De Waterschans nr. 1 2000 AjbA. Miniatuur stoomcarrousel - voorfront. Tijdens tijdelijke kermistento onstelling in het Markiezenhof in 1980. van volkscultuur, te weten het pro cessiewezen in en vanuit Bergen op Zoom en het kermisleven. Bergen op Zoom is, zoals bekend, een be langrijke bakermat van veel kermis exploitanten en hun gezinnenin de beginjaren na het ontstaan van de stichting waren de verzamelacti viteiten dermate intensief dat het in 1976 al mogelijk was om desge vraagd onderdelen van de verzame ling in wording uit te lenen voor een representatieve expositie over de kermis. Dat was voor de tijde lijke tentoonsteling 'Komt dat zien' - De Amsterdamse kermis in de ne gentiende eeuw - die in de zomer maanden van 1976 in het toneel museum aan de Herengracht te Amsterdam werd gehouden (2). Het was door het kennismaken met het bestaan van de Bergse stichting 'Kermis en Processies', tijdens zijn bezoek aan de tentoonstelling, dat de heer C. Meijer uit Amsterdam contact zocht met het bestuur van de stichting over de miniatuur-car rousel waarover dit opstel handelt. Zie afbeelding A, B en C. (Kees) Meijer is de kleinzoon van Piet de Vries himself, de bouwer én exploi tant van de betreffende carrousel. Wat was het geval? De inmiddels 98 jaar geworden Piet de Vries was opgenomen in een verzorgingstehuis. Daardoor moest zijn woning in de Marco Po lostraat te Amsterdam, waar in het achterhuis ook de betreffende mi niatuur stond opgesteld, worden ontruimd. De familie was voorne mens onder druk van de omstan digheden de carrousel te laten vei len. Kleinzoon Kees Meijer was daar niet gelukkig mee, omdat de mogelijkheid bestond dat de ca- roussel naar het buitenland zou worden verkocht. Hij zag het mi niatuur van zijn opa liever onder gebracht in een museum in Neder land overeenkomstig de wens van zijn grootvader. Vandaar zijn solo actie richting de stichting 'Kermis en Processies'. Goed overleg heeft begin augustus 1976 uiteindelijk ge leid tot verkoop van de 'Stoomca- roussel Piet de Vries Amsterdam', zoals hij officieel heet, aan de Bergse stichting voor het zeer gun stige bedrag van f 2.500,- exclusief de kosten voor het vervoer van Am sterdam naar Bergen op Zoom. De vooral in technisch opzicht unieke miniatuur-carrousel, bij de stich ting geïnventariseerd onder no. 105, bevindt zich sinds 1986 over eenkomstig de doelstelling op bruikleenovereenkomst in de voor lopige kennisexpositie van het ge meentemuseum. Hij zal overigens dadelijk ook onderdeel zijn van de definitieve kennistentoonstelling in het Markiezenhof Het aankoopbe drag is aanvankelijk voorgefinan cierd door enkele bestuursleden omdat de stichting op dat ogenblik onvoldoende geld in kas had. De AMRO-bank heeft in april 1977 ter gelegenheid van de officiële ope ning van haar nieuwe kantoor aan de Wassenaarstraat te Bergen op Zoom de kosten van verwerving en vervoer als geschenk voor haar re kening genomen. Piet de Vries, miniatuur bouwer én kermisexploitant Piet zag het levenslicht in 1878 te Winsurn. Hij was aanvankelijk schilder van beroep en daarnaast een geboren modelbouwer. Be halve de betreffende stoommolen en de erbij behorende lichtma- chine, locomobiel, petroleumbran- ders c.a., die hij bouwde in de pe riode 1925/35, realiseerde hij nog andere miniaturen waaronder stoomboten die zowel voor- als achteruit konden varen alsook een salonwagen, die later aan de com positie van de stoommolen werd toegevoegd. Het inzicht, de gedetailleerde ken nis en de begeestering die nodig waren om deze perfecte stoommo len en de bijbehorende miniaturen te bouwen heeft hij ongetwijfeld opgedaan in zijn jongensjaren toen hij in Groningen van begin tot einde de opbouw en afbouw volgde van de stoommolen van Thewe uit Dor drecht en later ook van die van Hu- bert Wolff uit Breda. De attractie van laatstgenoemde is later overge nomen door de bekende J.W. Jan vier te Bergen op Zoom die meer dere carrousels bezat en daardoor een monopolie op dit terrein had (3). Het totale werkstuk van Piet de Vries is zonder meer een uitmun tend staaltje van miniatuurbouw en behoort in technisch opzicht tot het beste op dit gebied in ons land. Het product getuigt van gedegen inzicht en kennis, van groot vak manschap en eindeloos geduld bij de maker. De stichting 'Kermis en Processies' is dan ook content dat 34 De Waterschans nr. 1 2000 het de miniatuur-stoomcarrousel en de bijbehorende machines en dergelijke in 1976 heeft kunnen ver werven ten behoeve van de kerrni- sexpositie in het Markiezenhofmu seum en dat een en ander voor Ne derland behouden is. Dit laatste vooral ook gezien tegen de achter grond van de grote brand die de kermis trof op 7 oktober 1946 in Den Haag, waarbij onder andere de legendarische salon-stoomcar- rousel van J.W. Janvier sneuvelde. Die brand luidde het einde in van het tijdperk van de kennispaleizen zoals de grote uitgebreide carrou sels ook wel werden genoemd. Ouderen in het land zullen zich de miniatuur stoommolen-caiTousel van P. de Vries wellicht nog herin neren. Omdat er in het schildersvak in die jaren geen droog brood was te ver dienen, bereisde Piet er namelijk Nederland mee van 1938 tot ca. 1958 tot op hoge leeftijd, en be zocht veel kennissen met zijn mi niatuurattractie. Ook hij was dan gebonden aan het systeem van pachtprijzen etc. zoals die bij de meeste gemeenten in ons land golden voor kermisexploitan ten en hun zaken. In de beginjaren betaalde hij b.v. voor een standplaats op de kermis te Assen f 13,00, te Groningen f 25,00 en te Winscho ten f 20,00 voor een zaak van 5 meter front en een diepte van 3 me ter. Dat waren voor die vóór-oorlogse jaren ook al pittige pachtprijzen. Een gemotoriseerd vervoermiddel bezat hij niet en het geheel moest telkens worden gedemonteerd en grondig in kisten worden verpakt. Deze kisten zijn nog aanwezig. Het gaat om totaal acht houten kisten, twee grotere op wieltjes, waarin bij elk drie kleinere opbergkisten pas sen. Ze werden doorgaans per spoor naar de plaats van de ker- misbestemming verzonden. Het gehele spul bij elkaar woog ca. 2000 kg. Dat elke keer in- en uit pakken en monteren en demonte ren had nogal wat voeten in de aarde en was niet alleen een voor zichtige klus maar ook een hele or ganisatie. Het bracht bovendien de nodige kosten met zich mee voor het transport. Vermeldenswaard is in dit verband nog dat Piet tot op hoge leeftijd, zelf zo enigszins mogelijk per fiets, naar de plaats van bestemming ging en bijvoorbeeld voor een af stand Eindhoven - Amsterdam niet terugschrok (4). Rond zijn tachtigste jaar (omst reeks 1958 dus) vond Piet het wel letjes al dat organiseren, in- en uit pakken en reizen. Daarenboven waren de pachtprijzen ook voor zijn nering bijna niet meer op te brengen en was de belangstelling voor de romantische kennis gaan tanen. Daarom stopte hij met het reizen en buitenshuis exploiteren van zijn miniatuurcarrousel. Vanaf toen stond zijn kermiscreatie permanent bij hem thuis opgesteld in de Marco Polostraat 278-huis te Amsterdam, het achterhuis. Daar draaide hij nog een aantal jaren 'kermis' op woensdagmiddag voor kinderen tegen een kleine vergoe ding. Het functioneren van de techniek In het middentravee van het voor front van de carrousel, boven de kassa en het gefigureerde wapen van Amsterdam in de kast, staat in keurige letters vermeld: 'Piet de Vries - stoomcaroussel'. Helaas dekt deze naam de lading niet he lemaal meer want van stoom als krachtbron is namelijk geen sprake meer. De miniatuurcarrousel en de ma chines zijn zo'n zeventig jaar gele den wel als authentiek (nage bouwd en de machines hebben aanvankelijk ook op stoom gefunc tioneerd. De volledig demontabele en be weegbare draaimolen, met de 6 x 4 paarden afgewisseld door 6 gon dels in drie verschillende model len, draaide in beginsel op de kracht van de stoommachine die Afh.B. Interieur van de miniatuurcarrousel Links de locomobiel (verplaatsbare stoommachine) en rechts de lichtmachine (wagen). Rechts, met zijn arm op de lichtmachine, staat Kees Quik, een van de mede-oprichters van de stichting 'Kermis en Processies'. 35

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 19