-
V e t t Oyf -t*
De Waterschans nr. 3 1999
Afb.4. Privé bezit, schilderij van George Jacobus Raebel uit 1851, geschilderd door
J. Dinnewets.
gedeelte van het verhaal: De vader
van Johan Christiaan Raebel dreef
een lakenhandel en Johan was de
jongste zoon, bestemd om in zijns
vaders vak te treden, gaf hij al spoe
dig zijn verlangen te kennen om op
zee te gaan; als knaap vond hij
groot behagen in reisbeschrijvin
gen en in de biographiën van onze
voornaamste zeehelden, als De
Ruyter, Evertsen en Tromp; het
denkbeeld dat deze de hoogste
rangen in den zeedienst hadden
bekleed en het nageslacht van
hunne kloeke daden met geestdrift
deden gewagen, greep hem zoo
magtig aan, dat hij eindelijk den te
genzin zijner ouders in de bevredi
ging van dit verlangen huns zoons
overwon: een tegenzin, te grooter,
vermits hij in hollandschen zee
dienst wenschte te treden en de
brandenbrugsche familie hier te
lande geen relatieën had**. Het
pleit voor het karakter des jonge-
lings, dat hij niet zonder de volle
toestemming zijner ouders zich
verwijderen wilde uit den huiselij-
ken kring. En zoo ging hij dan met
zijn bundeltje de wijde wereld in,
kwam te Vlissingen, waar hij zich
op het eerste het beste oorlogschip
als koksmaat engageerde in den
jare 1742; hij was toen ongeveer 16
jaren oud. Na de beide Indien
zoowel als naar de Middellandse
zee, deed hij vervolgens onder
scheidene reizen. Zijn braaf en
kloek gedrag, benevens zijn ijver in
het aanleeren der zeevaartkunde
deden hem de gunst verwerven zij
ner superieuren, zoodat men zijne
middelen om kennis op te doen
vermenigvuldigde; met dit glansrijk
gevolg, dat hij van de onderste ran
gen tot de waardigheid opklom van
kommandeur der admiraliteit van
Zeeland. In deze hoogen rang ont
ving hij in den jaren 1769/70 den
last om met drie oorlogschepen
eene vloot van 9 of 10 koopvaardij
schepen naar Oostindië en China
te geleiden; een last, die hoog
noodzakelijk was, maar tevens be
zwaarlijk in de uitvoering, wijl de
zee toen ter tijd onveilig gemaakt
werd door kapers en zeeroovers.
Na een togt van 18 maanden bragt
hij de gansche vloot, met koopwa
ren en oostindische producten vol
geladen in veiligheid terug Luttel
was het verlies aan scheepsvolk,
alsmede de averij der schepen ge
weest en in eenige schermutselin
gen met de zeerovers had hij met
de zijnen de overhand behouden.
Het bij deze expeditie aan den dag
gelegde beleid mogt hij dan ook
door zijnen vorst beloond zien;
prins Willem V schonk, als stad
houder van Zeeland, hem de gou
den medaille van verdienste,
waarop Zijner Hoogheids borst
beeld prijkte, aan een gouden ke
ten vastgehecht.
NB. In het boek Levensberichten
van beroemde Zeeuwen door E
Nagtglas (5) wordt er ook een ge
deelte van dit verhaal beschreven,
echter hier wordt gesproken over
het feit dat Johan Christiaan wel
met zijn familie naar Nederland
kwam en dus niet alleen hier aan
kwam. Hij zou zich samen met zijn
vader gevestigd hebben in Bergen
op Zoom, die daar lakenhandelaar
werd. De koopman wilde zijn zoon
in zijn winkel opleiden, maar hij
had weinig zin in dit beroep en ver
trok (zoals al reeds eerder ver
noemd in de Navorscher nr. 26) in
1742 richting Vlissingen! Twee ver
schillende versies van de omstan
digheden waarin Johan Christiaan
dus vertrok naar Vlissingen. Ik heb
tot op heden nog niet de juiste ver
sie kunnen achterhalen!
In 1758 (6) werd hij aangesteld tot
ordinaris Commandeur ter zee, on
der het ressort van het Edel Mo
gende Collegie ter Admiraliteit van
Zeeland. In 1769 werd hij schipper
bij de Marine der Oost-Indische
Compagnie. In 1775 Commandeur
der retourvloot en bij resolutie der
102
De Waterschans nr. 3 1999
was dit schitterende landgoed al in
zijn bezit gekomen. Er zijn ver
scheidene oud-notariële akten be
kend inzake dit landgoed Vreden-
burg, waarin gesproken wordt van
verkopen van goederen (schaar
hout, eiken, beukenhouten bomen,
verkoop van paarden, landbouw
werktuigen etc.), een protest, obli
gaties, een ontzegeling, en zelfs
hun beider testament is bekend.
Het is beslist een prachtig groot
landgoed geweest. Het was toenter
tijd 125 gemeten groot, gelegen in
de 12e hoek van de Buitenpoorte-
rij, nrs. 3 t/m 31. Het goed was af
komstig van een zekere Jan van
Bemmel en ontleende daaraan ver
moedelijk zijn naam. De vorige ei
genaar was Abdias Velingius, theo-
logiae et Philosophiae doctor. Heel
lang was zijn rust hem niet gegund
want hij overleed op 24 september
1787 te Bergen op Zoom. Het over-
lijdensregister september 1787 te
Bergen op Zoom vermeldt: Johan
Christiaan Raebel overleden, door
ziekte: water in de borst. Het zerk-
recht was f 8 en er werd 3 uur ge
luid voor f 13, dus totaal werd er
f18 betaald aan de St. Gertrudis-
kerk Na zijn overlijden werd eerst
zijn vrouw Adriana Baale en daarna
zijn zoon George Christiaan Rae
bel er eigenaar van. Vermoedelijk
was hij ook de bouwer van het
landhuis, dat op een door een
gracht of brede sloot omringd per
ceel stond. In 1760 is er reeds in het
cijnsregister van de Buitenpoorterij
van Bergen op Zoom een kaart
voorstellende o.a. dit landgoed. In
1826 toen de oudste kadastrale
kaart van Bergen op Zoom werd
vervaardigd, was het landhuis nog
aanwezig en behoorde daarin tot
de sectie B, genaamd De Kraggen,
nrs. 30 t/m 48, 55 t/m 91 en 95.
Het landhuis was genummerd B 59
en 60. Na het vertrek van deze
zoon George Christiaan naar Wijk
Afb.6. Fotokopie voorstellende de Oostindiën'aarder 't Fluys Om, het compagniejacht
de 'Bantam' en de Zeeuwse loodshoeker op de rede van Vlissingen, uit het Rijksarchief
te Zeeland van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen Zelandia
Illustrata III, nummer 235.
AJb. 5. Fotokopie van brief,
geschreven door mijn voor
vader Johan Christiaan
Raebel en ondertekend
d.d. 6 september 1773
(Bron: het Algemeen Rijks
archief te Den Haag, inven
tariscode VOC, inventaris
nummer 12150).
fj V'-,,. Z4a y£-
Afjï-é
Vergadering van Zeventienen op 24
oktober 1776 met een gouden keten
en penning ter waarde van f 500
begiftigd. Daarna werd hij we
derom Commandeur ter Admirali
teit van Zeeland. Mijn eerbied en
trots groeide nog meer voor mijn
voorvader Johan Christiaan Rae
bel, toen ik een brief (afb. 5) ont
dekte, die hij geschreven had aan
de Kamer van Middelburg aan
boord van het schip 't Huys Om
(afb.6) d.d. 6 september 1773. Op 9
juli 1776 kwam hij terug in het va
derland en wel als bevelhebber van
de retourvloot.
Vele malen vertrok hij vanuit fort
Rammekens, met ondenneer het
schip de Gouverneur en de Sint
Maartensdijk. Dit is nu nog het
oudst bestaande zeefort van West-
Europa, in de buurt van Vlissingen
en voor die tijd was het een wonder
dat een persoon meerdere malen
deze zeetochten overleefde, gezien
de grote kans op ziekten en geva
ren die dreigden. Hij woonde vele
jaren in de Nieuwe Walstraat te
Vlissingen, maar na zijn pensione
ring vestigde hij zich met zijn
vrouw Adriana Baale en zijn 3 kin
deren en kleinkinderen op het
prachtige Landgoed Vredenburg
vlakbij de Bemmelenberg buiten
de Poorterij van Bergen op Zoom.
In de tweede helft van de 18 eeuw
103
A- "-.J '- 'l— *>*,-/•
cO UJt(j£ctcU €*et"C ayll'*'" gW-v,