De Waterschans nr. 4 1999 municeerden, dat wil zeggen: uit de kerk verbanden. Wie was de ware opvolger van Petais? Dat wist men in Bergen op Zoom ook niet. Veel verwarring alom en de politiek be paalde voor welke paus men koos. Geen al te beste tijd dus. Hoe is Ber gen op Zoom daar door heen geko men? In dit hoofdstuk gaan we dat na voor wat betreft de eerste helft van die 'waanzinnige' eeuw, de pe riode van de heren en vrouwen van de familie Van Wezemaal en de fa milie Van Voorne (1287- 1350). Het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie omstreeks 1300 Het wel en wee van de poorters van een stad was in grote mate afhanke lijk van de kwaliteiten en het optre den van hun heer. Die heer kon ver weg wonen, maar ook in de stad zelf resideren. Bergen op Zoom was een Duitse stad en in het Duitse Keizer rijk lagen steden die zich 'reichsun- mittelbar' noemden, dat wil zeggen, dat ze geen andere heer boven zich erkenden dan de Duitse keizer. Nij megen was zon stad, maar Bergen op Zoom niet. Omdat in de 13de en de 14de eeuw de macht van de kei zer niet veel meer voorstelde, trok ken de keizerlijke steden net als de Duitse hertogen, graven en andere vorsten zich niet veel aan van hun heer. Ze waren dus praktisch onaf hankelijk, helemaal baas in eigen huis. Dat leek aantrekkelijk maar zo'n zwak centraal gezag had ook nadelen. Waar moest een op zichzelf aangewezen stad hulp zoeken als ze in moeilijkheden raakte? Ze was zo'n gemakkelijke prooi van op buit be luste veroveraars. En die waren er ge noeg door het ontbreken van een krachtig, centraal gezag. Menige aiïne in Duitsland herinnert nog aan de tijd van de roofridders. Vooral de boeren van het platteland en de kooplieden van de steden wa ren daar het slachtoffer van. De vele Duitse vorsten vochten ook onder ling menig conflict uit Brabant. Gelre, Holland, Vlaanderen, Luik Gulik, Kleef enz., ze hebben er alle maal aan meegedaan tot verdriet van vele onderdanen. De boeren hadden weinig verweer, maar de steden sloten zich aaneen om samen sterk te staan. Er waren trouwens ook economische redenen om een verbond aan te gaan, vooral waar het de handel be trof over grotere afstanden. De Vlaamse steden die handel dreven op Engeland konden elkaar becon curreren, maar ze hadden al gauw door dat het voordeliger was om sa men te werken. Zo ontstond de Vlaamse Hanze van Londen. Hanze betekent hier een verbond tussen steden. Plaatsen als Brugge, leper, Veurne, Doornik, Rijsel Lille), Aardenburg, Oostburg, Damme en Torhout waren lid van dit stedenver- bond. Rond 1300 was de glorietijd van de Vlaamse Hanze voorbij. Veel bekender is de Noord-Duitse Hanze, een verbond met Lübeck, Hamburg en Bremen als voornaam ste leden. Veel havensteden langs de Oostzee sloten zich daarbij aan, maar evenzeer plaatsen die diep het land in lagen zoals Munster en Keu len. Ook Groningen, Zwolle, Deven ter, Kampen en Dinant waren lid. De Hanze had kantoren in Londen, Brugge, Bergen in Noorwegen en Nowgorod in Rusland. Bergen op Zoom zou nog heel wat Hanzesche- pen in haar haven zien. De heerlijkheid Bergen op Zoom onder Gerard van Wezemaal 1287- 1308/09 Bergen op Zoom was althans offi cieel tot 1648 een Duitse stad, maar geen 'reichsunmittelbare' en even min een hanzestad. Sinds 1287 was het de hoofdstad van een heerlijk heid, een leengebied van de hertog van Brabant. De eerste heer was Gerard van Wezemaal. We maakten reeds kennis met hem. Hij zal wel een huis in Bergen op Zoom gehad hebben, misschien op de plaats waar nu het Markiezenhof staat, maar hij verbleef liever op zijn kas teel in Wouw. De stad stelde blijk baar nog niet veel voor, geen kasteel, geen stadsmuren, een kleine kerk een schooltje, een gasthuis, enkele straten met woningen en boerde rijen en dat was het wellicht zo on geveer. Wat was Gerard voor iemand? Ei genlijk was hij een geestelijke. Waar schijnlijk is hij met zijn broer God fried die richting in gestuwd, omdat ze nog een oudere broer Amoud hadden. Gerard bracht het tot kan- nunik van de St.-Pieterskerk te Utrecht. Op een dergelijke manier hoopte de familie een versnippering van het toch al bescheiden familie bezit te voorkomen. Het huwelijk van Amoud bleef evenwel kinder loos en daarop besloten beide broers uit te treden. Zij bleken toch meer roeping te hebben voor het ridderleven, want het duurde niet lang of ze waren in gevechten be trokken. We zagen reeds dat Gerard zich in de slag bij Woeringen onder scheidde en dat zal hertog Jan I ze ker gewaardeerd hebben. Van huis uit erfde Gerard als jongere zoon twee heerlijkheden in de Zuidelijke Nederlanden, namelijk Herselt en Kwabeke, vrij kleine gebieden die niet veel inbrachten. Twintig jaar eer der was Gerard in conflicten verwik keld die tot felle gevechten leidden. Hij kwam zelfs in botsing met de bis schop van Luik, zo ernstig dat paus Clemens IV (1265-1268) hem in de kerkelijke ban smeet. Dat kwam hard aan, want een vorst die uit de katho lieke kerk was gestoten, was in feite afgezet. Gerard heeft veel moeite moeten doen om de ban kwijt te ra ken. De erfenis die hem in 1287 ten deel viel, betekende een aanzienlijke uit breiding van zijn gebied. De heer lijkheden Bergen op Zoom en Wouw omvatten heel wat meer dan Herselt en Kwabeke. Het was echter niet zo, dat alle inkomsten van de erfgronden voor hem alleen waren. Hij kwam in een historisch ge groeide situatie en moest rekening houden met bestaande rechten van derden: enkele Zeeuwse heren, een drietal kloosters (St. Michielsabdij van Antwerpen, de St. Bernaardsab- dij van Hemiksem aan de Schelde ten zuiden van Antwerpen en de Norbertijnenabdij van Tongerlo) en niet te vergeten de hertog van Bra bant. Die had heel wat rechten aan zich gehouden, bijvoorbeeld op het terrein van de rechtspraak en de in komsten (tienden). Alles bijeen een vrij ingewikkeld geheel dat vaak aan leiding gaf tot langdurige veten en processen. De grens tussen de bezit tingen van Tongerlo en die van de paters Wilhelmieten van Huijbergen is daar zo'n voorbeeld van. De heer van Bergen op Zoom was tevens voogd van het Huijbergse klooster en raakte zo betrokken in die grens- twisten. Verstandig trouwen in de hoop op gunstige erfenissen was in de Middeleeuwen (en daarna) een belangrijk middel om te groeien in bezit en aanzien. Alleen de dood was in deze een moeilijk te door gronden regisseur. Gerard had in 1299 het geluk dat hij de heerlijkhe den Merksem en Schoten bij Ant werpen erfde. Zijn inkomsten en aanzien stegen er aanmerkelijk door. De Waterschans nr. 4 1999 Hoe was de verhouding van Gerard van Wezemaal tot zijn stad? Heeft heer Gerard de nederzetting Bergen op Zoom versterkt? Lange tijd zijn de vroegste verdedigingswer ken aan hem toegeschreven, maar harde bewijzen ontbreken. Wel ma ken opgravingen onder leiding van de stadsarcheoloog Marco Vennunt duidelijk dat tussen 1250 en 1325 een aarden wal rond de stad is op geworpen en op die wal stond waar schijnlijk een rij stevige palen. Later is er een muur gebouwd rond de stad en waar dat goed kon op de wal die er al lag. Datzelfde gebeurde vanaf 1333 ook in Breda. Hier en daar had de muur een halfronde uit bouw en op de muur was een zoge naamde weergang. In de wal en de muur waren vier poorten gebouwd. Eén van die poorten staat er nog, de Lievevrouwepoort, de poort naar de haven. Misschien dat Gerard met de aanleg van de wal een begin heeft gemaakt. Interessant is dat onder de aarden wal in de buurt van de Kloosterstraat sporen van akkers en boerderijen uit de elfde en twaalfde eeuw zijn gevonden. Van Gerard wordt beweerd dat hij niet zoveel ophad met de poorters van zijn stad. Dat is goed mogelijk, want wat hij van andere steden hoorde, klonk niet altijd even be moedigend. Op 11 juli 1302 had de beroemde Guldensporenslag bij Kortrijk plaats. Tot grote verbazing van de tijdgenoten leed het Lranse beroepsleger van ridders een verplet terende nederlaag tegen het voetvolk van Baigge. Dat riep daarmee een halt toe aan het Franse opdringen in noordelijke richting. Vlaanderen herdenkt de zege nog steeds. De burgers van de steden werden zich meer en meer bewust van hun macht. Hertog Jan II van Brabant (1294-1312) kreeg het aan de stok met de poorters van Brussel en ver liet de stad. Toen de Brusselse am bachtslieden zich in 1306 buiten de stad waagden leden ze echter een zware nederlaag bij Vilvoorde. De hertog liet een aantal wevers en vol ders levend begraven. Als vorst en edelman voelde hij zich nauwer ver bonden met de adel en met de pa triciërs (=rijke burgers uit de steden die zich verwant voelden met de adel) dan met de poorters, laat staan met de boeren. Ook de burgers van 's-Hertogenbosch kwamen in verzet en eisten meer zeggenschap. Gerard van Wezemaal had van zijn stad nog niet veel te vrezen, daarvoor was Ber gen op Zoom nog te onbetekenend, maar zijn sympathie zal toch wel bij de adel hebben gelegen. Ook in zijn stad kon het trouwens al spoken. In 1302 is er melding van een hevige twist tussen Bergenaren en Zeeuwen van Zuid-Beveland. Ging het over de visserijrechten? Daarover zou in de toekomst nog vaak onenigheid zijn, vooral met de stad Tholen. De slag bij Kortrijk had heel wat po litieke consequenties. Vlaanderen wilde na de zege bij Kortrijk afreke nen met de graaf van Holland en Zeeland en dan ging het vooral over de Zeeuwse eilanden en over de tol len en rechten op de Schelde. Waar lag precies de grens tussen de twee graafschappen? Waren Walcheren en de Bevelanden Zeeuws of Vlaams? (In 1323 werd de kwestie voor goed opgelost ten gunste van Zeeland). Ook Jan II van Brabant, meestal ui terst voorzichtig in zijn politiek, achtte de situatie na 1302 troebel ge noeg om te proberen zijn gebied te vergroten. Hij veroverde Geertrui- denberg en waagde zich zelfs aan een belegering van Dordrecht, zon der succes overigens. En Gerard van Wezemaal? Hij koos de zijde van zijn leenheer Jan II. Dat was erg belang rijk voor de hertog, want Bergen was een grenspost. Dat de heer van Bergen op Zoom in aanzien was, blijkt ook uit het feit dat hij in verschillende hertogelijke oorkonden als getuige optreedt, soms samen met zijn zoon Amoud. In 1307 gaf de bisschop van Luik verlof om in Heerle een doopkapel te bouwen. Dat was hard nodig, want 's winters was het voor de pas toor van Bergen op Zoom niet mo gelijk om Heerle te bereiken. De weg was dan al te slecht. Er waren heel wat bewijzen van instemming nodig, voordat tot de bouw kon worden overgegaan. Pas toen de pastoor van de Bergse moederparochie, de abdij van Nijvel, de heer van Bergen op Zoom en het Bergse stadsbestuur hun medewerking verleenden, kon de oprichting doorgaan. Dat kostte de pastoor van Bergen op Zoom zijn inkomsten uit Heerle. In 1308 kreeg Steenbergen een nieuwe stadskeur. Die verving de oude van ongeveer twintig jaar eerder. De keur werd ver strekt door de twee heren van Steen bergen, die van Bergen op Zoom en die van Breda. Het moet een van de laatste activiteiten van Gerard zijn geweest. Tussen augustus 1308 en 12 maart 1309 overleed hij. De naam van zijn echtgenote kennen we niet. Hij liet drie zonen na: Amoud, Ge rard en Godfried. Amoud volgde hem op als heer van Bergen op Zoom en van Kwabeke; Gerard kreeg Merksem en Schoten en Godfried werd heer van Sluizen in de buurt van Tienen. Toch weer een versnippering van het familiebezit, maar de heerlijkheid Bergen bleef intact. Bergen op Zoom onder Arnoud van Wezemaal 1308/'09-1312/'13 Heer Amoud, ook wel Arnold ge noemd, heeft maar kort geregeerd en daardoor weinig documenten nage laten. In tegenstelling tot zijn vader noemde hij zich heer van Bergen op Zoom. Hij was gehuwd met Johanna van Loon, een aanzienlijke dame, dochter van de graaf van het vor stendom Loon, ongeveer het tegen woordige Belgisch Limburg. Later is het opgeslokt door het prinsbisdom Luik In 1310 waren er weer spanningen in Bergen op Zoom. De inwoners wa ren in conflict geraakt met Bre- danaars, Hollanders en Zeeuwen. Blijkbaar was de zaak te moeilijk voor Amoud, want het oplossen van de kwestie liet hij over aan Willem III de Goede, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen (1304- 1337). In 1312 was Amoud een van de ge tuigen die op het kasteel Kortenberg zijn zegel hechtte aan het bekende Charter van Kortenberg. Dit docu ment wordt wel gezien als de basis van de Brabantse democratie. In de Late Middeleeuwen was er geen sprake van alleenheerschappij. De vorst deelde zijn macht met zijn on derdanen. We merkten al op dat de steden aan invloed wonnen. Dat dankten ze in hoofdzaak aan hun geld. Heel wat burgers verdienden goed aan de nijverheid en de han del. De vorsten hadden veel geld no dig voor hun oorlogen en voor het ophouden van hun stand. De steden waren niet te beroerd om over de brug te komen. Het was ook in hun voordeel als de vorst voldoende macht had om de steden en hun handel afdoende te beschermen. Dat veronderstelde natuurlijk wel dat de vorst het algemeen belang, in dit geval het belang van de koop- en ambachtslieden, diende en er niet op uit was om familiebelangen voor 117

Periodieken

De Waterschans | 1999 | | pagina 4