Een Belgisch dorp in een Brabantse stad. Bergen op Zoom 1999. De Waterschans nr. 4 1999 den vertrouwd gemaakt met het kaarden, kammen en spinnen van wol. De school werd gevestigd in het pand 'Het Schild van Frankrijk' in de Moeregrebstraat. Het Nut kocht het gebouw voor tweeduizend gulden en richtte het voor eigen rekening in. Ook de personeels- en exploitatie kosten waren voor rekening van het Bergse nutsdepartement. Het schoolbestuur hoopte wel wat teaig te krijgen met inkomsten voor de werkzaamheden. De dagrooster voor de 7 tot 12-jarigen zag er als volgt uit: 's zomers school van 6.00 uur tot 19.00 uur en 's winters van 8.00 tot 19.00 uur. Leren en werken wissel den elkaar af: leren van 10.00 tot 12.00 uur en van 17.00 tot 19.00 uur. Afgaande op het lied dat de leerlin gen tegen 19.00 uur zongen, waren ze nog gelukkig ook De tekst sugge reert dat althans: 'De blijdschap die ons hart geniet, Als wij de school betreden, wordt niet zoo nam door ons ge smaakt, In and're bezigheden Zoo vaak het schooluur wederkeert Wordt onze kindemeugd vermeerd. Slaat voor ons geen schooluur meer, Zijn wij in and're kringen, Wij zullen toch met dankgevoel Van 't schooluur blijven zingen. Dat uur - hoe vaak ook weergekeerd Heeft telkens levens\>reugd vermeerd' (p. 155). Hagman, de eerste onderwijzer, hield het na een jaar voor gezien. De reden van zijn vertrek is niet bekend. De heer C. Muller volgde hem op. Hij was een veel geprezen leerkracht. Zijn beginsalaris was f2,50 per week maar werd al gauw opgetrokken tot f 3,- (p. 59). Op de spinschool begon L. Kiel als eerste kracht, maar die moest al gauw de laan uit wegens wangedrag. J. Geeri nam zijn plaats in. Hij verdiende acht a negen gul den per week maar moest daarvoor wel zijn hele gezin mobiliseren, zijn vrouw als breimaitres en zijn zonen en dochters als assistenten. In 1800 telde de school 150 leerlin gen; zes jaar later waren er dat 180. Het schoolbestuur vond dit aantal toch te gering voor een tweede on derwijzer. Er kwamen opdrachten binnen; in 1800 bestelde het rijk voor de Franse troepen in ons land 2400 paar sokken. In 1803 ging de spinschool dicht wegens gebrek aan Afb.2. Een jongensschool in de 18de eeuw (Stedelijk Museum Gouda). bestellingen. Over Muller was het Bergse departe ment zo tevreden, dat men in april 1813 besloot om hem een cadeau te geven in de vorm van een 9-delig werk over geschiedenis, de Historie der wereld door Johannes Florentius Martinet (p. 62). Op de lagere school kregen de arme kinderen van 9 tot 12 en van 14 tot 17 uur les in lezen, schrijven en rekenen, later aangevuld met Nederlandse taal, geschiedenis, aardrijkskunde en zingen. Ouders die van de bedeling moesten leven waren verplicht om hun kinderen naar deze school te sturen. Ook de Bergse katholieken van die dagen stonden positief tegenover het werk van 't Nut. Op 6 december 1991 besloot het Nutsbestuur om 6 arme kinderen voor rekening van het departement te laten studeren, drie katholieke en drie protestantse. Een jaar later bood het bestuur ook vier arme kinderen uit Ossendrecht die mogelijkheid. Om de inzet te prikkelen stelde het departement prijzen in voor de ijve rigste leerlingen. De school telde drie klassen en elke klas bestond uit meerdere leerjaren op basis van prestaties en vorderingen. Mijnheer Muller moet een genie zijn geweest, om als enige leerkracht dat bedrijf in goede banen te leiden. Het gemeentebestuur gaf acte de presence bij schoolfeestjes. Daar werden liedjes gezongen van de blinde dichteres Petronella Moens (Meer over haar in: Zoom op Bergen. 500 Jaar literatuur in Bergen op Zoom door Cees Vanwesenbeeck, Bergen op Zoom 1992, p. 41 e.v.). De Maatschappij deed veel aan de verbetering van het onderwijs in het algemeen. Zij zocht naar betere me thodes, ijverde voor betere opleidin gen en zette zich in voor wettelijke regelingen. Zo kreeg Nederland zijn eerste schoolwetten, die van 1801, 1803 en 1806. 't Nut gaf zelf een leesmethode uit en publiceerde heel wat lees- en leerboekjes. In sommige plaatsen richtte men nutsbibliothe- ken op om daarmee de volksontwik keling te stimuleren. De houding van de katholieken tegenover de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen De verleiding om nog veel meer te vertellen over de Bergse school is groot, maar het zou de gedachte doen rijzen, dat de dissertatie van Duijnhouwer alleen over Bergen op Zoom gaat en dat is geenszins het geval. De auteur staat ook uitvoerig stil bij andere plaatsen en bij facet ten als de verhouding van 't Nut tot de katholieken, tot de gemeentebe sturen, tot de protestanten en tot de vrijmetselarij. De prestaties van de Maatschappij op methodisch en di dactisch terrein en haar vele school boeken krijgen uitgebreid aandacht. Opvallend is de verandering in de houding van de katholieken tegen over de Maatschappij. In de begin fase (1791- 1814) was die zonder meer goed te noemen en waren meerdere vooraanstaande katholie ken zoals burgemeester Gerard Ver meulen van Bergen op Zoom lid van het nutsdepartement. Ook in Breda 162 De Waterschans nr. 4 1999 Aft). 3. en 's-Hertogenbosch genoot 't Nut de sympathie van meerdere katho lieken uit de gegoede stand. Naar mate de tijd voortschreed, keerde het tij. Duijnhouwer schrijft dit toe aan de veroordeling door paus Pius IX (1846-1878) van vele liberale stel lingen in zijn encycliek Quanta cura met de Syllabus errorumde lijst met (liberalefdwalingen. De paus ver bood de rooms-katholieken ook en kele malen het lidmaatschap van de Vrijmetselarij. In ons eigen land be gint in de 19de eeuw de emancipa tie van de katholieken. Met name de schoolstrijd speelt daarin een hoofd rol. In 1868 kwamen de Neder landse bisschoppen met een Man dement waarin zij de ouders oprie pen zich in te zetten voor eigen scholen. Was er geen katholieke school in de buurt, dan moesten ze kiezen voor het openbaar onderwijs, maar in geen geval voor een prote stants-christelijke school, beter geen godsdienstonderricht dan verkeerd godsdienstonderricht. En zoals we al aanstipten, hadden de nutsscholen lange tijd het stempel van prote stants te zijn. Daarentegen waren vooral in Brabant en Limburg veel openbare scholen praktisch katho liek doordat alle leerlingen en ook het personeel dat eveneens waren. Tot 1920 was een school die door de gemeente werd opgericht en be heerd Financieel aantrekkelijker. Op katholieke departementsleden werd druk uitgeoefend om hun lidmaat schap van 't Nut op te geven. Pas in de 'laatste fase keert het tij weer enigszins ten gunste van meer begrip en dus meer tolerantie tussen katho lieken en 't Nut. Flet Nut en de gemeenten bezuiden de grote rivieren Het nutsonderwijs kende een bloei periode in de jaren 1816-1859, ook in het zuiden (p.90 e.v.). Daarna ging het bergaf. De school in Bergen op Zoom sloot in 1859. In andere plaat sen nam de gemeente de school over. Op financiële steun van de ge meentelijke overheid hoefde 't Nut in het zuiden niet te rekenen. Alle kosten moest de Maatschappij zelf dragen. Daar kwam bij dat 't Nut zich in eerste instantie niet zozeer richtte op het stichten van scholen, maar veelmeer op de algemene ver hoging van de kwaliteit van het on derwijs. Daar liggen ook de grootste verdiensten van deze instelling. Pas na de schoolstrijd, 'als het openbare onderwijs te zeer ondermijnd is', gaat men meer over tot het oprich ten van bijzondere, neutrale scholen (p. 105). In Breda ijverde het nutsde partement voor een eigen school voor de kinderen van de leden van het Bredase departement, omdat het openbaar onderwijs in feite katho liek was. Het was een school met een elitair karakter en als zodanig zeldzaam binnen de Maatschappij. In 1904 waren er bezuiden de grote rivieren vijf fröbelscholen van het Nut en drie lagere scholen. Andere aandachtspunten De promovendus heeft ook aan dacht voor vraagstukken als de emancipatie van de vrouwen, 't Nut en de joden, de verheffing van het gewone volk door het oprichten van bibliotheken en spaarbanken. Cultu rele avonden waren er voor de eigen leden. In 1899 is 't Nut opengesteld voor vrouwen. In 1864 besloot de Maatschappij ook joden toe te laten tot de vereniging. Reeds in 1844 evenwel had het Bossche departe ment een joods lid. In een heel vroeg stadium besloot het departe ment van Eindhoven om op haar scholen op zaterdag geen les te ge ven, dit terwille van de joodse leer lingen. De eindindaik is dat we hier te maken hebben met een boeiende en interessante studie met in het eer ste gedeelte veel aandacht voor Ber gen op Zoom. Jammer dat het boek reeds is uitverkocht. G.AA Daalmans: Een ander boek waarvoor we graag aandacht vragen is het onlangs ver schenen werk: Een Belgisch dorp in een Brabantse stadgeschreven door drs. GAA. Daalmans en door onze Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom onder haar leden verspreid als deel 11 van de reeks: Studies uit Bergen op Zoom Bergen op Zoom 1999. ISBN 90.73437.23.7. Het boek telt 96 pagi na's. Deze elfde studie uit de bekende reeks is eigenlijk de doctoraalscriptie waarmee de schrijver in 1996 afstu deerde aan de universiteit van Nij megen. Het is een knappe weergave van de problemen waarmee Bergen Aankomst van de vluchtelingen hij de Antwerpsestkaat, hoek Antwerpsestraatwkg. Op df. hoek staat een schildwacht.

Periodieken

De Waterschans | 1999 | | pagina 27