Museum voor Zuid- en Noord-Beveland HP te Goes De Waterschans nr. 1 2000 ,Ty,u".'' 77 i .«..*v,r;«Wrfi*rrr De verbeteringen van de vesting werden met voornamelijk finan ciële middelen van de Republiek al snel daarna ter hand genomen. Ik beperk mij bij de behandeling daarvan opnieuw tot het gebied Kijk in de Pot. Gedurende de periode 1588-1600 kwam de natuur de stad gelukkig te hulp: de buitendijk van het Zuid- land (zie fig 2) begaf het na verloop van tijd helemaal en het gebied er achter moest allengs weer worden prijsgegeven aan de zee. Daarmee was in ieder geval de havenmond niet meer bereikbaar via die dijk. Het was echter nog wel mogelijk om langs het strand, dat aan de voet van de hoge wal ten zuiden van de stad lag, de haven met grondtroepen te bereiken. Daarnaast was gebleken dat een aantal van de hiervoor genoemde 'bergen' zo dicht bij de vesting la gen, dat men genoodzaakt was om een aantal ervan te betrekken bij de inrichting van de vestingverdedi ging. Ook technische verbeteringen aan het geschut en de munitie, waarbij onder meer de dracht werd vergroot, hebben daarbij ongetwij feld een rol gespeeld. Die Holwegenberg kwam derhalve in aanmerking voor de aanleg van een verdedigingswerk er bovenop. Op die manier was met behulp van de eigen kanonnen een vijand ver der weg te houden van stad en ha- ven(-ingang). Even ten noorden van deze versterking, aan de rand van de hoge wal, werd een redoute (al gemene naam voor een rondom gesloten verdedigingswerk dat ver schillend vormen kan hebben) op geworpen, dat de naam 'Kijk in de Pot' kreeg. Van daaruit kon de ver dediger de naderingsweg via het la ger gelegen strand aan de vijand ontzeggen. Vanuit dat punt 'keek men dus in een put ofwel pof. Ze kerheid omtrent het ontstaan van deze naam is er echter niet; zij schijnt overigens ook in de omge ving van Nijmegen voor te komen, waar zich een soortgelijke situatie voordoet. De geschiedenis daarna Op de gravure, die de belegering door de bekwame Spaanse veld heer Spinola in 1622 weergeeft (fig. 3), zal de lezer ongetwijfeld be amen dat de vestingbouwers na 1588 hun huiswerk goed hadden gedaan. Geen wonder, want Bergen Afb. 5. op Zoom was na het Twaalfjarig Bestand nu een echte grensvesting geworden tussen de reeds infor meel erkende en in rijkdom sterk gestegen Republiek en het inmid dels door vele kostbare oorlogen verarmde Spanje. De kosten daar voor behoefden daarom vanaf die tijd niet meer uitsluitend door de stad gedragen te worden. Daarbij valt op dat een linie van drie lunetten (vooruitgeschoven en rechtstreeks vanuit de vesting snel benaderbare verdedigingswerken) ook de eventueel bedreigde Bosch poort kon beschermen. De verster king op de Holwegenberg blijkt nu min of meer te zijn samengevoegd met het redoute Kijk in de Pot en tezamen hielden zij door hun voor uitgeschoven ligging het vijandelijk kanonvuur verder van de haven (- mond) verwijderd. Uit deze fors ge tekende werken, het daarachter nog opgeworpen aarden hoornwerk als reservestelling en de blijkbaar ook nog aangebrachte inundaties rondom de Zuydtschans (thans be ter bekend als Waterschans), mag in ieder geval wel blijken hoe be ducht de verdediger geweest moet zijn voor een eventuele vijandelijke insluitingsactie over land via het zuiden. Nadat die tweede Spaanse belegering van 1622 eveneens suc cesvol was doorstaan, brak een lange periode van rust aan voor de vesting; overigens met alle gevolgen van dien ten aanzien van de onder- houdstoestand. Ondanks het feit dat de stad ontkwam aan de gevol gen van het Rampjaar 1672, be sloot koning-stadhouder Willem 111 aan het eind van de 17de eeuw om de vestingwerken van de Republiek ditmaal opnieuw flink onder han den te laten nemen; de in bouw, verdediging en verovering ervan er varen luitenant-generaal Menno van Coehoorn werd belast met de uitvoering. Zoals bekend kreeg Bergen op Zoom van hem een radicale oplos sing (zie fig. 4). Het bleef niet be perkt tot wat aanpassingen maar op vele plaatsen werden door Van Coehoorn, buiten de reeds be staande werken, nieuwe en in alle opzichten moderne vestingelemen ten geprojecteerd. Dit enorme kar wei nam, mede door regelmatig voorkomende wijzigingen in de fi nanciële planning, bijna 50 jaar in beslag. De totale omvang en op pervlakte van de vestingwerken wa ren daarmee aanzienlijk toegeno men. Mij wederom beperkend tot het onderwerp, wijs ik erop dat ook deze ervaren militair het belang in zag van deze permanent buiten de vesting aangebrachte verdedigings werken: de linie bleef intact, zij het dat het op de tekening anders lijkt. De drie lunetten, van rechts naar links Rasand, Camus en Kijk in de Pot genaamd, konden elkaar on derling steunen met kanon- en ge weervuur terwijl er tussen de lunet ten mineurgangen waren gegraven waarin springladingen aangebracht konden worden. Op deze wijze was het eveneens mogelijk om een na derende vijand vóór, danwel tussen 30 De Waterschans nr. 1 2000 de lunetten in de lucht te laten vlie gen. De drie lunetten waren dus op een meer moderne wijze met el kaar verbonden. Onze stadsarcheo- loog heeft onlangs de restanten van een van deze mineurgangen bloot gelegd (zie zijn artikel daarover in Waterschans nr 2 van 1999). Ook blijkt uit deze prent dat de na tuur de vestingbouwer destijds heeft genoodzaakt om een redoute, dat de naam 'Op 't Slik' kreeg, dit maal onderaan de hoge rand te la ten bouwen (zie fig.4, nr. 25). De vorm ervan is grotendeels in het huidige terrein bewaard gebleven. Dat was overigens ook onze Bergse kunstenaar opgevallen, die dit histo rische vestingrestant eveneens heb ben betrokken in hun ontwerpen. Enkele slotopmerkingen 1. Een laatste plaatje wil ik de lezer toch niet onthouden (zie fig 5). Al snel na de beslissing tot afbraak van de vestingwerken in 1868, werd begonnen om de gemakkelijk te slechten lunetten Rasand, Camus en Kijk in de Pot het eerst met de grond gelijk te maken. Vrijwel di rect daarna werd de eerste schiet baan aangelegd. Zij kende destijds slechts vijf kleinere kogelvangers. Later zijn deze om veiligheidsrede nen verhoogd en verbreed, terwijl het aantal schietbanen nog met één werd uitgebreid. 2. Opmerkelijk is dat een bij de ge meentelijke archiefdienst berus tende luchtfoto uit de jaren '30 van de vorige eeuw ons nog de flauwe contouren toont van het werk Kijk in de Pot. Destijds kende het ge bied nog maar amper begroeiing. Pogingen van onze stadsarcheo- loog om deze restanten op te spo ren, zijn echter mislukt. 3. De (helden-)daden van ooit ter plaatse ingezette vestingverdedigers zijn in dit artikel achterwege gela ten. Wellicht zal dat de lezer spij ten. Een volgend maal misschien? Of moet deze constatering mis schien als een uitdaging worden beschouwd, gericht aan een nog onbekende geschiedvorser, die zich nog onopvallend ophoudt temid den van het lezerspubliek? drs. G.A. Huijbregts 4/6. i. Museum voor Zuid- en Noord-Beveland, gezien vanuit de Grote Kerk Het gebouw Het Museum voor Zuid- en Noord- Beveland is een goed voorbeeld van een streekmuseum, waard er een bezoek aan te brengen, al of niet in combinatie met een wande ling door de historische stad Goes. Het museum is gehuisvest in een voormalig zusterklooster, later weeshuis. Het was omstreeks 1435 dat de Zwarte Zusters zich in de Singelstraat vestigden, pal in de schaduw van de Grote Kerk, toege wijd aan Maria Magdalena. De Zwarte Zusters, zo genoemd naar hun zwarte habijt, maakten zich verdienstelijk door het opvangen van anne zieken en pelgrims en door het gaan verplegen van zieken aan huis. Ze leefden van aalmoe zen en giften die ze soms voor hun werk ontvingen. Aan het gebouw is inmiddels heel wat veranderd, maar op enkele nog herkenbare kloostergedeelten wordt de bezoe ker attent gemaakt. Als de stad Goes overgaat naar de Reformatie, moeten de Zusters hun huis verlaten en in 1627 laat het stadsbestuur het klooster inrichten als weeshuis voor dertig kinderen. Voor bejaarde mannen en vrouwen werd een zijvleugel ingericht. Wel gebruikten bejaarden en wezen vele jaren lang dezelfde ingangs poort. Later kreeg elk instituut een eigen toegangspoort, versierd met een passende beeltenis: een oude man met een oude vrouw op de poort naar het bejaardentehuis en twee weeskinderen op de andere poort. 31 «.Ao-Af v.,;-v-;,iv,c,.Ti:'"""""M J *£r° ZëtfZt^T'4'- ^rr a> fM c»r''"«i' v AU'ii,.... Sjsg&L Z f"""

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 17