Bink
De Waterschans nr. 3 1999
door medewerkers van de afdeling
groenvoorziening van de Sector
Ruimtelijke Ontwikkeling en Be
heer.
Het aanplanten gebeurde op de
dag van de officiële onthulling op
17 november 1998, precies hon
derd en tien jaar na het aanbieden
van het monument aan de Ge
meente.
Tot besluit
Bewust is in het verhaal het begrip
restaureren vermeden. Dat heeft
een reden. Uitgangspunt was van
stond af aan wel om tot een echte
restauratie te komen. Dus met be
houd van zoveel mogelijk oor
spronkelijke substantie. Dat dit niet
is gelukt is te wijten aan de veel
slechtere staat waarin het monu
ment verkeerde dan waarvan in de
voorbereidingsfase was uitgegaan.
Daardoor is helaas veel aan het ge
denkteken vernieuwd moeten wor
den en is dus in het verhaal de
voorkeur gegeven aan het woord
herstellen.
Feitelijk is er sprake van door de
nood gedwongen copiëren van het
grootste gedeelte van het monu
ment. Alleen de bol met de dooms
en de fundering met de basisplaat
zijn nog authentiek. Het copiëren
is overigens uiterst nauwkeurig ge
beurd zowel wat betreft materiaal,
vorm, profilering en afwerking.
In dit verslag zijn de achtergronden
en de besluiten tijdens het proces
van de herstelwerkzaamheden aan
het zogenoemde Gipsmonument
voor de geschiedenis belicht en
vastgelegd. Laten we hopen dat het
huidige monument net zo'n lang
bestaan beschoren is op haar oor
spronkelijke plaats als het oude ge
denkteken. Dat moet mogelijk zijn,
zeker als het gevrijwaard blijft van
opzettelijke beschadigingen en be
vuilingen.
Noten
98
De Waterschans nr. 3 1999
dr. H. Heestermans
In het Standaardnederlands heet
hij gewoon agent of politieagent, de
man die ervoor zorgt dat je veilig
over straat kunt lopen of dat de
dief gepakt wordt. In de volkstaal
krijgt hij tal van andere namen:
bout of juut of klabak of smeris of
wout. Het 'Bargoens Woordenboek'
van Enno Endt kent ook nog
adoot, glimmerik, kipmeneertje,
pikkerd en rus. En voor wat in Ber
gen de pliesie wordt genoemd, geeft
dit woordenboekje nog: dof gajes,
kit, prinsemarij en sjotrem.
In het Bergs wordt een politieagent
met bink aangeduid. Tenminste, ik
herinner mij niet dat we ooit een
ander woord gebruikten. Waren we
aan het vuurtje stoken, en zagen
we uit de verte de buurtagent aan
komen, dan riep een van ons: op
passen, 'n bink. Een van de aardig
ste, maar ook strengste agenten uit
mijn buurt, de Adriaan Poirters-
straat, was de Frel. Hij was recht
vaardig, maar hij liet niet met zich
spotten. Zijn werkterrein liep van
de 'montagebouw', waar hij zelf
woonde, tot aan de Parallelweg en
hij had z'n handen vol aan ons:
niet op 't gras voetballen, niet bo-
gerde' (appels of peren stelen). Het
woord bink is verwant aan bonk en
de eigenlijke betekenis ervan is
'groot, log stuk', vervolgens maakt
het de ontwikkeling door van 'lom
perik' met nog een negatieve bete
kenis, naar gewoon 'man'. Daarna
krijgen we enkele specifieke man
nen, namelijk 'man waarmee een
vrouw verkering heeft'. Zo heeft de
schrijfster Ida van Swieten het over
'ze had een hele tijd een vaste
bink'. Verder kan bink de aandui
ding zijn van de 'klant van een
prostituee' en van 'forse, stoere ke
rel' zoals we dat nog kennen in de
verbinding de bink uithangen voor
'stoer doen' of 'groot doen'.
Ook in Bergen heeft bink dus ook
een specifieke betekenis gekregen,
die van agent.
99
i?"-i
Afb.4. Kees de Kort bezig met het hakken van de letters in de nieuwe obelisk (Foto: G.v.Dijck, okt. 1998).
(1) Beeldig Bergen', catalogus bij tentoon
stelling in het Markiezenhof te Bergen op
Zoom, 1987 (pag. 21 en 71). Opgemerkt
wordt dat er in de beschrijvingen van de ca
talogus onvolkomenheden voorkomen met
name betreffende materialen en technieken;
(2) DOOK is een ijzeren of koperen kram of
bout (tegenwoordig ook wel van kunststof of
taaie natuursteen) waarmee stukken kunst
steen of gehouwen natuursteen aan elkaar
of aan achterliggend of onderliggend met
selwerk worden bevestigd. De doken worden
in de steen aangebracht in daarvoor ge
maakte groeven of gaten en met lood, ce
ment of steenlijm vastgegolen. (zie ook noot
algemeen); (3) A. Slinger e.a., 'Natuursteen in
monumenten', 1980; (4) 'Deae Nehalenniae',
gids bij tentoonstelling - Nehalennia: de
Zeeuwse Godin, Zeeland in de Romeinse
Tijd, Romeinse monumenten uit de Ooster-
schelde - in het stadhuis te Middelburg,
1971; (5) Leon Swagemakers, 'De Gedenk
naald van A.F. Gips' I. De Waterschans, 2
(1999), 58.
Algemeen.
Haslinghuis EJ. en H Janse, 'Bouwkundige
termen', verklarend woordenboek der wes
terse architectuur- en bouwhistorie. Be
werkte en vermeerderde druk. 1997.
Met dank aan Lonneke van Hal voor haar
medewerking.