Franse woorden in het Bergs
De Waterschans nr. 4 1999
borstwering van het bordes en daar
met behulp van enkele kleine
kunststof wigjes rondom ingeklemd
en volgevoegd met een bijpassende
Jahn-mineraal-mortel.
De totale kosten, uit en thuis, be
droegen afgerond 120.000,00.
Door de Rijksoverheid, Rijksdienst
voor de Monumentenzorg, werd
een subsidie verleend van
60.000,00 op grond van het Del
taplan Cultuurbehoud (zure regen-
pot). Het is dus geen goedkope
conserveringsmethode.
Conclusie
Het is bijzonder dat beeldhouw
werk, uitgevoerd in natuursteen en
dat is aangetast door milieuerosie
veroorzaakt door zure regen, vorst,
zware wind en de agressiviteit van
duivenvuil, tegenwoordig kan wor
den geconserveerd en niet verder
hoeft te vervallen tot gedrochten in
steen. Hoe het ook hier toegepaste
nog jonge procédé zich blijft ge
dragen zal de toekomst leren. De
uitgevoerde conserveringen in de
laatste twintig jaren in West-Europa
geven tot op heden positieve ver
wachtingen. Zo is vooralsnog het
uiterlijk van het Bergse beeldhouw
werk nagenoeg onveranderd uit de
behandelingen gekomen, men ziet
er nauwelijks iets aan. Het kleurver
schil, ontstaan door het verweren,
is zichtbaar gebleven evenals de
groenkleurige oxidaties van de toe
gevoegde koperen en bronzen attri
buten.
Al bij al stemt de conservering tot
tevredenheid omdat het originele
beeldhouwwerk uit 1938 in de
vorm anno 1998 door deze behan
deling voor een aantal generaties
verzekerd is. Dat zou bij niet be-
Ajb.6. Het beeld Justitia, terug van
weggeweest - gereed om terug in de
nis te worden gehesen (Foto: Kees
Booij, april 1999).
handelen absoluut niet het geval
zijn geweest. De minder positieve
kant van de behandeling is dat de
impregnering niet reversibel is.
Maar in de gegeven omstandighe
den is dat naar mijn opvatting aan
vaardbaar. Het beeldhouwwerk kan
nu verder 'gracieus verouderen'.
Noten
128
De Waterschans nr. 4 1999
dr. H. Heestermans
Batravenoftewel 'havenarbeiders'.
In mijn 'Bergs Woordenboek'
(Quist,1997), staan ongeveer 1200
woorden, bijna '/s deel daarvan
(welgeteld 98), stamt uit het Frans.
De vraag is: hoe zijn deze woorden
in het Bergs doorgedrongen?
Rechtstreeks ontleend aan het
Frans of via een tussenweg? De
taalkundige C.B. van Haeringen
schreef over deze problematiek een
interessant artikel met als titel
'Romaanse invloed door Zitidneder-
landse bemiddeling' (Nieuwe Taal
gids 28, 97 w, 1934). Hij stelt daar
in dat de Zuid-Nederlandse in
vloed op het Noord-Nederlands in
vroeger eeuwen zeer omvangrijk is
geweest. 'De zuidelike (v.H. ge
bruikt de spelling Marchant) ge
westen zijn vanouds in onmidde-
like intieme aanraking geweest met
het Frans. Het verkeer van het eco
nomies belangrike Zuiden met de
waalse gewesten en N.-Frankrijk is
al vroeg zeer intens'.
Na de Middeleeuwen wordt het
aanzien van de rijke zuidelijke Ne
derlanden zo groot dat 'in de 16e,
de 15e eeuw al, degenen die de
pen hanteren zich richten naar zui
delijke voorbeelden in hun neder-
landse taalgebruik en allicht dus
ook in het gebruik van franse woor
den'. Van Haeringen gaat ervan uit
'dat veel van de oudere franse
woorden via het Vlaams-Brabants
naar het Noorden zijn gekomen'.
Mogelijk is die Franse woorden
stroom nog vergroot doordat, na de
val van Antwerpen in 1585, vele
Vlamingen naar het noorden
vluchtten. Hoeveel dat er waren
129
1Meischke R. Markiezen en metselaars, de
voorgangers van Kees Booij. In: Restaureren is
geen zaak van mooi of lelijk. Johanna Jacobs
en Cees Vanwesenbeeck (red.) 1999. Pagina
12/14 en 19; (2) Slootmans. C.J.F Sinte Geer
trui in den stadhuisgevel te Bergen op Zoom.
In: de Sinte Geertruydtsbronne, 14 (1937)
56-58 met foto; (3) Brochure St. Gertrudis-
kapel, aan de Binnen Schelde te Bergen op
Zoom. Uitgave; Stichting tot herstel en be
houd van de St.-Gertrudiskapel en de stadsf-
onlijn. 1989; (4) Overeent G. Rapporten van
de Rijksdienst voor de Monumentenzorg-
sector instandhoudingtechnologie - over de
beelden van het stadhuis te Bergen op
Zoom. No. MTN-95-186 d.d. 1 december
1995 en No. MTN-95-164 d.d. 27 oktober
1995; (5) Brief directeur van gemeentewer
ken aan Burgemeester en Wethouders van
Bergen op Zoom, gedateerd 25 juni 1936 en
van de directeur van het rijksbureau voor de
Monumentenzorg aan Burgemeester en
Wethouders, gedateerd 30 juli 1936. GA
Bergen op Zoom. Ook het bij "Prudentia" en
de reliëfsteen vermelde is ontleend aan deze
bron; (61. Martin W.Herleefde schoonheid, 25
jaar monumentenzorg in Nederland 1918-
1943. 1945. Afb. 13 en 14 en pag. 70 (overi
gens met foutieve vermelding); (7) Weyts
J.L.C. Wederwaardigheden van het stadhuis.
In: Bergen op Zoom gebouwd en beschouwd.
1987. 126 en 129; (8) Martin W. a.w.; (9)
Slootmans CJ.F a.w.; 10) Slootmans C. Ge
velbeelden voor het stadhuis te Bergen op
Zoom. In: de St. Geertruydtsbronne IX.
(1932). 93-103 en 166-171; (11) Weyts J.L.C.
a.w. 129; 12) Weyts J.L.C. a.w. 126; 13) Weyts
J.L.C. a.w. 129; (14) Overeem G. Kees Booij:
een aandachtig oog voor detail. In: Restaure
ren is geen zaak van mooi of lelijk. Johanna
Jacobs en Cees Vanwesenbeeck (red.). 1999.
pag. 113 en 114); (15) Dagblad BN/'De Stem,
woensdag 21 oktober 1998, West Brabant,
pag. 15; (16) Conserveringsrapport voor drie
beelden en een reliëfsteen in de gevel van
het stadhuis te Bergen op Zoom. Opgesteld
door Bouwkundig Adviesburo De Vaal te
Hoevelaken, d.d. 7 augustus 1998. (Dit bu
reau organiseerde en begeleidde het proces
van begin tot eind).
Met dank aan Lisette de Wit-Besters voor
haar medewerking. Zeker past ook dank aan
Gerard Overeem, beeldhouwer en natuur-
steendeskundige bij de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg, mijn hulp, steun- en toe
verlaat tijdens de gehele beeldenexercitie.