarvoor waren de
vensterkozijnen met drie of vijf
muurbanden in de gevels. Een voor
beeld hiervan is 'De Arke Noë' (c.
1630), Zuidzijde Haven 11.
In 1645 werd de Brusselse steen
houwer Laureijs de Milander burger
van Bergen op Zoom en werkte hier
tot zijn dood in 1659. Een fraai
voorbeeld van zijn bouwkunst is de
gevel van brouwerij London, Lieve
vrouwestraat 41 (1647), een natuur
stenen gevel met rijk ornament.
Het Markiezenhof
Johanna Jacobs wijdt een omvang
rijk artikel aan de restauratiegeschie
denis van het Markiezenhof. Hierin
worden zeer overzichtelijk de di
verse facetten van deze restauratie
toegelicht. In dit artikel komt Kees
Booij tot zijn recht, begonnen als te-
kenaar-opmeter, later opzichter en
projectleider. Booij was als enige
vanaf het begin van de werkzaam
heden in 1960 tot de opening in
1987 bij de restauratie betrokken. Bij
de beschrijving van de restauratiege
schiedenis is Jacobs uitgegaan van
de belangrijkste beslissingen en de
meest interessante oplossingen voor
problemen.
Het bestuur van de Geschiedkun
dige Kring 'Het Markiezaat' gaf in
1928 de aanzet met een brief aan de
minister van het Departement van
Defensie. Het Markiezenhof was in
gebruik als kazerne en men opperde
dat het gebouw een andere bestem
ming zou moeten krijgen. Defensie
kon het gebouw nog niet missen.
Steun van het gemeentebestuur
voor dit voorstel gaf nog geen resul
taat. Gemeentearchivaris Komeel
Slootmans gaf in 1952 de aanstoot
tot een nieuwe discussie over een
andere bestemming van het Markie
zenhof. Gemeentebestuur en pers
sloten zich hierbij aan. Pas drie jaar
later is het ministerie bereid om
hieraan mee te werken en de offi
ciële overdracht vond plaats op 15
november 1957.
De gemeente wilde een culturele
bestemming voor het Markiezenhof.
In het gebouw zouden worden on
dergebracht de muziekschool (ging
uiteindelijk niet door), twee biblio
theken en het gemeentemuseum.
De Hofzaal zou mede bestemd wor
den voor huwelijksplechtigheden en
andere bijeenkomsten. De voorbe
reidingen voor de restauratie namen
zo'n zes jaar in beslag. Men moest
de financiering rond krijgen en ui
teraard goed in kaart brengen welke
werkzaamheden nodig waren wat
betreft achterstallig onderhoud en
restauratie. De heer JAL. Bom, ge
pensioneerd hoofd-architect bij de
Rijksdienst voor Monumentenzorg,
en Ir. J. de Wilde verkregen van de
gemeente de opdracht om de res
tauratiewerkzaamheden te leiden
(2). Slootmans bleef als adviseur na
mens de gemeente betrokken bij het
project. Op 8 maart 1960 verving
Kees Booij, in dienst bij het bureau
van De Wilde, de vertrokken teke-
naar-opmeter. Hij verrichtte de da
gelijkse werkzaamheden.
De jaren tot en met 1963 stonden
ook in het teken van het verwerven
van de nodige materialen en finan
ciële middelen. De restauratie werd
in twee fasen onderverdeeld: de eer
ste fase betrof de restauratie van het
zuidelijk gedeelte van het Markie
zenhof, dat wil zeggen de gebouwen
rond de kleine binnenplaats, als
mede het gedeelte zuidoostelijk van
de grote binnenplaats (het museum
gedeelte); de tweede fase behelsde
de rest van het Markiezenhof. In
1961 schatte men de totale kosten
65