De Waterschans nr. 4 1999
tijd is pater André Boelrijk nog actief
in de diakonie.
In 1945 werd echter vanuit het Juve
naat een eigen pastoraal-sociaal
werk begonnen in de stad: het Sint
Franciscus Liefdewerk. Daarmee
hadden de Priesters van het H.Hart
namelijk veel ervaring. In Amster
dam, Rotterdam, Schiedam, Delft
waren er al sinds jaren clubhuizen
('patronaten' zei men indertijd) waar
SCJ-ers directeur van waren. Die
clubhuizen waren aanvankelijk be
doeld voor de opvang van kinderen
die in de parochies en het reguliere
jeugdwerk buiten de boot dreigden
te vallen. Het eigene van de aanpak
was dat pastorale en sociaal-cultu
rele vorming hand in hand gingen.
SFL-huizen hadden daarom niet al
leen sport- en speelzalen, maar ook
een kapel. En er was een priester aan
verbonden, in de meeste steden als
directeur. Het werk werd -aanvanke
lijk- gedaan door vrijwilligers; later,
maar dan zijn we in de jaren '50,
kwamen er ook beroepskrachten:
het eerst maatschappelijk werk-st-ers.
In het begin waren er aparte club
huizen voor jongens en meisjes,
maar in diezelfde jaren '50 werden
de meeste huizen gemengd.
Op 7 april 1945 -dus korte tijd na de
bevrijding- wijdde de deken van Ber
gen op Zoom een huis in de Blau-
wehandstraat in tot SFL-huis; pater
Rinus Hendrickx werd de eerste di
recteur. Binnen korte tijd waren er al
60 jongens vaste bezoekers; een jaar
later was dat aantal uitgegroeid tot
ruim 100. Er waren 14 vrijwilligers
werkzaam. Bestuurlijk viel het huis
grotendeels onder het Juvenaat, dat
ook op andere terreinen hulp bood.
Al spoedig bleek de behuizing te
krap. In 1949 werd daarom een hui
zenblok gekocht in de Gouden-
bloemstraat, waarvan een gedeelte
zou worden gebruikt als nieuw on
derkomen, met de mogelijkheid van
uitbreiding. Er was ook een speelter
rein bij. Na een grondige verbou
wing kon het nieuwe gebouw op 21
oktober 1951 worden ingewijd; daar
bij was het stadsbestuur aanwezig,
de deken, en vermeldenswaard
vooral een groep Bergse KAB-ers: zij
hadden ten bate van de verbouwing
een uurloonactie gehouden. Het
aantal jongens was intussen uitge
groeid tot ruim 200. Spoedig daarna
ging men het huis openstellen voor
meisjes. Op 1 januari 1958 was het
aantal jongens ruim 300 en meisjes
bijna 200. Inmiddels was in 1956 de
Ajb.6. Pater
Cor van der
Peet (1900-
1987) bekend
componist
van vooral
kerkmuziek;
was tussen
1937 en 1940
rector van
het Juvenaat.
naam Sint-Franciscus Liefdewerk,
die een wat minder acceptabele bij
klank had gekregen, gewijzigd in
'Ons Bergen'.
De naam van pater Jo Meester is on
verbrekelijk verbonden aan Ons Ber
gen: van 1958 tot 1984 was hij er di
recteur. Vernielde naamsverandering
had ook als achtergrond gehad dat
men ging denken aan een nieuwe
doelstelling en aanpak. Doel werd
'sociaal-cultureel werk' voor de hele
buurt, een buurthuis dus, met aller
lei activiteiten voor mensen van alle
leeftijden, ongeacht hun religieuze
en sociale achtergrond. Deze ont
wikkeling heeft pater Meester bege
leid: een evolutie van jaren. In feite
werd het katholieke karakter van de
instelling steeds geringer, hoewel dus
toch een pater directeur bleef en er
ook tot zijn vertrek een kapel in het
huis was waar in de weekenden ve
len naartoe kwamen. Ook pater Ad
van Vught heeft zijn sporen in Ons
Bergen verdiend: als ontwerper van
revues en musicals, maar tevens als
voorganger in weekenddiensten.
De invloed van de overheid op deze
vorm van gesubsidieerd cultureel-so-
ciaal werk werd steeds groter. En ook
die van de (professionele) medewer
kenden, wat vooral in de roerige tijd
van 1972 tot grote onrust aanleiding
gaf: het huis werd zelfs enige dagen
bezet met het wat wazige doel: 'lei
ding van onderaf. Duidelijk was
door deze ontwikkelingen dat het
bestuur van Ons Bergen losgekop
peld moest worden van het Juve
naat; hetgeen in 1973 dan ook ge
beurde.
5. Ontspanning, sport en spel
In vacanties werden er films ver
toond voor kinderen uit de stad:
door de reeds genoemde paters Van
Vught en Van der Knaap. Dat ge
beurde in de aula van het Juvenaat
of in de zaal van 't Fort. De op
brengst was bestemd voor de missie.
Er was een beperkte voorraad films
van Laurel en Hardy (dus 'De Dikke
en de Dunne'). Men raakte snel
door deze voorraad heen en boze
tongen beweren dat de films dan
van achter naar voren werden ge
draaid, zodat een totaal nieuw en
boeiend verhaal werd vertoond. Hoe
dan ook: de kinderen waren van de
straat en de missie was er goed mee.
In diezelfde tijd, de jaren '60, werd in
het kader van het meer integreren
van de interne leerlingen met de
154
De Waterschans nr. 4 1999
Afb. 7. Broeder Patricius van Echteld,
beter bekend als broeder Dirk (1902-
1981), die jaarlijks met kalenders
langs de deuren ging in stad en
(wijde) omgeving.
Afb.8. Pater Harrie Venselaar (1910-
1984), bekend als dirigent en mu
ziekrecensent van het Brabants
Nieuwsblad.
Ajb.8. Pater Hatrie Venselaar (1910-
1984), bekend als dirigent en mu
ziekrecensent van het Brabants
Nieuwsblad.
'buitenwereld' contact gezocht met
stedelijke clubs om samen sport te
bedrijven. Het ging daarbij om voet
bal, tafeltennis en volleybal. De ac
commodaties van het Juvenaat, zo
als sportvelden, zalen, douches wa
ren voor de clubs aantrekkelijk. Aan
vankelijk speelden Juvenisten met
eigen teams binnen de clubs. Een
verdere uitgroei van dit initiatief
bleef echter uit, omdat het aantal in
terne Juvenisten snel afnam en het
internaat uiteindelijk in 1969 geslo
ten werd.
Degenen die hiervan Juvenaatszijde
veel tijd en energie in gestoken heb
ben waren pater Nico van der
Knaap en de broeders Emilius
(Nico) Willemse en Hilarius (Wim)
van Dijk, waarbij de laatste zich
vooral inzette voor allerlei onder
steunend werk zoals beheer van fi
nanciën, zorg voor het clubblad e.d.
Toen de interne leerlingen weg wa
ren, bleef de band met het Juvenaat
van de voetbal- en de tafeltennisver
enigingen: FC Bergen en Het Mar-
kiezaat. FC Bergen kreeg zijn eigen
accommodatie naast sportpark Ro-
zenoord, maar Het Markiezaat bleef
gebruik maken van de aula van het
Juvenaat tot de sloop in 1985. Pater
Van der Knaap en broeder Emilius
(tot zijn vertrek in 1976) raakten be
trokken bij het dagelijks reilen en
zeilen van beide verenigingen. Nico
van der Knaap is tot zijn vertrek naar
Breda (in 1988) in verschillende
functies verbonden gebleven aan
Het Markiezaat.
De zgn. barzaal van het Juvenaat
werd een ontmoetingsruimte voor
leden en gasten en daar werd ook
jaarlijks door hen Vastenavend ge
vierd.
6. Tot slot
Uit dit overzicht blijkt wat in het be
gin al is aangegeven: de betekenis
voor de stad Bergen op Zoom van
het Juvenaat, of ruimer van de SCJ-
ers, is na 1965 sterk toegenomen,
op diverse terreinen. Tevoren was er
incidenteel contact met 'de stad' of
het waren persoonsgebonden con
tacten. Alleen op religieus gebied
hebben parochies, kloosters en gelo
vigen gedurende de hele afgelopen
eeuw steeds een beroep kunnen
doen op de paters.
Hun aanwezigheid in Bergen op
Zoom had natuurlijk vanaf het begin
wel een zekere uitstraling: een derge
lijk groot en ook landelijk bekend in
stituut geeft alleen al naamsbekend
heid aan de stad, in en buiten het
land. Want van de duizenden die in
Bergen op Zoom hun opleiding
hebben gehad, zijn velen uitge
zwermd over heel de wereld. Daar
door werd en wordt er nu nog ge
sproken over Bergen op Zoom in de
len van Indonesië, Zuid Amerika,
Afrika en elders.
De plaats van de SCJ-ers in de stad
in de periode na 1965 is wel eens ge
typeerd als een 'ministerie van cul
tuur, recreatie en maatschappelijk
werk'; waarbij onder 'cultuur' dan te
vens nog 'onderwijs en wetenschap'
vielen. Ook op pastoraal terrein kre
gen SCJ-ers steeds meer te doen,
mede door hun contacten met (oud)-
leerlingen, gezinnen, leden van sport
clubs, en anderen.
In het begin is al vermeld dat de ver
grijzing en het gebrek aan nieuwe le
den van het kloostergenootschap er
toe hebben geleid dat er in een
vroegtijdig stadium intern is gespro
ken over 'overdracht' van activiteiten
en verantwoordelijkheden. Nu, na
een eeuw, is het werk van de SCJ-ers
in stad en omgeving bijna ten einde.
Dit artikel is van de hand van ie
mand die aan verschillende van ge
noemde activiteiten heeft deelgeno
men of er getuige van is geweest.
Verwacht daarom nu niet nog een
soort beoordeling. Maar het moet
ons, SCJ-ers, misschien tot enige be
scheidenheid stemmen dat wanneer
Bergenaren herinneringen ophalen
aan het oude Juvenaat, ze meestal
spontaan beginnen over de lekkere
appeltjes in de tuin: die werden na
melijk in grote hoeveelheden gepikt
als de Juvenaatsbewoners in kapel of
eetzaal zaten. De jongens uit de
buurt wisten precies hoe laat dat
was.
155