De Geschiedenis van Bergen op Zoom I De Waterschans nr. 2 1999 Noten drs. G. A. Huijbregts Inleiding Het is niet de eerste keer dat ie mand een verhaal begint met bo venstaande titel. Voor mij ligt een boekje uit 1895 met dezelfde naam. Het is geschreven door W.K.C. Beerstecher, 2e luitenant der Infan terie. Hij voegt er op het titelblad nog aan toe: Met eene afbeelding der Gevangenpoort te Bergen-op- Zoom (Uitgegeven te Leiden door E.J. Brill). Wie enigszins op de hoogte is met de recente literatuur over de historie van onze stad merkt al gauw dat er heel wat be weringen van Beerstecher achter haald zijn. Er is en wordt ijverig ge schiedenis gestudeerd. Het aantal publicaties is niet bij te houden. Bergen op Zoom laat zich evenmin onbetuigd. We hebben enkele vruchtbare archivarissen gehad. Denk maar aan de vele boeken en artikelen van Korneel Slootmans en van Willem van Ham. Ook Cees Vanwesenbeeck, de huidige archi varis, heeft al heel wat op zijn naam staan. Daarnaast heeft Ber gen sinds enkele jaren een echte stadsarcheoloog in dienst, namelijk Marco Vermunt. Naast zijn schop hanteert die al evenzeer pen of computer. De Gemeentelijke Archiefdienst is steeds aantrekkelijker geworden en stimuleert door haar geschoolde krachten en moderne apparatuur het historisch onderzoek. Daar naast kent de stad een bloeiende Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom met zo'n duizend leden. Geen wonder dan ook dat er regelmatig nieuwe artikelen, studies, boeken en sinds kort zelfs dissertaties over het verle den van onze stad verschijnen. Al deze werken houden zich bezig met een bepaald onderwerp of thema. Bij tijd en wijle is er echter behoefte aan een globale samen vatting, een verhaal dat de vele aan gedragen bouwstenen ordelijk op een rijtje zet. Al die publicaties brengen iets nieuws. Ze verbreden of verdiepen onze kennis of tonen aan dat reeds lang aanvaarde feiten of opvattingen historisch gezien niet helemaal correct zijn. De opzet van deze geschiedenis van Bergen op Zoom is geen an dere dan de resultaten van de jong ste studies, onderzoeken, opgravin gen enz. in een eigentijds verhaal te verwerken. Schrijft niet elke tijd haar eigen geschiedenis? Het is niet de bedoeling, met een zwaar wetenschappelijk werk te ko men, een van vele voetnoten en verklarende notities voorziene syn these. Er wordt meer gestreefd naar een gemakkelijk leesbaar verhaal, gebaseerd op recente literatuur en 44 De Waterschans nr. 2 1999 met vermelding van de benutte werken, verspreid over meerdere af leveringen van De Waterschans. Dat is ook prettig voor degenen die over een of ander onderwerp wat meer willen weten. Het verre verleden van Bergen op Zoom De geheimen van de Brabantse Wal De grond waarop Bergen op Zoom is gebouwd maakt deel uit van de Brabantse Wal. Deze hoge rand of zoom strekt zich uit van Putte tot Halsteren. Na verloop van honderdduizenden jaren vormde hij een scheiding tussen het laagveen van West-Brabant en de klei van Zeeland. De hoge rand nodigde uit om daar te gaan wo nen, hoog en droog en water in de buurt. Het laagveengebied ten oosten van de rand deed dat niet, want de slechte afwatering bevor derde wel de veenvorming, maar maakte het gebied veel te drassig en woest om daar een nederzet ting te beginnen, althans zolang het elders gemakkelijker kon. De vroegste bewoners van West-Bra bant zullen dus wel gekozen heb ben voor het zand van de rand. De klei ten westen van de wal was vruchtbaarder, maar dat facet werd pas belangrijk nadat de mens aan akkerbouw en veeteelt was gaan doen. Bovendien is er pas na het jaar 1000 na Chr. sprake van dij ken aanleggen en schorren inpol deren. Niet dat de boeren zo lang hebben gewacht met het bewerken van de klei. Eeuwenlang trachtten ze hun bedrijven boven water te houden door de hoogste plekken op te zoeken en die alsmaar hoger te maken als dat nodig was. In Friesland kennen we de terpdor pen en in Zeeland de vliedbergen. Wanneer vestigden zich de eerste mensen op de Brabantse Wal en wie waren dat? We kunnen deze vraag niet beantwoorden als histo ricus, want daarvoor ontbreken de schriftelijke bronnen. De archeo loog beschikt evenwel over andere middelen om verder in het verle den te graven. Dat laatste moeten we dan letterlijk nemen. Waar mensen hebben gewoond, daar zijn sporen achtergebleven. Dat kan zijn in de vorm van vuurste nen werktuigen, weggegooide etensresten, grondverkleuringen op plaatsen waar eens palen ston den, graven met skeletten en graf giften, urnen met as van een lijk verbranding, aardewerkscherven enz. enz. Vaak heeft de archeoloog de hulp van andere geleerden no dig, bijvoorbeeld om te bepalen hoe oud een of ander voorwerp is. De wetenschap is daarin ver ge vorderd. Welke geheimen heeft de Bergse bodem al prijsgegeven? De oogst in deze regio is in vergelijking met bijvoorbeeld Oost-Brabant aan de magere kant. Uit de Oude Steen tijd die in ons land gerekend wordt tot circa 10.000 jaar voor Chr., is er tot op heden in West- Brabant weinig gevonden. Bij de deltawerkzaamheden in het Volke rak kwam een eikenhouten beeldje naar boven uit de Midden Steentijd (10.000-4400 v. Chr), ge maakt omstreeks 4500 v. Chr. En kele losse vuurstenen pijlpuntjes gevonden in de Borgvlietse Dui nen zijn eveneens uit die tijd, maar sporen van een nederzetting van verzamelaars en jagers uit de Oude of de Midden Steentijd heb ben we op de Brabantse Wal nog niet ontdekt. Nou zegt dat natuur lijk niet alles, want sporen kunnen ook uitgewist zijn en eerlijk ge zegd is er in West-Brabant in ver gelijking met Oost-Brabant veel minder gezocht. Dan de Jonge Steentijd (4400-1700 v. Chr.), de tijd waarin veeteelt en landbouw hun intrede doen, het bakken van potten e.d. wordt uitge vonden net als de techniek van het spinnen en weven. Omstreeks 4400 v. Chr. vestigden zich de eerste boe ren op de lössgrond van Zuid-Lim burg. Een andere groep boeren, de zogenaamde Hunebedbouwers of mensen van de Trechterbekercul- tuur, ging in Drenthe wonen. Boe ren blijven in de regel langer op een zelfde plaats dan nomaden of jagers en zij laten daardoor meer sporen na. Er zijn resten van hun nederzettingen opgegraven, zodat we ons enigszins een beeld kunnen vormen van hun woonplaats, wo ningen en levenswijze. Tot op he den trof men niets van dat alles in de grond van Bergen op Zoom aan. Wanneer vestigde zich daar de eer- 45 (1) Topografische Atlas, inventarisnummer KM 221 ;(2) Serie bouwvergunningen, in ventarisnummer 1979-1893;(3) Serie bouw vergunningen, inventarisnummer 3843- 1901 ;(4) Naast bovenvermelde bronnen heb ik nog de volgende bouwvergunnin gen geraadpleegd: de inventarisnummers 2614-1896, 13-1923 en 146-1955. Afb.6. Vooraanzicht koepeltje1969 (Foto GAB). Afb.l. Bronzen hielbijl van ongeveer 1200 v. Chr. Ze werd in 1943 gevonden bij het graven van een tankgracht in de Augustapolder (Gemeentemuseum het Markiezenhof Bergen op Zoom). Ajb.2. Romeinse altaarsteen, gevonden in 1812 te Rijsbergen. De tekst luidt: 'Deae Sandraudigae cultores templi' d.i. Gewijd aan de godin Sandraudiga door de tempelcommissie. De steen bevindt zich nu in het Rijksmu seum voor Oudheidkunde te Leiden.

Periodieken

De Waterschans | 1999 | | pagina 6