Menno Baron Van Coehoom (1641 - 1704)
De mens achter de vesting
Wetenswaardigheden over zijn leven en typering van de persoon
De Waterschans nr. 4 1999
Ben Daeter
Afb.l. Het Hooghuis, voorheen Ber-
gumerbosch, woonplaats van Menno
van Coehoom toen hij als knaap op
de Bergumerheide vestingwerken ver
vaardigde (In: J. Sypesteyn. Het leven
van Menno Baron van Coehoom.
1860).
Wie omstreeks 1650 in de buurt van
Leeuwarden door de landerijen liep,
kon daar bij een onbebouwd heu
velachtig veld een jongetje aantref
fen dat volop bezig was vestingwan-
den aan te leggen. Tussendoor kreeg
het ventje van zijn vader ook nog les
in de krijgskunde. Zeer nauwkeurig
veranderde het knaapje het terrein in
wallen en er verschenen zelfs toe
stellen voor in de loopgraven en mij
nen. Mensen die in het daar in de
buurt gelegen Bergum hun buitens
hadden, voorspelden toen reeds dat
deze jongen een groot vestingbouw
kundige zou worden 1
We hebben het over Menno van
Coehoom of preciezer. Menno Ba
ron Van Coehoom, geboren in 1641
op het landgoed oftewel lusthoeve
'Lettinga Staate'. Het was een state,
later Bergumerbosch geheten, die de
heer van Wykel toebehoorde. Ze lag
onder Brintzum, niet ver van Leeu
warden. Het ouderlijk huis heette
eerst Bergumerbosch, later Het
Hooghuis (afb.l). Het hervormden-
doopboek van Brintsum vermeldt
onder 1641: 'Den vijften Septembris
is gedoopt Minnen, sone van den E.
Manhaften capiteijn Gosse (Gose-
wijn) Koehoorn1 (2).
De vader die het jonge ventje reeds
in de krijgskunde ondenichtte, was
Gosewyn van Coehoom, kapitein
van een compagnie voetvolk De
opa van Menno, ook Gosewyn ge
heten, had niet ver van Frankfurt op
het adellijk goed Coehoom ge
woond. Met Willem I, prins van
Oranje, was deze in 1572 vanuit
Duitsland naar ons land verhuisd en
had de titel van baron meegenomen.
Het is thans 295 jaar geleden dat
Menno Baron van Coehoom in
Den Haag overleed. Een goed mo
ment om stil te staan bij deze be
roemde vestingbouwkundige, die
ook van grote betekenis voor Bergen
op Zoom is geweest. Gelukkig herin
neren indirect nog twee straten in
onze stad aan hem: de Coehoorn-
straat en de Coehoomparkstraat. De
Coehoomstraat herinnert in eerste
instantie aan het verdwenen 18e
eeuwse bastion Coehoom (3), dat in
het verlengde van de Korte Bosstraat
lag (4). De Coehoomparkstraat is ge
noemd naar het Coehoompark
(afb.2), een buitenplaats ten behoeve
van de ontspanning van militairen
uit het garnizoen (5).
In deze aflevering richten we onze
aandacht op een aantal minder be
kende feiten uit het leven van
Menno van Coehoom en trachten
we een typering van zijn persoon te
geven (6). Hierbij gaan we niet in op
allerlei technische aspecten van zijn
vestingwerken; dat laten we graag
aan deskundigen over.
Situatie van ons land in de tweede
helft van de zeventiende eeuw
Beroemdheden zijn vaak mensen
die hun capaciteiten tot ontplooiing
konden brengen onder geschikte
omstandigheden. Dat gold ook voor
Menno van Coehoom. Ons land
was in een situatie dat het verdedigd
moest worden. We hadden dringend
AJb.2. Het Coehoompark (Foto: F. Dons en J. Roelands).
134
De Waterschans nr. 4 1999
vestingwerken nodig en Menno had
de capaciteiten die te ontwikkelen.
Ons land was uit de Tachtigjarige
Oorlog en de daarop volgende zee
oorlogen met Engeland tevoorschijn
gekomen als een mogendheid van
grote betekenis met invloed tot ver
buiten de landsgrenzen.
De Republiek had in de tweede helft
van de Tachtigjarige Oorlog diverse
Rijnvestingen ingenomen en hield
die na de Vrede van Münster (1648)
bezet. Hetzelfde was al gebeurd in
Oost-Friesland, waar enkele vestin
gen reeds na 1609 een Staats garni
zoen gekregen hadden.
In de Zuidelijke Nederlanden waren
de forten Lillo en Liefkenshoek aan
de Schelde ten noorden van Antwer
pen bij de Vrede van Münster aan de
Republiek toegewezen. Tenslotte ver
wierf zij in 1697 het recht een Staats
garnizoen te leggen in een aantal
vestingen in de Zuidelijke Nederlan
den.
Vooral door de raadspensionaris Jo-
han de Witt werd getracht in West-
Europa een zeker evenwicht van
krachten te bewerkstelligen. Na 1672
ging een grote invloed op het gebied
van de buitenlandse politiek uit van
stadhouder Willem III, zeker na zijn
uitroeping tot koning van Engeland
(1689); hij werd de koning-stadhou
der. Deze zag in dat het gewenste
evenwicht verstoord dreigde te wor
den door de expansiedrift van Frank
rijk onder leiding van Lodewijk XIV.
Door coalitievonning trachtte Wil
lem die Franse expansiedrift te be
teugelen. Daarbij kwant dat de ko
ning van Spanje ziek geworden was.
Als hij zonder kinderen overleed, en
daar zag het tegen 1700 naar uit, zou
Lodewijk XIV wellicht niet rusten
voordat hij de Spaanse landen bin
nen zijn invloed had gebracht. Het
gevaar was niet denkbeeldig dat de
koning van Frankrijk met zijn expan-
siezucht de Spaanse Nederlanden
aan zijn kroon zou hechten.
Al bij al betekende dit dat er ook in
vredestijd vrijwel ononderbroken ge
werkt moest worden aan het op peil
houden van ons weerstandsvermo
gen, in het bijzonder van ons verde
digingssysteem. Daarom kreeg Van
Coehoom de opdracht om de ves
tingwerken nauwkeurig op te ne
men, ontwerpen en tekeningen te
maken en ze met nieuwe en betere
versterkingen te omringen. Eerst
kwam Groningen aan de beurt,
daarna Nijmegen.
Vesting Bergen op Zoom
Vervolgens richtte Van Coehoom
zijn aandacht op Bergen op Zoom:
'En deeze Stad, waarvan Zelands be
houdenis ten grooten deele afhangt,
met dien gewenschten uitslag ver
sterkt, dat haare vestingen alle ande
ren, die 'er zedert dien tijd tothiertoe
gemaakt zyn, zeer verre overtreffen,
en als een altoosduurend gedenkte
ken van dien grooten man genoemd
werden'(7). Wat deed Van Coehoom
te Bergen op Zoom? Hij legde wal
len aan hvelek voor den vloed der
zee beveiligd, en van verre het ge
zicht misleidende, van nabij door
hunne bolwerken en mynen ver
schrikkelijk zijn, en door geen men-
schelijk vennogen hadden kunnen
vermeesterd worden, zo niet het
noodlot ons ware afgunstig geweest
(8). Over de wallen te Bergen op
Zoom schreef Nicolaas Ypey in zijn
Gedenkschrift: 'Ook ontkenne ik
niet, dat men dien verwonderings-
waardigen vorm van wallen, welke
laater van hem is uitgevonden, en
waarmede hij Bergen op Zoom heeft
omringd, boven alle anderen te
schatten hebbe; om dat daar in, ge
lijk de ondervinding geleerd heeft,
met het allergrootste geweld van een
staag donderend geschut, naauwe-
lijks bres te schieten valt1 (9). Ge
noemd noodlot is alom bekend: op
16 september 1747 viel Bergen op
Zoom, na een beleg van twee maan
den, in handen van de Fransen, on
danks de voortreffelijke versterkin
gen die op aanraden van Van Coe
hoom waren aangebracht.
De streber
Na deze achtergrondgegevens trach
ten we hier enige markante momen
ten en wetenswaardigheden uit het
leven van Menno van Coehoom
naar voren te brengen om een in
duik van zijn persoon te kunnen ge
ven.
Diverse feiten in het leven van
Menno van Coehoom tonen aan
dat hij een echte streber was. Op
jonge leeftijd was hij reeds student
wiskunde en vestingbouwkunde aan
de Hogeschool van Franeker. Het
was niet alleen zijn vader die Menno
aanzette tot studie en toepassing van
het geleerde, ook zijn oom Bernar-
dus Fullenius, hoogleraar aan deze
Hogeschool, droeg in hoge mate bij
tot zijn wiskundige vorming en ken
nis van de vestingbouwkunde. Zijn
verering voor zijn oom leidde er toe
dat hij 'aan den versterkten door-
AJb.3. Menno Baron van Coehoom
(Naar een schilderij door C. Netscher
in het Rijksmuseum te Amsterdam).
gang, die 'er van hem te Bergen op
Zoom is aangelegd, en waardoor de
Stad met de Buitenwerken, tusschen
de Bolwerken, die by den naam Van
Coehoom en de Maagd bekend zijn,
vereenigd wordt, den naam van Ful
lenius heeft gegeeven1 (10).
Toen reeds, maar ook zijn verdere le
ven lang, komt Menno over als een
energiek en leergierig persoon. Hij
deed veel aan zelfstudie en hield dat
vol ook tijdens zijn later drukbezette
loopbaan als officier (11).
In 1657 trad hij in militaire dienst.
Hij was toen pas 16 jaar en werd ka
pitein van een compagnie van zijn
vader bij de infanterie. Hij bleef in
dienst tot zijn dood in 1704, dus ge
durende 47 jaar.
Carrièregericht toonde hij zijn kwali
teiten bij de verdediging van Maas
tricht, Sennef, Castel en St. Denys.
Spoedig daarna werd hij bevorderd
tot kolonel van twee bataljons, Nas-
sau-Friesland genoemd.
Zijn carrière ging door. Met name de
Friese stadhouder Hendrik Casimir
II 'die milddaadige begunstiger van
Geleerdheid en Weetenschappen1
(12) stimuleerde hem sterk en bevor
derde hem tot de 'hoogste krygseer-
ambten1 (13).
In de Negenjarige Oorlog (1688-
1697) verwierf Menno veel roem
met zijn belegeringen van Keizers-
weerd en Bonn, met de slag bij
Fleurus en de herovering van de ves
ting Namen (14).
Voor- en tegenspoed
Zoals bijna iedereen ondervond ook
Menno van Coehoom tegenspoed
in zijn leven. Op 37-jarige leeftijd
135