Bergs Diep Uit en over verwante tijdschriften Leesportefeuille De Waterschans nr. 2 1999 het reeds bewoonde gebied op nieuw ingericht en vergroot. In korte tijd vonden er ophogingen, egalisa ties en kanalisaties plaats. Rond 1250 kan er al gesproken worden van een 'stad-in-wording' met als be langrijk ambacht de pottenbakke rijen. Rond deze tijd werd hoogst waarschijnlijk ook het stadsrecht verleend aan Bergen op Zoom. In de tweede helft van de dertiende eeuw was er volgens Vermunt 'een zodanige verstedelijking aan de gang, dat van een Vroege' stad ge sproken mocht worden'. Deze wetenschappelijke feestbun del geeft een goed overzicht van het ontstaan en de ontwikkeling van de binnenstad, van de opgetreden ver minkingen, het herstel en de restau ratiewerkzaamheden van de laatste decennia. Kees Booij heeft hierin een positieve rol gespeeld en dit boek is wat dat betreft een terechte hommage aan hem. De artikelen zijn prettig leesbaar, ofschoon hier en daar een verklaring van een paar bouwtermen geen overbodige luxe was geweest. Het boek zal voor veel inwoners van Bergen op Zoom ant woorden geven op het hoe en waarom van diverse vernieuwingen in de stad, alsmede hopelijk van de noodzaak tot behoud en historisch verantwoorde vernieuwing in de toekomst. Het is een boek voor lief hebbers. De oplage was slechts 525 exemplaren en er komt geen her druk Het boek is nog wel te verkrij gen, bij de boekhandel en het ge meentearchief. Drs. Johanna Jacobs (ed.), 'Besturen en bouwen met Booij', deel I 'Res taureren is geen zaak van mooi of le lijk'. Bergen op Zoom 1999. ISBN 90-9012560-4. 39,50. Met de vol gende artikelen: Ruud Meischke, 'Markiezen en metselaars, de voor gangers van Kees Booij'. Johanna Jacobs, 'De restauratie geschiedenis van het Markiezenhof. Onno Greiner, 'De Maagd' - 'Carré'; een poging tot vergelijk tussen twee restauratie- en renovatiewerken'. Gerard Overeem, 'Kees Booij: een aandachtig oog voor detail'. Jan Evenblij, 'Cultuurbescherming in buitengewone omstandigheden'. Jan Weyts, 'De woon- en winkelhui zen'. Cees Vanwesenbeeck 'De binnen stad van Bergen op Zoom, wisse lende stedenbouwkundige opvattin gen in de jaren 1950-2000'. Johan Stalknecht, 'Romantiek en expressionisme in Bergen op Zoom'. Marco Vermunt, 'Stad van bergen en zomen. Archeologisch onder zoek naar de stedelijke ontwikkeling van Bergen op Zoom in de periode 1000-1300'. Noten Waar en wanneer overleed oud-burgemeester Gerard Vermeulen? drs. GA Huijbregts. Eindelijk een antwoord op de hier boven gefonnuleerde vraag. Gerard Venneulen was burgemeester van Bergen op Zoom van 1808 tot 1814. Na het vertrek van de Fransen uit Bergen op Zoom diende de ge meenteraad klachten over hem in bij het Provinciaal Bestuur in Den Bosch. Zijn verslagen van de raads vergaderingen waren niet bijge werkt en er waren onduidelijkhe den over een geldlening van de stad aan de Franse commandant. Daarop vertrok de burgemeester met zijn gezin uit Bergen op Zoom en vestigde zich in Antwerpen. We hebben altijd vermoed dat hij daar is overleden, maar er was geen ze kerheid. Die hebben we nu wel dankzij het volhardende speurwerk van de heer P.J.B.J.M. Leijdekkers uit Breda. Die is al jarenlang bezig met genealogisch onderzoek naar de familie Vermeulen. Het gelukte hem om de overlijdensakte van Gerard Vermeulen in Antwerpen op te sporen en hij was zo vriende lijk om mij de tekst van die akte te overhandigen. Daarvoor nogmaals mijn oprechte dank De akte luidt als volgt: Antwerpen - akte 834 /1823. Op drie Juny duizendachthonderd drieentwintig ten drie uren namid dag is door ons Marcus Antonius Fortunatus Fe Paige, Schepen der Stad Antwerpen en ambtenaar van den Burgerlijken Stand opgesteld de aflijvigheidsakte van Gerardus Vermeulen, rentenier, oud twee en zestig jaren en negen maanden, ge boortig van Oudenbosch, provincie Noord Braband, alhier op twee Juny dezes jaars ten zeven uren des morgens in zijne woning S2N677 overleden, echtgenoot van Maria Theresia Van Pelt, zoon van wijlen Adrianus Bemardus en van wijlen Joanna Catharina Vander Poel, al les na ons van deze aflijvigheid ver zekerd te hebben en volgens ver klaring van Augustinus Josephus Kriek, eigenaar, oud zeven en veer tig jaren, woonachtig alhier S2N1279 en van Petrus Josephus Vloors, oud dertig jaren, woonach tig te Borgerhout en na voorlezing dezer hebben de comparanten met ons geteekend. 70 drs. GA Huijbregts De Waterschans nr. 2 1999 cöiimus mm jayerveliit, 1 R.< P De Vierschaer Wouw De heemkundekring van Wouw heeft deze keer een dubbelnummer van De Vierschaer uitgebracht on der de titel: Van prentjes en santjes, geschreven door Frank Schijven en René Hermans (Jaargang 17, nr. 1/2, maart/juni 1999, ISSN 0169- 7129). Aan de hand van een aantal voorbeelden uit Wouw en zijn kerk dorpen laten ze de ontwikkeling zien van bidprentjes, eerste-com- munieprentjes en devotieplaatjes van bedevaartplaatsen vanaf het einde van de achttiende eeuw. Met name de doodsprentjes zijn type rend voor de houding tegenover de dood. Die houding is in onze da gen geheel anders dan in de vorige eeuwen. Het is een thema voor de mentaliteitsgeschiedenis. Vooral in Frankrijk is veel werk gemaakt van deze richting door de Annales- school, een groep historici rond het tijdschrift Annales - Economies, Sociétés, Civilisations. Het eerste nummer van dit orgaan kwam uit in 1929, zij het onder een iets an dere naam. Bekende medewerkers zijn bijvoorbeeld Emmanuel Le Roy Fadurie, Georges Duby en Philippe Ariès. Menig boek van hen is in het Nederlands vertaald. Aan de houding ten aanzien van de dood heeft Philippe Ariès (1914- 1984) enkele studies gewijd. We noemen er twee: Het uur van onze dood. Duizend jaar sternen, begra ven, rouwen en gedenken. Amster dam/Brussel 1987 en het veel be knoptere: Met het oog op de dood. Westerse opvattingen over de dood, van de Middeleeuwen tot heden. Amsterdam 1980. Vroeger was ster ven veel meer een sociale gebeur tenis dan thans. Het was werkelijk afscheid nemen van alle familiele den, bekenden en vrienden. Het kon erg druk zijn in de sterfkamer. De pastoor werd gewaarschuwd en hij kwam met 'Ons Heer' en de H. Olie om het sacrament van de ster venden toe te dienen. Onderweg sloten buren en kennissen zich met hun kinderen bij de priester en zijn misdienaars aan. Hoe heel anders is onze houding. We heb ben de dood weggedrukt. We pra ten er liever niet over en houden de kinderen er verre van. Derge lijke ontwikkelingen weerspiegelen zich ook in de gedachtenisplaats jes, zowel aan de voorkant als aan de achterkant. De voorkant is een kwestie van smaak en smaakveran- dering. De voortschrijdende secu larisatie komt erin tot uiting. Na verloop van tijd is het dikwijls een foto van de overledene die de voorkant siert. De tekst op de ach terzijde is veel meer persoonlijk geworden. Was het lange tijd de koster of pastoor die wat stan daardformules leverde, nu typeren de naaste bloedverwanten met een kort verhaal de overledene. Een verzameling prentjes kan die ont wikkeling aardig illustreren. Het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag beschikt over een grote verzameling. Ook die van de Achelse Kluis, ten zuiden van Eindhoven op de grens met België, telt meer dan een miljoen exem plaren. De beide schrijvers hebben ook de beschikking gehad over een inte ressante collectie zoals uit dit boekje duidelijk blijkt. Burgemeesters en andere notabelen van de gemeente Wouw Schijven en Hermans hebben het lumineuze idee gehad om aan de hand van bidprentjes de burge meesters en andere notabelen van de gemeente Wouw de revue te la ten passeren. Zo is dit nummer te vens een naslagwerk geworden. Jammer alleen dat het niet wat ste viger in zijn band zit. Zeker voor een naslagwerk is dat fataal. De eerste burgervader met wie we kennismaken is Johannes Baptista Adan, geboren op 17 maart 1760 en burgemeester van Wouw van 1810 tot 1841. Van hem is er nog geen prentje, maar wel van zijn zoon Jo annes, wethouder van Wouw, die overleed in 1881. J.B. Adans opvolger als burgemees ter was Comelus Jacobus Daver veldt, geb. 1802 en eerste burger van Wouw van 1841 tot aan zijn dood in 1873. Zijn zoon Christia- nus volgde hem op (1873-1899) en ook die werd opgevolgd door zijn zoon Petrus Cornelius Daverveldt (1) Er heeft nog een derde Keldermans ge werkt in het Markiezenhof: Laurens, klein zoon van Anthonis en neef van Rombout. Vermoedelijk zijn de renaissance-elementen in de Sint-Christoffelschouw van zijn hand. (2) Bom overleed in 1969 en De Wilde in 1981. Architect Elias Canneman werd na het overlijden van Bom bij de restauratie betrok ken. GEDENK IN UWE GEBEDEN IIE ZIEL VAl ZALIGER CORNELIA JOANNA VERAART, Ajb.l. Een prentje uit de vorige eeuw. Cornelis Daverveldt was burgemeester van Wouw van 1841 tot 1873.

Periodieken

De Waterschans | 1999 | | pagina 19