■lép* il Kodak De Waterschans nr. 2 1999 op de lijst. Een van de laatste pro jecten was de restauratie van het Gouvernement. Met het 'masterplan' voor de Parade en het Sint-Josephplein breekt er voor Bergen op Zoom een nieuwe fase aan. Johan Stalknecht stelt in zijn artikel de vraag 'of het plan van Krier (de architect) voor de Parade een uiting is van een modieus soort eclecticisme of een herwaardering van de oorspronkelijke waarden van de Romantiek waarbij vrijheid, emo tie, fantasie, herinnering en sensu aliteit als leidinggevende principes voor architectuur en stedenbouw worden beschouwd'. Hij beant woordt de vraag niet, maar besteedt wel aandacht aan de achtergrond van architect Krier. Terug naar af: de vroegste periode Marco Vermunt zet in zijn bijdrage het recent archeologisch onderzoek op een rijtje en geeft hiennee een helder overzicht over de vroegste ontstaansgeschiedenis van Bergen op Zoom tussen 1000 en 1300. Ver munt richt zich op het proces van verstedelijking vanuit een oudere, voorstedelijke woonkern. De ligging van Bergen op Zoom alsmede de natuurlijke ondergrond is uiteraard van belang voor dit proces. Bergen op Zoom is ontstaan in de volle Middeleeuwen, de oudste sporen van bewoning (in de huidige bin nenstad) dateren uit de elfde eeuw, misschien zelfs de tiende eeuw. Deze sporen zijn gevonden tijdens een opgraving aan de Zuidmolen straat in 1983. Hier stonden een paar kleine boerderijen. In de twaalfde eeuw wordt het bewonings- patroon wat duidelijker. Uit deze eeuw zijn sporen gevonden van houten boerderijen en van akker land. De nederzetting had nog een uitgesproken agrarisch karakter en het valt niet geheel zeker te zeggen of er sprake was van één bewo- ningskem of diverse kleine. Niette min lijkt het erop dat op de huidige Grote Markt in de twaalfde eeuw al een marktveld lag en dat deze plek het centrum vormde van de neder zetting. Hoogstwaarschijnlijk was er ook al een kerkje (gronden, kerk en tienden maakten onderdeel uit van het bezit van de abdij van Nijvel). In 1232 is er in de bronnen sprake van het 'land van Zome', vanaf 1272 kwam de huidige plaatsnaam voor. Vermunt geeft aan dat de dertiende eeuw een zeer belangrijk tijdvak was AJb.3. De Sint-Josephstraat als winkelstraat. Paradeplan gepresenteerd dat voor zag in de verschuiving van het win kelhart in oostelijke richting. Dit le verde uiteraard protesten op en er volgde een bijstelling. Vanaf 1971 liet de Stichting Stadsherstel van zich spreken. Deze stichting kon echter niet alle sloopplannen voor komen. Zo gingen een aantal religi euze gebouwen tegen de vlakte, zo als de Sint-Josephkerk aan de Bredasestraat en het Sint-Antonius- klooster aan de Burgemeester Van Hasseltstraat. De aanleg van de Westersingel had de binnenstad in twee delen gesneden. De havenwijk kwam nu apart te liggen. Een karak teristieke buurt verdween door de sloop van de eerste Blokstal, de be bouwing van de Mineurstraat, de Nieuwe Markt, de Stoelematstraat en een deel van de Rijkebuurtstraat. Achteraf bleek men veel meer ge sloopt te hebben dan strikt noodza kelijk was. Weer werd het beleid bij gesteld. De derde periode vanaf 1981 tot op heden gaf een groter wordend 're spect voor de historie'. Vanwesen- beeck ziet als keerpunt de realisatie van het Lindenbaancomplex: 'men ging de historisch gevormde struc tuur niet meer als een belemmering maar als een uitgangspunt zien'. In 1986 ging de gemeenteraad ak koord met de aanwijzing van de bin nenstad tot Beschermd Stadsge zicht. Hierna volgde de vaststelling van de monumentenverordening. Naast rijksmonumenten kwamen er nu ook gemeentemonumenten. In middels staan er hiervan zo'n 450 68 De Waterschans nr. 2 1999 in het ontwikkelingsproces van ne derzetting naar stedelijke samenle ving. Rondom de Grote Markt lagen diverse veenkommen. Om deze droog te leggen werd er een kanaal gegraven, de 'Grebbe'. Vanuit dit ka naal werden er weer aftakkingen ge graven. Een daarvan is bekend ge worden onder de naam Yuilbeek'. Deze kanalen ontwikkelden zich van turfvaart naar overkluisd riool in de latere Middeleeuwen. In 1992 werden er rondom het Gouvernement opgravingen ge daan. Hier vond men de sporen van het kort vóór 1246 gestichte gast huis. Het eerste gebouw was van hout en stond aan de oostelijke rand van de stedelijke nederzetting. In 1994 vond men sporen van de westelijke grens. Het bleek namelijk dat de westelijke helft van de Lieve vrouwestraat een stuk lager lag en pas in de tweede helft van de der tiende eeuw was opgehoogd. De grens lag als het ware halverwege deze straat. Tijdens bouwhistorisch onderzoek in het pand Fortuinstraat 12 in 1997 stuitte Vermunt op een stortkuil met pottenbakkersafVal. De oorspronkelijke naam van de For tuinstraat was Potterstraat, dus men had uiteraard al aanwijzingen voor de aanwezigheid van potmakers in deze straat. Deze vondst bewees echter dat er al heel vroeg potma kers werkzaam waren in Bergen op Zoom, namelijk omstreeks het mid den van de dertiende eeuw, mis schien zelfs al eerder. Ook in andere panden in de Fortuinstraat en in de Kortemeestraat vond men resten van pottenbakkerijen. Van Ham had op grond van de hof stadcijnzen een vroegstedelijk pa troon van straten en huizen afgeleid. Veel van zijn bevindingen konden door het archeologisch onderzoek worden bevestigd en aangescherpt. In zijn artikel gaat Vermunt ook in op de verschillende typen in de hui zenbouw. Al in de dertiende eeuw komen er panden voor met meer dere bouwlagen, echter nog niet ge heel opgetrokken uit steen. Vermunt dateert de oudste omwal ling voorlopig in het laatste kwart van de dertiende eeuw. Hierover is echter nog niet alles bekend, ook niet de precieze vorm. Aan het eind van de dertiende eeuw vond er een uitbreiding van de bebouwing plaats binnen de omwalling. Eerst langs de aanvoerwegen van de Grote Markt, later ook in de huidige Korenbeursstraat, Blauwehand- straat, Kettingstraat, Wouwsestraat en het Sint-Catharinaplein. Op deze laatste plek ontstond na 1375 een nieuw marktplein. Vermunt eindigt zijn verhaal met de synthese dat Bergen op Zoom is ontstaan uit een voorstedelijke, agrarisch ingestelde nederzetting. Het bestond uit ver spreide kleine akkercomplexen met boerderijen en had de huidige Grote Markt als centrum. Vermunt stelt de theorie dat de nederzetting een twaalfde-eeuws Nijvels be stuurscentrum was in twijfel. In het begin van de dertiende eeuw werd Afb.4. Reconstructie van Bergen op Zoom in de eerste helft van de 13de eeuw, gebaseerd op de opgravingen en de hof stadcijnzen. Het bebouwde gebied is licht gestippeld. D Dubbelstraat en Korte Dubbelstraat; L Lievevrouwestraat; S Steenbergsestraat; P Potterstraat (nu Fortuinstraat); N (Nieuwe) Potterstraat; K Kremerstraat met noordwaartse ver lenging; E Heilige Geeststraat (nu Engelsestraat); Z Zuivelstraat; O Oude Kerkhofstraat; B Bosstraat; Ho Hoog straat; Hu Huijbergsestraat; W Wouwsestraat, met de mogelijk oudere uitvalsweg ten noorden daaivan; G Grebbe; V Vuilbeek; 1 kerk en 2 gasthuis. 69 IWoRint kWllrntK.iS 111 '.*<ku»Ti kin. ir 1 cmmafl 'BdlITHl n Ho

Periodieken

De Waterschans | 1999 | | pagina 18