De Waterschans nr. 4 1999
Afb.4. Rond de tafel v.l.n.r.: de paters Koos de Raaij (1928-tussen 1973 en 1988
rector van het gymnasium, Gijs Bakker (1910-deken van Bergen op Zoom van
1970 tot 1976, Wim Porre 1921-en Paul de Vries (1935-beiden docent aan
het Juvenaat. Deze foto is van 1968.
grote veranderingen in de kerk
noodzakelijk geworden en daar heeft
hij voor gezorgd. Het bisdom was
verdeeld in een dertiental kleine de
kenaten, die in feite niet zoveel te be
tekenen hadden. Dat aantal werd nu
teruggebracht tot zes en de dekens
kregen als taak de verbinding te vor
men tussen de bisdomleiding en de
parochies. De dekens maakten in
het vervolg deel uit van het bisdom
bestuur en zij gingen meer onder
steuning geven aan de parochies en
samenwerking bevorderen. Het de
kenaat Bergen op Zoom kreeg als
eerste deken 'nieuwe stijf in 1970 pa
ter Gijs Bakker, de rector van het Ju
venaat. Hij heeft er in zijn zesjarige
ambtsperiode voor gezorgd dat het
dekenaat goed georganiseerd werd
en tot een eenheid werd gemaakt.
Het secretariaat werd in het Juvenaat
gevestigd en ook vergaderingen en
bijeenkomsten werden daar gehou
den: er was plaats genoeg na de slui
ting van het internaat! Zijn opvolger
was ook een SCJ-en pater Herman
Oudejans, die tot 1982 als deken
vooral gezorgd heeft voor de spiritu
ele ondersteuning van pastores en
gelovigen. Zo heeft hij (met enige an
deren) een methode ontwikkeld en
in de praktijk getoetst voor katechese
met volwassenen, beschreven in een
dikke werkmap: 'Bergen verzetten'.
Het bisdom bleek dus afgestapt van
het vrijwel uitsluitend benoemen
van bisdompriesters in de zielzorg.
Er werd op de eerste plaats naar ge
schiktheid gekeken en bovendien
werden steeds meer religieuzen in
parochies of elders benoemd we
gens het toenemend tekort aan
priesters.
De paters van het Juvenaat hadden
door de sluiting van het internaat
meer tijd gekregen voor pastorale
werkzaamheden in de stad en om
geving. Pater Wout Oostendorp ver
huisde naar de pastorie van de bin
nenstad en werd daar full time pas
tor (tot 1982, toen hij vertrok naar
Delft); hij stond aan de wieg van de
Emmauskerk Pater Wim Porre bleef
leraar, maar was in de weekenden
vaak te vinden in de kerken van
Oost; in 1983 kreeg hij een nieuwe
functie in Nijmegen. Bijzonder was
de benoeming van pater Nico van
der Knaap tot 'pastoor van het
woonwagenkamp "Kortjan", een
taak die hij vervuld heeft tot de slui
ting van het kamp. Pater Koos de
Raaij werd vaste assistent in Hooger-
heide/Woensdrecht en is dat na
ruim 25 jaar nog steeds. Pater Paul
de Vries was betrokken bij 'Boslusf:
een landgoed van broeders aan de
Boslustweg, waar wekelijkse kerk
diensten waren voor o.a. kampe
rende jongelui; vanaf 1989 is hij be
trokken bij het pastoraat in Huijber-
gen.
In 1982 kwam pater Heiman van
Beurden de gelederen van het Juve
naat versterken: hij moest zorgen
voor een goede afbouw van klooster
en gebouwencomplex. Daarnaast
heeft hij echter in een paar jaar tijd
veel betekend voor parochies waar
door verschillende omstandigheden
tijdelijk geen pastor was om leiding
te geven: in Ossendrecht en in de
Bergse parochies van Borgvliet en
het H.Hart. Veel werd ook een be
roep op hem gedaan als pastor in
moeilijke en ook wel feestelijke om
standigheden. In 1998 is hij plotse
ling gestorven. Pater Jo Meester is,
na zijn vertrek uit Ons Bergen in
1984, in de buurt gebleven: hij werd
vaste medewerker van de pastores
van de Binnenstad.
Naast de zorg voor parochies was er
ook die voor zusters en broeders in
de stad, waarbij wel opgemerkt moet
worden dat dit werk steeds minder
werd door de sluiting van veel kloos
ters. De reeds als deken vernielde
pater Bakker was rector van de zus
ters Carmelitessen, eerst aan de Hal-
sterseweg, vanaf 1971 in Huijbergen
(tot het vertrek van de zusters in
1991).
Er werden in deze periode ook SCJ-
ers benoemd voor pastoraal werk
die niet aan het Juvenaat verbonden
waren. Zo werd in 1985 pater Gerard
van Geel voor korte tijd pastor van 't
Fort en in 1989 werd pater Toon van
der Wel daar in die functie benoemd
(tot 1998). De Bergenaar pater Wim
de Clerck is sinds 1998 pastor van
zorgcentrum Sint Calharina. Ook in
de buurt van de stad zijn momenteel
SCJ-ers in parochies te vinden: in
Steenbergen (Vredesparochie), Wel
berg, Kruisland, Nieuw Vossemeer,
De Heen. In de jaren '70 tevens in
Halsteren.
Venneldenswaard is nog dat twee
paters na hun 'schoolperiode' zich
zijn gaan inzetten voor een ander
soort onderwijs: de dekenale Pastor
ale School, bedoeld voor de vor
ming van kerkelijke vrijwilligers. Pa
ter André Boelrijk deed dit werk van
1982 tot 1989; hij werd opgevolgd
door pater Paul de Vries.
Het aantal SCJ-paters dat in en rond
Bergen op Zoom woont en werkt is
intussen kleiner geworden. Van de
groep van 14 die de sluiting van het
klooster van het Juvenaat in 1985
meemaakte, wonen er nu nog vier in
de stad. Zoals in 1900 dus; maar de
gemiddelde leeftijd tóen was onder
de 30 en nü boven de 70. In het ge
heel wonen er momenteel acht pa
ters in en rond Bergen op Zoom.
152
De Waterschans nr. 4 1999
3. Culturele activiteiten
3.1 Bijlessen
Hoewel de komst van de paters-lera-
ren niet primair voor de stad be
doeld was, hebben verschillenden
met hun vakkennis toch ook voor
mensen buiten het Juvenaat beteke
nis gehad. Bijvoorbeeld door het ge
ven van bijlessen. Die dan vaak 'be
taald' werden met sigaren of een fles
(min of meer goede) wijn. Toen men,
in de jaren '60, geld ging vragen om
collega's in de stad geen oneerlijke
concurrentie aan te doen, was het
vrijwel meteen afgelopen met ver
zoeken om bijles!
Interessant is in dit verband wat An
ton van Duinkerken schreef in zijn
'Brabantse herinneringen' over pater
J.Franck SCJ, bij wie hij bijles kreeg
in de Franse taal en letterkunde.
"Aan pater Franck dank ik de syste
matiek in de literatuurstudie". En:
"Met mij was hij zichtbaar verlegen.
Om die gegeneerdheid te overwin
nen nam hij een snuifje uit een ou
derwetse hoornen snuifdoos. Zijn
voortreffelijke lessen onderbrak hij
alleen door onbedaarljk genies". En
tenslotte: "Pater Franck beschouwde
mijn bezoeken als een uitlaatkans
voor zijn liefhebberij, die hij op col
legeleerlingen onvoldoende kon
botvieren. Dit is de gunstigste voor
waarde waaronder bijlessen te geven
zijn".
Die gunstige voorwaarde hadden de
meeste paters echter niet: Anton van
Duinkerken was een leergierige
twintiger, maar de meeste bijles-leer
lingen waren tieners die op de mid
delbare school wat waren achter ge
raakt.
3.2 Muziek en andere kunsten
Op het Juvenaat werd niet alleen
'schools' les gegeven. Tot de oplei
ding behoorde ook het aankweken
van belangstelling voor muziek,
voordracht en toneelspel, schrijven,
en het zelf beoefenen daarvan. Al
vroeg was er een fanfare. Maar in la
ter jaren beschikte het Juvenaat over
een heus orkest, een groot koor dat
verschillende malen voor de radio is
opgetreden. Er werd toneel gespeeld.
Toneel- en muziekuitvoeringen wa
ren bij gelegenheid toegankelijk voor
'mensen uit de stad'.
Onder de paters waren er ook kun
stenaars, zoals schrijvers en musici.
Van de componist Cor van der Peet
worden momenteel nog werken uit
gevoerd, o.a. door het kerkkoor van 't
Fort. Pater Dorresteijn publiceerde
in de jaren dertig regelmatig in de
plaatselijke pers verhalen en gedich
ten, die echter in onze tijd niet meer
zo aanspreken. Pater Ad van Vught
was in de jaren '50 en '60 bekend
om zijn revues en musicals, opge
voerd door medewerkenden van
'Ons Bergen'. Pater Harrie Venselaar
heeft tot zijn vertrek in 1963 jaren
lang muziekrecensies verzorgd voor
het Brabants Nieuwsblad; met de in
komsten daarvan bekostigde hij de
aankoop van instmmenten voor
'zijn' orkest.
Inbreng hadden paters ook in cultu
rele verenigingen in de stad; ik denk
hier bijvoorbeeld aan de Alliance
Frangaise (de paters Manders en
Boaenbergs).
Na de sluiting van het internaat was
het met deze culturele activiteiten in
feite afgelopen. Tot 1985 heeft er nog
wel een schoolkoor en -orkestje be
staan dat bij gelegenheid optrad in
ziekenhuis Lievensberg en het ABG.
3.3. Gymnasium Juvenaat H.Hart
Het kleinseminarie is uitgegroeid tot
een gymnasium voor stad en omge
ving. Dat is de meest opvallende en
ingrijpende ontwikkeling geweest,
ook voor de stad. Sinds 1953 was het
Juvenaat een zgn. erkend gymna
sium, wat inhield dat het lespro
gramma gelijk was aan dat van an
dere gymnasia en er door de staat er
kende diploma's mochten worden
afgegeven. Zoals reeds vernield wa
ren in 1964 de eerste externe leerlin
gen op school toegelaten. Daarna
ging het snel: het aantal externen
nam toe, de internen geraakten in de
minderheid. De indringende vraag
deed zich voor wat, na de sluiting
van het internaat, het beste zou zijn:
doorgaan als streekgymnasium of sa
mengaan met een van de andere
scholen voor voortgezet onderwijs in
de stad. Besprekingen met het be
stuur van Moller en Roncalli verlie
pen moeilijk omdat het Juvenaat ge
talsmatig veruit de kleinste was,
maar wel sterk groeide; er bleek dus
behoefte aan dit schooltype en aan
een kleinere school. En dat was juist
het ijkpunt voor het Juvenaat om
(zoveel mogelijk) zelfstandig door te
gaan. De besprekingen zijn uiteinde
lijk op niets uitgelopen. In de jaren
'90 zijn ze hervat, maar evenmin met
resultaat.
De paters die aan de school verbon
den bleven waren: Frans Borren-
bergs (rector, hij is gestorven in
1973), Koos de Raaij (klassieke talen
en decaan; rector van 1973 tot 1988),
Ad van Vught (nederlands; gepensio
neerd in 1981), Jan Knirim (engels;
gepensioneerd in 1977), André Boel
rijk (eerst wis- en natuurkunde, later
katechese; gepensioneerd in 1982),
Wim Porre (aardrijkskunde en con
rector, tot 1983), Nico van der
Knaap (katechese; tot 1988) en Paul
de Vries (geschiedenis; tot 1989;
sindsdien nog als bestuurslid bij de
school betrokken).
4. Maatschappelijk werk
Individueel hebben paters vaak deel
genomen aan sociale activiteiten in
de stad. Zo is pater Bon-enbergs ja
renlang adviseur geweest van het Ka
tholiek Huwelijksbureau. En in onze
■gffiife
Afb.5. Pater Ad van Vught (1921-1997), temidden van zijn filmbedrijf.
153